Tag Archief van: hond

Wij zitten niet alleen opgesloten in huizen en hokken, maar ook in ons lijf.

Als ik ’s morgens de houtkachel aansteek, komt de hond er altijd bij en schurkt zich blij en verwachtingsvol tegen me aan. ‘Ja,’ zend ik met een telepathische grijns naar hem uit, ‘jij kunt geen kachel aansteken.’ Ik krijg heel rustig terug: ‘Nee, inderdaad, maar ik kan andere dingen.’ Hij geeft door dat hij altijd blaft als er mensen komen en ik antwoord met een dankbaar complimentje zijn kant op. Nu ik hem toch ‘aan de lijn’ heb, wat helemaal niet vaak zo bewust gebeurt, vertel ik hem dat ik een boek aan het schrijven ben over deze vorm van communiceren met dieren. Ik krijg het beeld terug van een mergbotje: die wil hij wel weer eens hebben, dan heeft hij ook wat te doen als ik lang achter de computer zit. Ik beloof die te gaan kopen en vraag wat hij ervan vindt dat ik dit allemaal schrijf. ‘Het is voor een hoger doel,’ hoor ik. De hond vindt het belangrijk dat er kennis van dieren overgebracht wordt: ‘Mensen zijn vaak zo gevoelsarm, ze moeten leren dieren serieus te nemen. Dieren zijn geen voetvegen.’

 

Ook de papegaai vindt het tijd worden dat mensen naar dieren luisteren: ‘Dieren hebben een scala aan gevoelens. Mensen gaan daar vaak zo bot mee om. Deze vorm van communiceren met ons moet de wereld in. Wij moeten een stem hebben. Vertel de mensen over ons! Wij zitten niet alleen opgesloten in huizen en hokken, maar ook in ons lijf. Wij willen gehoord worden. Luister naar dieren! Mensen hebben niet het alleenrecht van spreken. Je zult op weerstand stuiten, maar dan kom je maar weer met mij babbelen.’

Een van de katten vindt het leuk dat ik met ze communiceer. Volgens haar is er nog veel werk te doen op dit gebied: ‘Dieren moeten bevrijd worden van het stempel dat mensen hen gegeven hebben. Dan kunnen dieren hun aardse taak voor mensen beter vervullen omdat ze meer ingangen hebben. Mensen raken zo verward in elkaar. Dieren zijn puur, laten mensen hun ware bestemming zien, waardoor mensen ook zorgvuldiger met elkaar kunnen leren omgaan. Mensen maken er absoluut een zootje van. Dieren hebben de taak mensen op te richten, te genezen, zuiver te maken. Maar dan moeten dieren wel eerst bevrijd zijn van aardse beslommeringen en ongemakken. Dieren moeten hun plaats krijgen.’

Uit: In de Stilte hoor je alles

Het is tijd

Sjaan is al negen jaar en twee weken mijn trouwe compagnon.

Tijdens gesprekken met dieren ligt ze op mijn schoot of onder de tafel. En als ik achter de computer aan het werk ben, zit zij op de stoel naast me.

Vaak is zij de reden waarom ik stop met werken om naar buiten te gaan.

Vandaag stond ze ineens op tafel, tussen de laptop en mij in.

Op zo’n moment gaan we niet in gesprek, maar later wil ik toch weten hoe ze dat nou had.

“Ja, je wilde al een paar keer bijna weg. Iemand moet op een keer een punt maken en ik denk dat ik beter weet wanneer het echt tijd is.”

Daar heeft ze wel gelijk in. Het is zo makkelijk om maar door te gaan.

“Bovendien had ik al een paar keer aanwijzingen gegeven,” vervolgt ze licht verwijtend.

Ik voel me bijna op het matje geroepen.

Ik denk aan al die keren dat ze bij vergaderingen, bijeenkomsten en cursussen is en altijd zo braaf ligt te slapen.

“Ik doe het, maar je kunt ook overdrijven,” haakt ze in op mijn gedachten.

Ze heeft haar punt wel gemaakt. Ik heb het begrepen en ik vraag of ze nog wat te zeggen heeft want dieren krijgen bij mij altijd het laatste woord.

“Volgende keer iets eerder luisteren. Dat scheelt mij een hele klim.”