Wespen
De wespen zijn er vroeg bij dit jaar. Vermoedelijk komt het door hun hoeveelheid dat ze zich eerder binnen de menselijke ruimte begeven. En dat wordt niet altijd gewaardeerd. Ook ik heb aan boord van mijn schip te dealen met wespen. Ik vergeet nooit dat jaren geleden mijn zoon gierend van de lach binnenkwam. Zijn nieuwe vriendin zag buiten een schoteltje met ranja en wespen staan en het schoot er spontaan uit: “Is ze nou g…*#&%!?^…me! ook al de wéspen aan het voeren?!”
Ik moet eerlijk zeggen dat wespen en ik niet helemaal goed samengaan. Fysiek niet doordat ik heftig reageer op een steek en communicatief niet omdat we een andere grondhouding lijken te hebben. Maar dat neemt niet weg dat ik de wespen erg waardeer en ze graag in leven houdt. Maar ik waardeer het ook om buiten aan dek te zitten dus we hebben een modus gevonden: als ik buiten wil zitten zet ik altijd een schoteltje met ranja voor ze neer. Binnen een minuut zijn er wespen en mieren die volop komen bijtanken om later weer voldaan te vertrekken. Allemaal ons eigen territorium en iedereen happy.
Als ik met ze aan de babbel ga lijkt het of er eentje het woord neemt, wat wel vaker gebeurt met groepen dieren. Of het er inderdaad eentje is of dat ze zich gezamenlijk door één stem laten horen, weet ik niet.
“Tevreden zo?” vraag ik ze. “Ja, dit is makkelijk snacken.” Ik knik inwendig instemmend, trots op mijn kleine bijdrage aan het ecosysteem en de wereldvrede.
“Jullie lijken alle tijd te hebben,” observeer ik. “Ja, maar we hebben toch haast, we moeten de jongen voeden.” “Ik ben wel tevreden met mijn werkwijze. Zo kan ik rustig zitten.” “Goed plan. Want als je het niet had klaargezet waren we toch wel gaan zoeken bij je.” Precies, denk ik, vandaar de gecreëerde afstand.
“Zeg, ik zie dat jullie soms vechten met elkaar in de siroop…” “Dat is ander volk,” hoor ik brommend. Onverdraagzame dieren…
“Enne… als jullie steken… dan gaan jullie toch dood?” “Ja, maar we twijfelen niet om het wel te doen.” Ik herken uit vorige gesprekken met wespen de directheid, het wat haastige en knorrige en ik constateer weer dat ze anders gehumeurd zijn dan bijen. Die zijn veel gemoedelijker, waar wespen een veel korter lontje hebben. “We hoeven de mensen niet, maar de producten zijn welkom,” haken ze in op mijn gedachten.
Ik ben al wel weer een beetje uitgepraat met ze. Ik waardeer echt enorm wat ze allemaal doen in de natuur maar ik constateer dat ik niet met iedereen goede vrienden hoef te zijn. Leven en laten leven is ook hier het beste motto.
PS Als je op de foto klikt zie je het hele tafereeltje (ieder z’n humor… )
Bedankt!