Zwermende spreeuwen

In deze tijd van het jaar begin je ze weer te zien, de zwermende spreeuwen. Ze maken de mooiste vormen en het is een genot om naar te kijken. Dus wil ik hier meer van weten. 

M: Dag spreeuwen, ik zou graag met iemand van jullie willen praten over jullie bijzondere wijze van vliegen, het zwermen. Wie kan en wil daar wat over vertellen?
Het is een tijdje stil, geen contact of toch wel? Ik vraag het nog maar eens.
S: Ja, ik wil wel antwoorden maar we zijn druk, kun je ook een ander moment kiezen?
M: Natuurlijk kan ik dat, maar dat is toch helemaal niet nodig, ook al ben je druk, we communiceren op een heel ander niveau en daar maakt dat niet uit.
S: Je hebt wel gelijk, maar ik had even geen zin.
M: Dat is natuurlijk je goed recht. Is er dan soms iemand anders die wel met me wil praten?
S: Dat is nu ook weer niet de bedoeling. Ik ben niet de baas, want wij hebben geen bazen, maar ik wil wel heel graag belangrijk zijn, dus praat dan toch maar met mij.
M: Waarom wil je graag belangrijk zijn, wat betekent dat voor jou?
S: Dit gesprek loopt helemaal verkeerd, jij wilt wat weten over ons zwermen, laten we daar over praten en niet over mij.
M: Helemaal goed. Vertel eens hoe jullie dat voor elkaar krijgen om in grote groepen te zwermen zonder dat jullie botsen, dat is echt een fenomeen voor ons mensen. Wij kijken er ook met bewondering naar als jullie tegen de schemering gaan zwermen.
S: Het is eigenlijk heel simpel, we zijn als groep in een soort trance waardoor we als één geheel kunnen functioneren. Het is dus niet iets mechanisch zoals jullie mensen vaak beweren, maar we zijn echt dan een geheel, niet meer ieder vogeltje afzonderlijk, maar de zwerm als geheel. En als groepen zich aansluiten dan worden die ook opgenomen in het geheel. Soms zie je de groep uiteenvallen of juist samenvoegen en dat kan gebeuren. Als de groep opsplitst dan zijn het twee entiteiten en als het weer samenvoegt is het weer een geheel en een groep zonder individuen.

Als ik dan op internet kijkt hoe de wetenschap het zwermen uitlegt lees ik bij ChatGPT dit:

S: Ja, daar zie je het al, het wordt geheel mechanisch uitgelegd, maar het is echt heel anders. Dat komt omdat veel mensen en de wetenschap vaak helemaal, de spirituele kant van het leven missen en dan moet je een mechanische verklaring hebben. Maar als wij gezamenlijk in trance zijn en dat ontstaat vanzelf bij het formatie vliegen, dan kunnen we de mooiste dansen uitvoeren.
M: Ja, dat is wat mij zo fascineert en waarom ik zo graag dit gesprek wilde voeren. Maar dank je wel dat je dit met me wilde delen.
S: Graag gedaan.

251021

De kracht van katten

Onze katten hebben een avontuur meegemaakt. Het schip waarop we wonen moest een werfbeurt hebben. Dat wilde zeggen: ramen en deuren dicht, naar de werf varen, op de werf getrokken worden, afspuiten van het schip, lassen aan het schip, betimmering en isolatiemateriaal verwijderen in verband met brandgevaar, lawaai van de werf, nog steeds ramen en deuren dicht, kamer blauw van de las-rook, terugvaren naar de eigen plek, daar aankomen en zien dat alle bomen en struiken gekapt zijn.

We liggen weer, zijn nog niet op orde maar de katten lopen weer in en uit. Tijd voor een praatje.

“Jij vertelt ook niet veel van te voren, he?” is het eerste wat ik hoor als ik deze intense ervaring wil evalueren.

“Nee,” grinnik ik, “ik dacht: ervaar het maar. Ik kan van alles gaan uitleggen maar ik wist niet of ik daarmee veel onnodige onrust zou zaaien.”

Overigens had ik de dieren wel voorbereid, maar het klopt dat het niet in details was en vooral gericht op dát er wat ging gebeuren en dat ze gewoon rustig konden blijven want alles was onder controle.

Ik vraag de katten hoe ze alle veranderingen en onrust hebben ervaren. Ze laten zien dat ze zich teruggetrokken hebben, heel stil hebben gezeten en hun aandacht en concentratie erg in zichzelf gericht hadden.

“Dat is een interessante,” merk ik op. “Wat wij mensen in zulke situaties hebben is juist dat we erg ‘uitvliegen’ en juist ‘los’ van onszelf komen. We willen de hele situatie in ogenschouw nemen, willen beheersen, begrijpen.”

“Dat heeft geen zin,” laat een van de katten weten. “De geluiden waren niet te herleiden. Het enige wat zeker was, was de aanwezigheid van jezelf.”

Ik begrijp dat ze dat zo deden en vind het bewonderenswaardig. Door niet mee te gaan in de gekte van geluiden hebben ze zichzelf enorm veel stress bespaard.

“Toen ik jullie een keer naar buiten liet gaan omdat het naar mijn idee veilig was op dat plekje aan de wal, is Boudewijn in het water gevallen. Hij kwam helemaal nat binnen. Ik heb niet begrepen hoe hij uit het water heeft kunnen komen. Ik had er bijna kopbrekens over. Kun je uitleggen wat er is gebeurd?”

Wat de kat laat zien is eigenlijk één snelle beweging: het vallen en meteen grijpen naar iets waaraan hij zich opgetrokken heeft. Het moet haast wel een autoband zijn geweest waar hij zijn nagels in heeft weten te zetten. Als ik het zo zie/voel/ervaar, moet het een lucky moment geweest zijn: net op tijd iets vast hebben kunnen pakken en met enorme inspanning omhoog weten te komen. (Er worden vaak autobanden aan een touw gebruikt om te voorkomen dat een schip tegen de kant of tegen een ander schip aan knalt.)

Omdat de dieren twee weken binnen zijn geweest, vraag ik ze hoe ze dat hebben ervaren.

“Er was voldoende ruimte.”

Dat is fijn om te horen. Het klopt inderdaad dat ik de deuren zoveel mogelijk open had zodat ze ook naar de roef en de stuurhut konden. En het schip zit vol verstop- en klimplekjes.

“Enne… dat plassen en poepen dat jullie op allerlei plekken deden terwijl er twee kattenbakken stonden…?”

“Dat bepalen we zelf wel,” krijg ik wat opstandig te horen. De rakkers. Nou ja, ik heb er ook geen punt van gemaakt. Alles stond zo op z’n kop…

“En nu zijn jullie terug en ondertussen hebben ze alle bomen en struiken gekapt. Hoe is dat voor jullie?” “Ontzettend kaal, maar de nachten zijn heerlijk.”

De dieren genieten inderdaad weer enorm van het buiten zijn. Ze kunnen uren weg zijn om vervolgens weer ergens in het schip een slaapplekje te zoeken.

Nou, wat ik weer geleerd heb van katten: de kracht van het stilzitten en ondergaan met behoud van een bepaalde vorm van alertheid.

Misschien komt de uitdrukking dat katten negen levens hebben daar onder andere vandaan. Ze kunnen heel wat situaties aan.

Kaila gedraagt zich onmogelijk

Onze hond Kaila heeft iets nieuws bedacht en het stoort me langzamerhand. Als we op de hei wandelen, daar mag ze los lopen en wandelen we altijd over de paden en heeft Kaila haar vrijheid om haar wandeling te lopen. Ze loopt nooit vlak naast me, ze houd van haar vrijheid en is soms ook volledig uit het zicht voordat ze weer bij me komt lopen. Maar al een aantal dagen gaat ze daarin veel verder. Ze loopt niet mijn paden maar ze loopt andere paden rustig honderd meter verderop en liefst langs de fietspaden waar ze niet erg op de fietsers let maar waar wel de meeste konijnenkeutels te vinden zijn en die eet ze op. Het zijn net een soort dropjes voor haar, ze smult er van, alleen van de verse.

M: Kaila, waarom loop je sinds enkele dagen zo ver bij mij vandaan, voor mijn gevoel veel te ver.
K: Ja, ik loop wat meer mijn eigen wandeling, maar ik ben me er niet echt van bewust dat jij dat niet fijn vindt. Aan de andere kant wil ik wel mijn vrijheid hebben en gewoon op zoek gaan naar het lekkers dat overal ligt.
M: Dat is voor mij wel een reden van zorg. Je weet dat ik je graag toch enigszins in de gaten wil houden vanwege je drugsgebruik. Als je het vindt dan eet je ervan en je wordt er erg beroerd van, echt ziek. Daar probeer ik je voor te behoeden, maar je geeft me daar geen gelegenheid voor op deze ma-nier.
K: Ja en dan hoef ik natuurlijk niet te komen aanzetten met ik ben wijs genoeg om daar zelf op te letten omdat ik weet dat dat helaas niet zo is.
M: Dat is het juist en dan is mijn vraag: hoe kunnen we dit weer zo maken dat we allebei weer blij kunnen wandelen?
K: Ik heb je punt begrepen en zal wat meer mijn best doen om minder ver weg te lopen.
M: Dat voelt voor mij een beetje als een te vrijblijvende afspraak. Ik neem je daarom de komende dagen gewoon aan de lijn en laat je even niet los lopen, zodat je er weer aan went bij mij te blijven.
K: Dat vind ik wel erg jammer, waarom geef je me niet wat vertrouwen zodat ik het kan laten zien?
M: Daar wil ik nog over nadenken.

De volgende dag geef ik haar dan toch het vertrouwen waar ze om vraagt en ze gedraagt zich voorbeeldig. Dat houdt ze enkele dagen vol en ik laat haar weer op al onze wandelplekken, hei, bos, enz. los lopen en ze doet het echt goed. Dagelijks maak ik haar een compliment. En dan gaat het opeens weer mis, enkele dagen later.

Ik ben zwaar door mijn rug gegaan en heb moeite met lopen, maar vooral met bukken, opstaan uit een stoel of weer gaan zitten. We maken de middagwandeling op de hei en ze gedraagt zich weer als vanouds en loopt ver weg op andere paden, enz. Daar spreek ik Kaila op aan.

M: Kaila, waarom was je vandaag weer zo weerbarstig?
K: Heel simpel, jij was niet in orde en kon niet optreden als roedelleider, dus had ik weer vrij.
M: Voelt dat niet een beetje als verraad aan mij?
K: Nee helemaal niet. Ik ben hond weet je nog, hadden we het laatst al over gehad. Als de roedelleider niet meer kan leiden, dan krijgen anderen de kans om roedelleider te worden. En treedt er dus chaos op en in die chaos, komt de nieuwe sterke leider boven drijven. Ik ondermijnde alleen maar op een hele natuurlijke manier jouw gezag.
M: Dat heb ik gemerkt en vond ik niet echt fijn.

De volgende dag neem ik pijnstillers in om me fatsoenlijk te kunnen bewegen. Ik wandel weer met Kaila op een plek waar ik haar in het bos beter onder toezicht kan houden dan op de hei.

M: Ik heb je vandaag weer het vertrouwen gegeven dat je los mag lopen zonder dat je me in de steek laat of te veel je eigen gang gaat.
K: Dat stel ik zeer op prijs.
M: Maar onderweg was er toch een mooi moment. Je wandelde in de buurt van mij en keerde ineens om, stak je neus in de lucht, liep terug en ging ergens naar op zoek.
K: Dat moment herinner ik me nog goed vanochtend.
M: Maar je was zo bezig met je neus dat je dreigde een ander bos in te lopen waar we niet mogen komen. Ik riep je terug en je aarzelde even en ik zag je je neus min of meer uitschakelen en omdraaien en weer naar mij terug komen. Dat vond ik een mooi moment en dat deed je weer voortreffelijk.
K: Ja, vond ik best wel moeilijk, ik wilde mijn neus achterna lopen en was lekker bezig, maar jij verstoorde dat door me terug te roepen op een manier waarop je duidelijk maakte dat het menens was. Dus besloot ik je niet te negeren en weer gewoon met je mee te lopen.
M: Dat was mooi, maar waarom deed je dat, terwijl je gisteren nog afstand van me hield.
K: Je was duidelijk weer de onbetwiste roedelleider, die gehoorzaam je. Ook al ben ik een hond en wil ik af en toe ongehoorzaam zijn omdat ik een grote vrijheidsdrang heb. Maar gelukkig geef jij me heel veel ruimte binnen die vrijheidsdrang, daarom kan ik ook gehoorzamen wanneer dat nodig is.
M: Dank je wel. Ik hou van je, je bent echt mijn maatje.
K: Wederzijds.

250924 – 251001

Wat de uitnodiging van de roek teweeg brengt

Lieve AnimalTalk liefhebbers, weer een nieuwe blog. En deze keer van een nieuwe afzender. Als healer, reader en dierentolk kreeg ik de uitnodiging van Piek en Eddy om af en toe eens een gast blog te maken voor AnimalTalks. Hierop ingaan voelt als uit de kast komen, alhoewel ik sinds een jaar of twee bijna dagelijks consulten geef en mijn website begin dit jaar live ging (met bewust een lage vindbaarheid, dat wel). Een beetje spannend vind ik dit. Maar de roep om de wijsheid van de dieren te delen is sterk.

‘Toevallig’ kwam het heel goed uit als mijn eerste blog deze week zou uitkomen. Ook heel ‘toevallig’ had een cliënt vorige week een vraag over een grote zwerm roeken. Ze waardeert deze prachtige en beschermde vogels, alleen houden ze haar elk jaar wekenlang vanaf 5 uur ’s morgens uit haar slaap. Dit vindt ze zacht uitgedrukt ‘minder’. Haar open en neutrale vraag was wat hun plannen zijn. Het onuitgesproken gevoel is dat ze het fijn zou vinden als ze een andere locatie zouden vinden. Deze vraag kwam overigens na afloop van een telefonisch consult met haar eigen dieren op. Vanzelf verplaats ik mijn aandacht naar de zwerm roeken.

De roeken laten me zien hoe ze op de dakrand van een appartementengebouw verzamelen. Het gebouw staat in een stedelijke omgeving, maar ook enigszins aan de rand ervan met weilanden erachter en hoge bomen in de buurt. En voor het appartementengebouw zie ik een parkeerplaats en een tegenoverliggend appartementengebouw en ook wat bomen en groen. De vogels op de dakrand hebben de wijde natuur achter zich en de stedelijke omgeving en activiteit voor zich. Ze hebben het fijn; ze keuvelen met elkaar en ik voel cohesie en ontspanning in hun zwerm. De cliënt herkent dit beeld.

Dan komt de leider van de zwerm naar voren en die begint meteen tegen me te praten. Kennelijk wil hij zelf ook graag contact over de kwestie, want ik had me nog niet eens netjes kunnen voorstellen. Hij vraagt: “Welk alternatief wordt geboden voor een andere plek, want we zijn immers vrij.” Béng, meteen tot de kern komen. Dit is wat ik zo herken in communicatie met dieren. Hij vraagt het overigens net zo open en neutraal als de vraag van de cliënt was: oordeelloos.

Wat me raakt in zijn openingsvraag en -statement is dat hij hun vrijheid niet afbakent of verdedigt, maar zich kennelijk vrij voelt om als vanzelf open te staan voor alternatieven. Hoe mooi. Hij zegt erbij dat het overigens maar een korte tijd in het jaar is dat ze ’s morgens veel geluid maken. Een aantal weken. Hij laat zien dat ze dit doen ze als ze nesten hebben en er jongen zijn. Ook vertelt hij wanneer in het jaar ze hun plek kiezen. Dan zegt hij tegen de cliënt: “Dus je hebt mijn uitnodiging om de hele winter over een alternatief na te denken.”

De cliënt is een beetje verrast dat ze zelf een uitnodiging krijgt om over een alternatief na te denken. Ze wil eerst nog graag weten of er plannen zijn om in het plantsoen te gaan nestelen (alhoewel ze de roeken liever niet op dat idee wil brengen door het stellen van deze vraag). De leider van de zwerm was meteen heel duidelijk; de roeken willen hun jonkies graag vrij laten opgroeien en uitvliegen. Zonder menselijke pottenkijkers.

Vervolgens laat hij zien dat ze zo graag op die dakrand zitten omdat ze zelf een soort pottenkijkers zijn. Ze vinden het heerlijk om te zien waar de mensen zoal mee bezig zijn. Hij zegt, het is alsof we naar het theater gaan. Het is heel leuk om gade te slaan wat er allemaal in het mensentheater gebeurt. Elk uur van de dag is er een nieuwe voorstelling. “Maar”, zegt hij, “het theater is geen plek voor nestelen. Dat doen we ergens anders, waar we de jonkies beter kunnen begeleiden en beschermen.”

Terwijl ik dit terugkoppel aan de cliënt, merk ik dat de roekenleider doorgaat met informatie geven. Er is een jonge, toekomstige leider in beeld die hij – met veel vrijheid – aan het opleiden is. De roekenleider geeft aan dat de zwerm gaat splitsen als de jonge leider klaar is om te gaan leiden. Ze zijn samen aan het kijken naar ieder een eigen plek voor de toekomst. En dat kan ook ergens anders zijn. Nuchter merkt hij op dat de mensen hun huizen immers niet kunnen verplaatsen en de roeken wel.

Vervolgens neemt hij me mee in hun onderzoek naar alternatieven. Hij laat heel hoge boomkruinen zien in het buitengebied in de buurt van het appartementengebouw. Hij laat daar een omgeving zien die ik aan de cliënt omschrijf als lijkend op een stadion in de buurt van weilanden. Ik zie namelijk sportvelden, hoge lichtmasten en een komen en gaan van mensen. De roeken vinden het buitengebied erg fijn om te foerageren. En ze willen hoogte om het struweel en de weilanden te kunnen overzien. En er moet menselijke reuring zijn, want ze houden van theater. Deze plek, die meerdere mogelijkheden voor de roeken biedt, ligt vrij dicht bij het appartementengebouw alleen de andere kant op.

“Nou,” zegt de cliënt, opnieuw een beetje verrast, “dit gebied ligt inderdaad hierachter.” Er blijken voetbalvelden te zijn en er staan veel grote populieren en een aantal lichtmasten. Ze reflecteert erop hoe transformerend de uitnodiging van de roekenleider voor haar is. Want eerst voelde ze toch wat irritatie naar de vogels als ze met zovelen tegelijk hun kenmerkende, doordringende geluid maken. Inmiddels voelt ze warmte, zachtheid, respect en liefde voor hun aanwezigheid dankzij de open uitnodiging van de roekenleider om mee te kijken naar alternatieven. Ze vraagt me hem te bedanken.

Zelf vind ik het erg mooi dat de uitnodiging van de roekenleider deze transformatie teweeg brengt. In zachtheid is het makkelijker om je vrij te voelen om andere opties te verkennen. En daar dan open over te zijn. Een prachtige boodschap over leiderschap.

Nog even terug naar de opening van deze blog. Ook ik kreeg een uitnodiging. En ook ik voel zachtheid en vrijheid om andere opties in het leven te verkennen, zoals bijvoorbeeld de communicatie met dieren. En ook ik merk dat ik daar steeds opener over ben. De roekenleider herinnert mij hieraan. Daarom krijgt hij het podium voor deze eerste gast blog. Bedankt voor jullie aandacht.

Barbette de Graaf

Gesprek met een walvis

Jaren geleden was ik in Zuid-Afrika als keynote spreker op een conferentie. Ik was er nog nooit geweest en was enorm onder de indruk van de geweldige natuur en dierenwereld. Maar ja, mijn doel was spreken op een conferentie en natuurlijk had ik wat tijd ingeruimd om ook wat van de omgeving te zien en van de bijzondere dierenwereld. Ik nam de kans waar om naar Walvisbaai te gaan om voor het eerst van mijn leven kennis te maken met deze unieke dieren. Zittend op de oever zag ik de walvissen langs zwemmen en ik was enorm onder de indruk. Ik was me er toen nog totaal niet van bewust dat je met dieren kon communiceren, zoals ik dat tegenwoordig geleerd heb. Maar ik kon wel contact maken en voelde een verbondenheid die tot op de dag van vandaag in stand is gebleven. Maar dat betekent dat ik ook nu met ze kan ‘praten’ en dat wil ik vandaag weer oppakken.
M: Dag walvis, we hebben elkaar lang geleden in Zuid-Afrika bij Walvisbaai ontmoet en je hebt je waarschijnlijk toen aan me getoond, maar dat weet ik niet zeker of je dezelfde walvis bent als ik toen heb gezien.
W: Of ik dezelfde ben of niet is niet van belang, we zijn een grote groep en je hebt kennisgemaakt met onze groep en daarmee behoor je tot de groep.
M: Dat klinkt wel heel welkom, dank je wel.
W: Wat is je reden om nu contact op te nemen? Of wil je gewoon een babbeltje maken?
M: Nee ik kreeg een verhaal toegestuurd van Orka’s die een gewond walvisjong beschermden en normaal gesproken is zo’n walvisjong een prooi voor de Orka’s, maar nu beschermden ze het jong. Is dat een geloofwaardig verhaal?
W: Dank voor wat je vertelt, ook dieren beschikken over compassie (Ik moest de betekenis van compassie opzoeken, want ik zou denken dat we het hebben over empathie, maar compassie gaat veel verder.) en als er geen noodzaak is omdat ze honger hebben, kunnen ze heel liefdevol zijn naar andere dieren. Er bestaan veel voorbeelden van dit gedrag, de mens ziet het niet altijd, maar dit is geen ongewoon gedrag. Voorwaarde blijft dat er geen noodzaak is om te doden omdat ze honger hebben want dan neemt het instinct van jagen het over. Je kunt ook zeggen dan neemt de overlevingsdrang het over.
M: Dank je wel voor deze uitleg. Als ik het goed begrijp is ons menselijke beeld van vijanden in het dierenrijk veel genuanceerder dan ‘je bent altijd vijand van elkaar’.
W: Dat is juist. Dat ligt veel genuanceerder. Ik geef je een voorbeeld wat iedereen wel kent. In Afrika leven prooidieren en roofdieren gewoon naast elkaar. De prooidieren kunnen gewoon langs leeuwen lopen zonder dat de leeuwen ook maar iets ondernemen. Ze hebben geen honger op dat moment en dan zijn de Antilopen of Buffels of wat dan ook, geen vijanden maar gewoon medebewoners van het gebied. Ze lopen gewoon langs elkaar zonder aandacht aan elkaar te besteden.
M: Dat was een mooie uitleg, dank je wel hiervoor. Wil je nog wat kwijt?
W: Je mag best wat vaker met ons communiceren, we vinden dat wel leuk.

250924

Het gaat om het leven

Op 2 april schreef ik een blog over de muizen in het gebouw waar ik werk. Ik waarschuwde ze voor de vallen die gezet zouden gaan worden.

Inmiddels zijn we bijna vijf maanden verder en de muizen zorgen voor heel wat consternatie. Gillende collega’s, bovenop de stoel springend. Het klassieke beeld van mensen die onverwacht een muis ontmoeten.

Na een wat rustiger periode rennen ze nu weer vrolijk rond. Vooral in de late avond en nacht worden ze gesignaleerd maar ook eerder op de avond laten ze zich tegenwoordig zien.

Helaas heeft mijn ´goede gesprek´ met ze er niet toe geleid dat ze zijn verdwenen.

Terwijl er met man en macht aan gewerkt wordt om de muizen weg te krijgen, ga ik weer een gesprekje met ze aan.

Ze hebben er niet zoveel zin in. “Jij komt met nare boodschappen,” lijken ze zich te herinneren.

Een beetje schoorvoetend willen ze toch wel contact. “Jij had ons eruit willen praten,” hoor ik. “Ja, inderdaad, dat had ik een mooie stunt gevonden,” bevestig ik.

“We nemen het risico om te blijven. De kans om te overleven is groter dan om te sterven.”

Ik waardeer het optimisme van de diertjes.

Terwijl ik ze laat zien dat er een zero tolerance beleid gaat komen, komt bij de muizen de vraag op: “Waarom hebben jullie je dit gebouw toegeëigend?”

Dat is weer een interessante vraag. En het is ook niet uit te leggen, vind ik. Er was grond. Toen werd er gebouwd. En vervolgens vindt iedereen dat zich binnen die muren geen muizen, vliegen, muggen en zilvervisjes mogen bevinden. Op grond van wat vinden we dat? Ik kan het de muizen niet uitleggen.

“We komen niet om alles te veroveren,” aldus de muizen.

“Mensen vinden gewoon dat jullie weg moeten. Ze schrikken van jullie en vinden jullie vies.”

“Die vijandigheid voelen we.”

“Eh … en jullie laten poep achter.”

“Zo zitten we in elkaar. Dat floept eruit.”

Ik ben een slechte pleitbezorger voor mijn eigen soort. Ik begrijp de muizen te goed en ik vind het vreselijk leuke diertjes. Iedere keer als ik muizen spreek moet ik lachen omdat ik hun vrolijkheid en luchtigheid zo waardeer.

“Mensen moeten niet zo ingewikkeld doen,” vinden de muizen. “Je leeft gewoon waar je bent.”

“Okee, laat ik het jullie anders zeggen: deze omgeving wordt gevaarlijk terrein voor jullie. De gaten gaan nu echt dichtgemaakt worden (men dacht dat alles al dicht was) en er worden drie keer zoveel vallen neergezet.”

“Ach… je weet toch hoe het gaat? Het gaat om het leven. En is het klaar dan is het klaar.”

Het is een nuchtere constatering, geen onverschilligheid. Het gaat de muizen om de beleving. Ik wou dat wij ook zo in het leven stonden.

 

NB Komisch detail: Degene die de gaten dicht zou maken was ziek. Mijn collega’s besloten zelf actie te gaan ondernemen en hadden het over de aanschaf van het klassieke muizenvalletje. “Moet Piek werken?” vroeg men zich af. “Nee? Nou, neerzetten dan. En zorgen dat ze het niet ziet want ze is in staat om de muizen te gaan reanimeren.”

Er is een muizenverantwoordelijke aangesteld en die schrok toen ze mij binnen zag komen. Op het moment dat ik overdracht had met collega’s is zij snel alle valletjes nagegaan om te kijken of er geen muis in zat.

De grap is dat ik me niet heb uitgesproken over het al of niet zetten van vallen. 

Hyronimus over reincarnatie bij dieren

M: Vandaag wil ik graag met je praten over een spiritueel onderwerp. Kun je me daarbij helpen?
H: Fijn weer van je te horen en ik verwacht dat het wel zal lukken. Wat dacht je van de gedachte aan reïncarnatie maar dan bij dieren?
M: Dat lijkt me een mooi onderwerp, maar het zet natuurlijk voorop dat je de wet van karma accepteert.
H: Uiteraard, maar die wet kent bijna iedereen, hetgeen niet wil zeggen dat alle mensen dat accepteren, want in sommige gevallen komt het niet overeen met het geloof dat mensen hebben, soms is dat zelfs strijdig.
Ik zal kort de basis van de wet uitleggen. Aan de basis staat de wet van evenwicht, actie leidt tot reactie, een basiswet, ook voor de westerse wetenschap. Als er een groter geheel is dat je God of Allah of Boeddha of Krishna of wat dan ook noemt, dan geloof je dat er een grotere macht achter de schepping ligt. Er is een grotere intelligentie die alles heeft geschapen, maar ook nog steeds schept. Dus je kunt je voorstellen dat een actie ook een uitgestelde reactie kan veroorzaken, een reactie met een geheugen. Het hoeft niet zo te zijn dat als je met een hamer op je duim slaat dat je meteen pijn hebt. Het kan ook zijn dat je een bloeduitstorting krijgt met een klein wondje die gaat ontsteken en dat je daarna pas echt pijn krijgt. Dat is een vorm van een uitgestelde reactie. Nog steeds heel snel, maar toch al een beetje uitgesteld. Sommige reacties worden zolang uitgesteld dat je er pas veel later een reactie op krijgt.
Stel je bent een moeder en je hebt een slecht huwelijk, je raakt aan de drugs als troost en je raakt helemaal in de vernieling. Het kan zijn dat je een kind had dat daardoor ook in ernstige problemen komt. Jullie hebben een band, de vader overigens ook en hij krijgt ook zijn aandeel in de reactie die de acties van jullie als ouders hebben veroorzaakt. Nu krijg je de reactie pas in een volgend gemeenschappelijk leven. Het kind is nu de ouder en de moeder is nu de dochter. Het kind krijgt de gelegenheid om aan de drugs te raken en in dezelfde fout te vervallen als de moeder (nu het kind) in een vorig leven. Maar het kind maakt de gezonde keuze en trapt niet in de verleiding van de drugs en wordt uiteindelijk een gewone jonge vrouw met een gelukkig leven. De moeder uit de vorige incarnatie heeft als reactie een leermoment voor zichzelf gekregen en die is op de goede manier opgelost. Maar ook voor de moeder, voorheen de dochter, is dit een leermoment dat ze meekrijgt. Om het niet al te ingewikkeld te maken heb ik andere relaties als de vader en broers en zussen en andere vrienden weggelaten. Het is al ingewikkeld genoeg.
Basis is dat de actie van de moeder in de vorige reïncarnatie een reactie als dochter in het huidige leven als gevolg heeft. Bedoeld als leermoment. De wet van karma wordt vaak als negatief afgeschilderd maar daar is geen sprake van. Je krijgt als ziel op deze Aarde, ook als dier, de kans om te groeien als ziel. De wet van karma helpt je daarbij. Je krijgt vergelijkbare kansen die je in eerdere levens hebt gehad, maar toen niet of onvoldoende hebt aangegrepen, opnieuw in een andere setting, maar je krijgt dezelfde groeikans. Maar omdat jouw acties ook invloed hebben op de levens van mensen en dieren om je heen, is de directie oorzaak en gevolg vaak niet te onderscheiden. Bovendien vergeten we onze vorige levens als we op Aarde zijn en lijkt het of we weer blanco moeten beginnen.
M: Dat was best ingewikkeld en dat is slechts de wet van karma uitgelegd. Hoe gaat het nu verder met reïncarnatie van dieren?
H: Omdat dieren geen individuele ziel hebben, maar deel uitmaken van een groepsziel, is de wet van evenwicht, vertaalt in de wet van karma iets anders, maar vergelijkbaar.
Ik zal weer proberen een voorbeeld te geven in een sfeer die we allemaal kunnen begrijpen en die sommige van jullie zelfs herkennen. Je moet daarbij bedenken dat reïncarnatie over een lange serie van levens gaat, tientallen en soms honderden. En dat is allemaal om je ziel te laten groeien. Zelfs als je deel uit maakt van een groepsziel, kan je ziel groeien. Ik heb dat al eens uitgelegd. Je kunt een groepsziel beschouwen als een vijver waarin in eerste instantie niets onderscheiden kan worden. Maar na verloop van tijd zie je een soort waterbellen in het water, het is dezelfde substantie maar er zit een klein randje omheen, maar het maakt wel onderdeel van het geheel uit. Dat is de groepsziel met een beperkte eigen ziel. Die bellen, individuele losse onderdeeltjes die wel onderdeel van het geheel zijn, kunnen ook groeien door hun levens. Nu naar het voorbeeld. Je hebt een hondje uit het asiel gehaald. Het blijkt een voormalige straathond uit een oost Europees land te zijn. Gered van straat, maar met wel al zijn straat overlevingsinstincten en de daarbij behorende eigenschappen. Dat is dus lastig in je huidige omgeving, want het dier zal angsten hebben, sommige mensen niet willen vertrouwen en dit soort lastige eigenschappen. Maar het krijgt de kans om dat dit leven nog te veranderen doordat het nu in een huisgezin is opgenomen. Dat is een kans, is het hondje voldoende los van haar trauma’s uit haar straatleven, dan kan ze leren vertrouwen te krijgen en als ziel te groeien. Stel dat lukt allemaal en jullie krijgen een heel bijzondere band. Honden hebben nu eenmaal een veel korter leven dan mensen en het hondje sterft, maar jullie hebben die bijzondere band nog steeds. Jullie missen je hondje in het gezin en na verloop van tijd kriebelt het weer en komt er een nieuw hondje. Heel ander soort hondje, maar het vertoont eigenschappen die de vorige hond ook had. Bijvoorbeeld ze steelt altijd een koekje van tafel, slechts één, nooit meer. Jullie nieuwe hond doet dat ook, steeds heel sneaky slechts één koekje. Jullie herkennen meer eigenschappen van het vorige huisdier. Het is waarschijnlijk dat jullie wederom bij elkaar zijn gekomen om samen te groeien. Voor het hondje kan het soms zelfs zover groeien nabij mensen, dat je een soort van individualisatie proces op gang ziet komen. Het hondje krijgt een eigen persoonlijkheid en voor een belangrijk deel ook een eigen ziel. De hond kan doorgroeien op deze wijze en op den duur zelfs een geheel eigen ziel krijgen en kan dan als een ander dier of zelfs als mens geboren worden. Maar dan hebben we het over zeer langdurige processen, van wel honderden jaren. Kijk naar een hulphond, die zijn zo op mensen gericht en om te dienen, daarmee krijgen ze als ziel veel kansen om te groeien.
Ik hoop dat ik hiermee het geheel een beetje duidelijk heb gemaakt. Het is en blijft natuurlijk een lastige materie, of juist geen materie, grapje.
M: Dank je wel. Ik heb het kunnen volgen, ik hoop dat de lezers er net zo over kunnen denken. En als je dit volstrekt afwijst omdat het niet in je systeem past, is dat OK. Het kan cultuur of religie gebonden zijn om dit niet te kunnen accepteren.

250909

Wié hoort je?

Ik zit in het bestuur van de stichting DierenPerspectief en ineens ben ik benieuwd wat dieren er eigenlijk van vinden dat we op deze manier bezig zijn.

Als ik ‘de lijn opengooi’ komt er meteen een koe naar voren die me vermoeid laat weten dat wij als mensen zo enorm georganiseerd zijn. Ze lijkt er doodmoe van te worden.

Door haar ogen zie ik hoe complex wij inderdaad alles georganiseerd hebben. Een verandering proberen te bewerkstelligen in die hele complexiteit lijkt haast onmogelijk.

Samen met de koe dreig ik even in wanhoop te verdrinken. Dan laat de koe me iets moois zien: koeien hebben vaak een bepaalde route, een bepaald pad, dat ze lopen. Maar als je er iets van afwijkt en die route volhoudt, dan kom je heel ergens anders uit dan wanneer je de vaste route aanhoudt. Er is dus hoop…

We gaan even terug naar de complexiteit van hoe wij alles op- en ingebouwd hebben als mensen. “Alles zit zo klem,” laat de koe weten, “daardoor zitten jullie zelf ook klem. Het natuurlijke is verdwenen.”

Ze laat zien dat de stallen bestaan uit looproutes, piepjes, harde geluiden. Om knetterdol van te worden.

“Wij willen gewoon rust. En gewoon leven. In rust. Wij willen geen overspannen kop.”

“Wat vind je er dan van dat er mensen zijn die willen proberen om het leven voor jullie beter te krijgen?”

“Het is een druppel op een gloeiende plaat,” laat de koe weten. En ik zie meteen een druppel voor me die sissend verdwijnt zodra de plaat aangeraakt is. Om moedeloos van te worden.

“Er komt geen natuurlijke verandering meer,” wrijft de koe me nog es extra in. “Er komen alleen nog maar éénduidiger looproutes. Recht de fuik in. Je mag blijven roepen, maar wie hoort je?”

Ze laat me zien hoe de koeien een fuik in lopen en hoe het hele systeem zich vastdraait. Ook in zogenaamd diervriendelijk gedrag. Al de technische ontwikkelingen is niet wat deze koe wil. Ze wil het natuurlijk: buiten, waar het heerlijk is en waar rust is. Een stal zou een rustige slaapplek moeten zijn, geen lawaaiige fabriekshal.

“Die hóófden van mensen…” verzucht de koe, “zó vol…”

De koe laat me zien hoe zij hun leven ziet: lopend naar een vleesmolen, onderweg uitgemolken wordend.

“Het gaat jullie om ons gebruik, niet om ons leven.”

Hoe deprimerend wil je het hebben.

“Heeft het wel zin dat een aantal mensen het probeert te veranderen voor jullie?” vraag ik.

“Natuurlijk wel! Maar nogmaals: wié hoort je?”

Ik zit inmiddels diep in de rotgevoelens en uitzichtloosheid. De koe reageert daarop: “Ja hoor eens, als het antwoord je niet bevalt had je de vraag niet moeten stellen.”

Houtduif meldt zich

Ik moet een blog plaatsen en dus wil ik een gesprek voeren maar heb geen idee wat ik zal doen. Ik ga zitten en wacht wat er binnenkomt. Er meldt zich een houtduif en ik denk wat moet ik daarmee, ik zie hem niet en ik vind het eigenlijk wat onnozele dieren. Dat is natuurlijk tegen de zere poot van de duif. Dus hier het gesprek.
M: Waarom kom jij bij mij binnen?
D: Simpel omdat je je open stelde en ik dacht, laten we eens kijken wie dat nu is.
M: Dus nieuwsgierigheid van jouw kant?
D: Dat kun je wel zeggen, maar ik merk ook dat je een vooroordeel over ons hebt. Waarom?
Tja, en daar val ik dus door de mand. Want we lezen elkaars gedachten en ik gaf net aan het wat onnozele dieren te vinden en dat moet ik nu verantwoorden. Succes Eddy Mulder.
M: Ik probeer als mens zo oordeel loos als mogelijk te zijn, maar dat is niet altijd eenvoudig. En op het punt van de houtduif valt me altijd op dat als jullie op straat zitten om de gevallen en kapot gereden beukennootjes en eikeltjes te eten, jullie zo laat pas wegvliegen. Ik moet altijd remmen om te voorkomen dat ik een houtduif raak. Dat vind ik onnozel gedrag. Sorry dat ik dat zo recht voor zijn raap zeg. Het spijt me. En doordat jullie steeds zo laat opvliegen worden jullie ook gemakkelijk door de vos gepakt.
D: Daar hoef je geen spijt van te hebben. Dat is jouw waarneming en wij zijn inderdaad wat slow motion in dit soort dingen. Ik zal proberen dat uit te leggen. Wij horen het mogelijke gevaar aankomen en kijken dan op, maar onze ogen zijn niet zo scherp op grote en bewegende voorwerpen. Dus zijn we aan het scherpstellen om te zien of dat reden is om weg te vliegen. Maar dan zijn we soms wat laat en doordat we best wel zwaar zijn, komen we niet zo gemakkelijk van de grond. En ja, dan gaat het soms wel eens mis.
M: Maar dan zouden jullie als groepsziel dat toch zo langzamerhand wel geleerd moeten hebben door al die aangereden duiven en nog steeds zijn jullie wat traag in je reactie.
D: Misschien is het ook wel een karakter eigenschap, we leven open en tevreden en zien niet zo snel het gevaar voor ons leven, misschien een beetje te goed van vertrouwen?
M: Daar lijkt het wel op. Wat onderscheid jullie van de andere duivensoorten als de postduif of de tortelduif?
D: Wij komen het meest voor en we zijn de grootste duivensoort. Maar er zijn wel veel soorten duiven die zeker niet allemaal vergelijkbaar zijn. Dus om dat allemaal te weten moet je niet bij mij zijn.
M: Heb jij nog iets toe te voegen aan ons gesprek?
D: Ja, we zijn de meest voorkomende duivensoort en we zijn wat onnozel volgens jou en er mag op ons gejaagd worden, hoe kunnen we dan met zoveel duiven zijn?
M: Dat is best wel een goede vraag. Want ook met het broeden zijn jullie niet zo handig. Jullie maken een slordig nest en regelmatig vallen de eieren gewoon door de gaten in het nest, dus ook dat onderdeel is niet jullie sterkte eigenschap.
D: Daar staat tegenover dat we best wel veel jongen in een jaar kunnen produceren. We kunnen tot wel drie keer per jaar jongen groot brengen. Dus zo doen we dat toch weer slim.
M: Misschien moet ik van het woord onnozel een beetje onhandig maken. Voelt dat beter?
D: Jazeker, dat is een heel andere benadering, daar spreekt geen oordeel uit maar een liefdevolle benadering.
M: Dat heb ik hierbij mijn mening aangepast.
D: Ik ben tevreden en nog een fijne dag.

250827

 

Kijken is niet gevaarlijk

Een paar dagen geleden werd ik verrast door een kitten dat nieuwsgierig zat rond te kijken. Vanaf toen zag ik hem elke dag even. Tijd voor een praatje.

Op het moment dat ik contact maak, schiet hij weg in mijn beeld. Al snel laat hij zich weer zien. Hij wil wel es onderzoeken wie ik ben en hoe ik op deze manier contact kan maken.

Ik begin het contact met te laten zien dat ik eigenlijk vind dat kittens een thuis moeten hebben waar ze veilig kunnen opgroeien. Met dat ik het denk, realiseer ik me dat dat mijn idee is. En inderdaad: het katje vindt geen aansluiting bij mijn denken. Hij vindt dat hij op een goede plek terecht is gekomen. Ik zie allemaal kleine, beschutte verstopplekjes en over elkaar spartelende kittens.

Toen ik het diertje voor het eerst zag, meen ik dat er 2 of 3 andere kittens wegschoten. Het diertje beaamt dat het een gezellig nest is. Hij laat zien dat ze spelen, oefenen en steeds sterker worden.

Ik haal het beeld naar voren toen ik hem voor het eerst zag. Hij zat op pallets en keek ons aan terwijl we met een auto bezig waren.

“Vond je het niet gevaarlijk?” vroeg ik, met het oog op hoe dicht hij bij ons zat.

“Kijken is niet gevaarlijk,” krijg ik als antwoord.

Ik zeg het diertje dat ik dieren altijd wil aanraken als ik ze zie. Hij vertelt me meteen dat dat niet nodig is. Contact kan ook van afstand.

“Er zijn hier heel veel katten,” vertel ik hem. “Ja, en ze laten etensrestjes liggen,” vult hij aan. Mooi, weet ik meteen hoe ze zich voeden naast het voedsel dat ze krijgen van hun moeder.

Ik vertel het diertje dat ik hem heel dapper de wereld in vind kijken. Hij voegt toe dat hij nieuwsgierig is en graag dingen onderzoekt.

Onbewust denk ik aan de vrachtwagens die op dit terrein rijden en de vuilnis die gestort wordt. Zijn de kittens wel veilig?

“Plekjes vinden is geen probleem,” haakt het katje in op mijn beelden/gedachten.

Door moeheid ben ik even in slaap gevallen. Het katje laat zien dat hem dat ook wel overkomt. Gewoon de draad weer oppakken, is zijn advies.

“Nou, ik hoop je nog vaak te zien. Want ik kijk nu natuurlijk altijd of je er bent. Je hoeft niet bang te zijn.”

“Het gaat niet om bang zijn maar om jezelf veilig stellen,” zegt de kleine kat. Ik interpreteer het meteen als bang als hij wegschiet, maar hij heeft gelijk als hij opmerkt dat het het belangrijkste is om eerst het lijf veilig te stellen. Weer wat geleerd van een kitten!