Ratten aan boord
Al meerdere keren heb ik over de ratten aan boord geschreven. We eindigden bijna twee jaar geleden met een patstelling: ik vond dat ze niet in de binnenruimte hoorden (tussen het dek en het plafond) en zij vonden dat we prima met elkaar konden leven. Er zijn zo enkele generaties aan boord geboren en getogen.
Het laatste jaar worden de ratten steeds luidruchtiger. Ze rennen over een holle balk, onzichtbaar voor ons maar duidelijk hoorbaar. Nooit lopen ze gewoon, het is altijd rennen. Waar ze eerst boven bleven, hoorde ik ze langzaam maar zeker langs de wanden naar beneden komen. Een no go area, dat heb ik ze duidelijk gemaakt. Maar ja, kennelijk is er een nieuwe generatie en hebben opa en oma niet doorgegeven waar de grenzen liggen. De laatste maanden is het zelfs zo dat ze soms in de kamer komen. Ik zie ze nooit, maar de honden horen ze en springen ’s nachts regelmatig uit bed om ze weg te jagen. Soms leg ik ergens twee nootjes neer om te testen wat er gebeurt. Met regelmaat zijn ze weg.
Het is duidelijk dat de ratten en ik niet verder komen met elkaar. Ik vraag mensen die de cursus bij ons gedaan hebben of ze mee willen kijken. Voor zij met de ratten contact gaan maken doe ik dat ook nog eens. Ik krijg door dat ze veel lol hebben, dat het een uitdaging is om beneden te komen en binnen wat te eten te zoeken. Dat er honden zijn maakt het extra leuk voor ze. Zij zijn sneller, hoor ik. Het is net een speeltuin en zolang er ingangen zijn komen ze.
De mede-diercommunicatoren ervaren allemaal ook de lol die de dieren hebben en ze zien ook dat ik niet streng genoeg ben om mijn (leef)grenzen af te bakenen. Ondanks dat ze het plezier van de ratten voelen, komen ze toch voor mij op en gaan in ernstig gesprek met de diertjes. Er wordt uitgelegd hoe het zit met de leefruimte, met elektrische kabels. De dieren leggen uit dat ze knagers zijn en blijven. Iemand spreekt ze streng toe, een ander adviseert met klem om buiten te gaan wonen. Weer een ander ziet dat ze alleen vertrekken als ik stampvoetend mijn punt ga maken, maar iedereen ziet ook de hopeloosheid daarvan in want ik heb grote waardering voor de diertjes en ik moet steeds om hun vindingrijkheid lachen. Een ander krijgt de rattentempel in India door. Ik had er nooit van gehoord, maar het is interessant om dat eens op te zoeken.
Iedereen voelt wel dat de ratten wat indammen. Mijn uiterste daad is dat ik wens dat de ratten een goede plek buiten gaan vinden (als het weer beter wordt; het is nu koud en het water staat hoog).
De volgende twee avonden zit ik op de bank en het is opvallend stil boven me. Ineens hoor ik er eentje lopen, maar het gaat zonder het uitbundige enthousiasme. Hmmm, zouden ze toch wat begrepen hebben? Het is bijna saai binnen maar ik pas goed op dat ik me niet weer hun volle aanwezigheid wens.
Zondagnacht zijn de honden erg moe. Ze zijn wat ziek geweest en slapen goed. Geen rennen en blaffen deze nacht. Maandagochtend prijs ik de rust en de ratten. Als ik de cavia eten wil geven herinner ik me dat de papegaai de avond ervoor een deel van een mandarijn heeft laten vallen. Die ben ik vergeten op te rapen dus die kan mooi naar de cavia. Ik wil de mandarijn pakken maar zie niks meer. Ik weet zeker dat de honden geen mandarijnen met schil eten. Ik zie ook nergens schilletjes liggen. Hoe hebben ze dit nu weer voor elkaar gekregen?
PS 1. Twee jaar geleden kwam ik op een nacht buiten en zag twee ratjes zitten, precies zoals op deze foto. Genietend van de rustige nacht. Je gunt iedereen toch het leven?
PS 2. Ik sprak iemand van de bestrijdingsdienst en legde de situatie aan boord uit. ‘Hopeloos,’ zei hij, ‘wij zouden er niet aan beginnen. Gegarandeerd geen succes.’