Tag Archief van: koeien

De koe en het eten van vlees

Laatst was ik bij een koemonoloog ( https://bdvereniging.nl/nieuws/nieuw-project-diermonologen/ ). Vanuit DierenPerspectief ben ik daar bij betrokken maar ik had nog nooit een monoloog op een boerderij meegemaakt. Toen het bij mij in de buurt was kon ik er mooi heen.

Er stonden vier koeien in de wei en met een groep van twintig of dertig mensen liepen we de wei in. Een aantal dagen later maak ik contact met één van de koeien. Kennelijk heb ik niet de leider te pakken want deze koe reageert een beetje bescheiden. Ze vraagt zich af of ik de goede wel aan de lijn heb.

‘Ja, hoor,’ antwoord ik, ‘ik vond jullie zo leuk op deze foto en ik bedoel echt jou.’

Nou, goed, wat ik dan wil weten. ‘Jullie waren zo rustig toen wij de wei in liepen. Hoe was dat voor jullie?’

‘Och, jullie waren met veel maar jullie waren rustig en dan is het goed. Wij waren ook wel nieuwsgierig wat jullie kwamen doen.’

‘Jullie hadden snel door dat er hooi was.’ Een van de zoontjes van de boer had 3 balen stro en 1 baal hooi in de wei gelegd om op te zitten. De koeien gingen al snel naar het hooi toe en ik vroeg me af hoe ze dat zo snel doorhadden omdat de baal hooi helemaal achter de mensen lag. ‘Ja, we zijn niet gek. We vangen de geur op en dan is het gewoon je neus achterna.’

De koe laat zien dat we hen niet verstoord hebben. De monoloog en het gesprek erna ging lekker relaxed.

Ik besluit een voor mij heikel punt aan te snijden, namelijk het slachten en vlees eten.

‘Ja, het eind wordt voor ons bepaald,’ haakt de koe in op mijn gedachten. ‘Wij geven wat terug voor het leven dat we gehad hebben. Het is de circle of life. Het overgangsmoment is niet erg, het moment dat we uit ons lichaam gaan. Wat onrustiger is en wat we niet altijd in de hand hebben, is de aanloop er naar toe. Maar dat hebben jullie ook. Het moment van het lichaam verlaten is niet het punt, maar wel wat ervoor gebeurt.’

Ik begrijp het dier helemaal. Vragen wij ons als mensen ook niet af en toe af hoe het eind zal verlopen? Of we pijn en ongemak zullen hebben voorafgaand aan het overgangsmoment? De koe laat zien dat het het rustigst en het best is als er gewoon thuis geslacht wordt.

Ik vertel de koe dat ik een beetje opzag tegen het moment van dineren, wat volgde op de koemonoloog. Stel dat niet doorgekomen was dat ik geen vlees eet? Ik laat de koe zien dat dat inderdaad het geval was en dat drie mensen de soep en het diner (een stoofpot) niet gegeten hebben.

‘Ach, jullie nemen álles op je, daarmee maak je het voor jezelf zwaar. Maar als je weet hoe een dier geleefd heeft en het was goed, dan kun je wel vlees eten.’

We hebben even een grappige uitwisseling in beeld. De koe laat me zien dat het oké is om vlees te eten maar gelijktijdig laat ze ook zien dat ze zelf geen vlees eet. Het levert een begripvol lachje op tussen ons.

‘Je hóeft het ook niet te eten,’ zegt ze mild, ‘je kunt daar je eigen keuzes in maken. Maar weet wel dat wij er al uit zijn. Je eet een stuk opgebouwd leven. Qua recycling is het wel goed. Stel dat alles weggegooid wordt.’

De koe laat dit allemaal rustig en neutraal zien en bevestigt zichzelf nog eens: ‘Het is allebei goed. Wel en geen vlees eten.’

We gaan het contact afsluiten en de koe nodigt uit om nog eens live langs te komen in de wei. Ze vond het bezoek wel leuk. Ik zeg dat dat er vast niet van komt maar ik ben blij dat ze van de afwisseling genoten heeft.

De jonge koeien in de wei

Op de ochtendwandeling met de hond kom ik zeven jonge koeien tegen. Ze staan naast elkaar in de wei bij het hek en ik ga er rustig bij staan.
‘Ik zou met jullie kunnen communiceren, als jullie dat zouden willen,’ zend ik.
Verbazing bij de koeien. Ik krijg meteen de indruk dat de boer geen prater is. Niet met de koeien, maar ook niet tegen de koeien. ‘Wat doen we hier?’ vragen de dieren. Er is een bedrukt gevoel bij ze.
‘Tja, wat jullie hier doen? Ik ben de boer niet, dus ik weet niet waarom hij jullie hier heeft neergezet, maar ik vermoed dat hij jullie hier heeft gebracht omdat de weilanden bij zijn boerderij vol zijn.’
De koeien geven het gevoel uit de kudde gerukt te zijn. ‘Ik kan me voorstellen dat dat zo voelt,’ zeg ik. ‘De oudere koeien zijn nog daar. Die geven melk en moeten dus dichtbij huis staan. Ik denk dat jullie hier staan om gezond en stevig op te groeien. In alle vrijheid. Moet je zien hoeveel wei jullie hier hebben in de uiterwaarden.’
Maar de jonge koeien lijken niet blij met de grote ruimte. De stal bood regelmaat, structuur, op vaste tijden hooi of kuilvoer en regelmatig aanwezigheid van mensen. Nu moeten ze zichzelf zien te redden en bijvoeren is er niet bij. Bovendien zijn ze onbeschermd. Er kunnen mensen met honden of vissers de wei in komen en er is geen boer om ze te beschermen. ‘Nee, dat moeten jullie inderdaad zelf doen,’ pep ik ze op.
Ze staan er wat belabberd bij. De een hoest regelmatig, de ander heeft de snotklodders uit haar neus lopen. Wat beter weer zou aangenamer zijn voor deze jonge dieren. Eigenlijk is het een beetje een triest groepje zoals ze er nu bij staan en ik denk aan de kranten waar foto’s van blij springende koeien in stonden die voor het eerst weer de wei in mochten dit jaar. Alle koeien zijn dus niet over één kam te scheren. De journalistiek rond dieren zou wel es wat genuanceerder mogen, glimlach ik.
Voor ik wegga, geef ik de koeien mee dat ze samen sterk staan en ik hoop dat ze hun vrije ruimte gaan waarderen. De lichting koeien die vorig jaar in de wei kwam, had diezelfde verwarring in het begin. Maar in de loop der weken en maanden waren ze uitgegroeid tot grote dieren die het naar mijn idee heel goed naar hun zin hadden. Met deze koeien gaat het vast ook wel goed komen.
Als ik tien minuten later met het fototoestel kom, staan ze gezusterlijk bij elkaar naar iets te kijken. Samen sterk!