1000 kilo liefde

Stieren … als je dit woord zegt denk ik dat iedereen er meteen een beeld bij heeft. En vaak niet een positief beeld. Wat is ons toch weer allemaal aangepraat … ?

De eerste keer dat ik met een stier communiceerde zat ik tegenover hem. Hij in z’n binnenhok met stevige ijzeren buis ervoor en ik op een baal stro. Ik was verrast door zijn lichtheid en humor. En zijn enorme levendigheid. Hij was nog jong en verrassend potent in de zin van krachtig/sterk. Hij nodigde me uit om in zijn hok te komen zodat we samen konden spelen. Ik heb zijn aanbod lachend afgewezen. In de jaren daarna heb ik niet meer met stieren gecommuniceerd maar zijn lichtheid is me altijd bijgebleven.

Op een dag leerde ik Trudy kennen via de telefoon. Tot mijn verbazing was zij al jaren innig bevriend met stieren en ze vroeg mij even mee te kijken bij haar laatst overgebleven stier. Om eerlijk te zijn: er ging een wereld voor me open en ik moet zeggen dat ik me eigenlijk schaam dat ik zo lang ben meegegaan in de aanname dat stieren gevaarlijke dieren zijn. Wat doen we deze diersoort met z’n allen toch aan…

In 2024 heeft Trudy haar boek uitgegeven waarin ze verteld over 23 jaren omgang met stieren.

Ik beveel dit boek van harte aan om te gaan lezen en je te laten meevoeren in de innerlijke wereld van stieren.

Ik citeer een paar zinnen uit het boek:

“Met dit boek gaat een wereld voor je open, de wereld van stieren: magnifieke liefdevolle dieren, betrouwbaar, met een groot empathisch vermogen en openstaand voor een respectvol contact met de mens.”

“Hoe denk jij over stieren? Vorm jij je éigen mening? Ik vertel jou met mijn verhalen hoe stieren in wezen zíjn. Hoe stieren wórden door het gedrag van de mens als gevolg van te weinig aandacht, geen lichamelijk contact, geen genegenheid en geen respect, dat is niet hoe stieren in wezen zijn. Dat ze te eten krijgen en lichamelijk goed verzorgd worden is niet voldoende. Talloze onderzoeken hebben aangetoond dat baby’s en jonge dieren doodgaan als ze genoeg eten en drinken krijgen, maar daarbij geen liefde en aandacht krijgen. Wat denk jij hoe je hond reageert als die alleen een bak eten voor zijn neus krijgt en er verder geen sociaal contact is? Dan krijg je een onzekere, wantrouwende hond. We weten allemaal dat we een fijne, zorgzame hond krijgen als we de hond aandacht en liefde geven. Bij een stier (en elk ander dier) geldt hetzelfde!”

“Als dit boek uitkomt, zijn mijn stieren niet meer in leven en is er geen gelegenheid meer om mijn dieren in levenden lijve te kunnen ontmoeten. De enige manier om jou het unieke van deze wezens te laten ervaren, is door middel van een boek.”

“23 jaar contact en onderzoek hebben geleid tot dit boek. Jaren van bewondering, verwondering, verdriet, vreugde, maar vooral stil worden en met hen afzakken naar een bewustzijnsniveau waar alleen liefde en rust is. Ik hoop met dit boek te bereiken dat je je openstelt om hen te leren kennen. Deze dieren, stieren, kunnen je leven verrijken met hun kennis, hun onvoorstelbaar grote compassie en empathie.”

Het boek is te bestellen door een mailtje te sturen naar Trudy: trudy.de.ruiter@hetnet.nl

Kaila gooit baas omver

Mijn vrouw en ik komen thuis van boodschappen doen, we zetten onze tassen neer en kletsen nog even. Kaila rent op mij af en springt tegen me op en ik ben daar totaal niet op verdacht. Ik klap dubbel en val achterover tegen een kast en de muur. Er valt van alles op de grond, maar ik gelukkig niet. Maar Kaila is natuurlijk heel erg geschrokken en trekt zich meteen terug en is duidelijk droevig.
Ze doet dit altijd als ik thuis kom en zo begroeten we elkaar, maar ik was zo in gesprek met mijn vrouw dat ik er dit keer niet op voorbereid was. Echt een ongelukje dus.
Ik heb Kaila direct uitgenodigd om samen op bed te gaan liggen, heel dicht tegen elkaar aan en zo was het gelukkig snel weer goed tussen ons. Het is nu een paar dagen verder en tijd voor een gesprekje.

M: Lieve Kaila, weet je nog van enkele dagen terug toen ik bijna op de grond viel van jouw sprong ter begroeting?
K: Zeker weet ik dat nog, het was een nare botsing. Ik was bang dat ik je pijn had gedaan en voelde me schuldig dat je bijna gevallen was.
M: Gelukkig heb ik me geen pijn gedaan. En ik voelde me schuldig dat ik niet meteen aandacht voor jou had, terwijl ik dat anders wel altijd heb.
K: Ik was heel blij dat je me meteen mee nam om een lekkere lange knuffel op bed te doen samen. Dat bracht ons weer heel dicht bij elkaar. Misschien had ik dit keer ook wel een te grote aanloop genomen, waardoor ik met een stevige vaart tegen je op sprong. Niet handig van mij. Normaal heb ik iets meer geduld, maar ik was gewoon blij jullie weer te zien en dan hoort een staande knuffel erbij voor mij.
M: Dat is ook prima, ik ben ook altijd blij met jouw lieve knuffel bij thuiskomst. Maar goed, dit heeft nu wel een hoog knuffel gehalte, heb je nog iets anders te melden?
K: Ja, ik merk dat je reisplannen aan het maken bent voor ver weg, in tijd en in afstand. En dat jullie samen willen gaan. Kan ik met jullie mee?
M: Nee, dat gaat niet, je kan bijna iedere vakantie met ons mee en daar plannen we onze vakantie ook altijd op. Maar dit keer gaan lief en ik samen afscheid nemen van mijn vrijwilligerswerk ver weg in India en daar zou het voor jou niet fijn zijn om mee te gaan. We gaan een hele fijne oplossing voor je vinden. We hebben al wat in het hoofd, maar dat ga ik nu niet uitspreken.
K: Dat hoeft helemaal niet, ik weet wat je in je hoofd hebt, dat lijkt me eigenlijk wel erg leuk. Dat zou voor mij ook wel een beetje vakantie zijn. Ook al zal ik jullie heel erg missen.
M: Maar Kaila, dat duurt nog heel lang. Maak je dus nu maar niet druk hierover.
K: Dat doe ik ook niet, maar ik ving dat gewoon bij je op. Je weet wij dieren verstaan de kunst om in het nu te leven. Dat betekent niet dat we niet vooruit kunnen kijken, maar dat zal de pret van nu niet bederven.
M: Mooi gezegd. Wil je nog iets anders kwijt?
K: Nee, ik ben tevreden en hou van je.
M: Dat is wederzijds en daar genieten we heel erg van.
250422

 

De overgang

Iedereen die met dieren leeft wordt geconfronteerd met de dood. Door hun levensduur maken we immers vaker mee dat een van onze dierenvrienden sterft, dan een van onze mensenvrienden. Mensen denken wel eens dat dieren altijd weten hoe het sterven en de dood is. En dat ze daar meteen in berusten. Maar dat is niet mijn ervaring.

Ik word namelijk wel eens benaderd door mensen die nog erg met het overlijden van hun dier zitten. Het voelt ergens niet goed voor ze, ondanks dat ze veel ervaring hebben met overlijdens van vorige dieren.

De ervaring leert dat het in al die gevallen zo is dat het dier nog niet volledig heeft kunnen overgaan naar zijn bestemming. Ik tref zo’n dier dan altijd in een impasse: het kan niet verder en zit een beetje z’n tijd uit. Zo van: wat nu?

De redenen kunnen heel verschillend zijn. Soms is een overlijden te plotseling gegaan en is het niet duidelijk voor een dier wat er precies gebeurd is. En soms werkte het lichaam niet mee terwijl de geest nog wel wilde doorleven hier op aarde.

Ik vind het altijd mooi om te zien dat het altijd klopt als mensen bij mij aankloppen. Want er is dan inderdaad altijd iets wat nog aandacht vraagt.

Het leuke is dat de mensen die mij benaderen zelf ook sensitief zijn. Ik kan het dan ook rustig aan hen overlaten om ‘in de geest’ het laatste stukje met elkaar door te brengen zodat beiden door kunnen.

De veroordeelde boom

Deze boom bescherm ik al ruim 15 jaar, toen liet ze een hele grote zware tak vallen met een groot litteken tot gevolg. Iedereen wilde de boom kappen, maar ik liet zien dat ze zich heel goed herstelde, kijk maar naar de zuilen die ze naast het gat heeft gemaakt. Maar nu lijkt beschermen niet meer te lukken, ze ter dood veroordeeld, als je kijkt naar de versierselen die ze om heeft gekregen. Tijd voor een gesprek.

M: Dag mooie boom, kunnen we met elkaar in gesprek?
B: Jazeker.
M: Hoe voelt het nu dat je veroordeeld bent?
B: Niet fijn, ik berust er wel in. Zo is mijn leven als boom nu eenmaal.
M: Ja, ik begrijp dat je er niets tegen kunt doen. Maar jouw gevoel kan zich toch verzetten? En als wij een goed gesprek hebben waaruit komt dat je zelf denkt dat je nog jaren daar kunt blijven staan, dan kan ik proberen alsnog mijn invloed uit te oefenen.
B: Dat lijkt me een goed idee. Laten we maar beginnen.
M: Hoe zie jij het inzake jouw levensduur? En kun je veilig blijven staan?
B: Inzake levensduur kan ik nog vele, vele jaren blijven staan. Dat heb je gezien toen ik de eerste keer een grote tak moest laten vallen, al lang geleden. Toen heb jij mij beschermd voor kappen. Maar nu ben ik ouder en ik heb al een keer een tweede grote tak moeten loslaten. En mijn wortels zijn niet meer zo sterk als ooit, je ziet dat ik een klein beetje scheef ben gezakt.
M: Maar denk je dat je nog veilig kunt blijven staan? Zeg voor vijf jaar?
B: Dat denk ik wel, maar ik moet een voorbehoud maken dat ik geen garantie kan geven bij heftige stormen. Die kunnen soms zo sterk zijn dat zelfs de sterkste boom dan niet kan blijven staan. Dus dat kan ik niet garanderen. Aan de andere kant als het zo erg stormt lopen er geen mensen in het bos en is het risico niet groot dat ik mensen kan beschadigen.
M: Dat klinkt goed. Maar wat met die ene grote tak die er wel een beetje buiten het evenwicht bij hangt.
B: Ik weet welke tak je bedoelt. Die zit nog steeds wel goed vast, maar ik kan er mee leven om die tak op te offeren als jullie je daar veiliger bij voelen en ik als boom nog kan blijven staan.
M: Ik ga kijken wat ik voor je kan doen. Dank je wel voor dit gesprek.
250409

Muizen in de val?

Ik werk in de zorg en het gebouw waar 24 mensen wonen is ook bewoond door muizen. Waar het begon met de signalering van 1 muis in de nacht, is het uitgelopen tot meerdere muizen in de nacht en ook in de avond worden de kleine vrienden gespot. Ik, als heldhaftige gezien door velen, plaatste vorig jaar een diervriendelijke muizenval. Maar ja, hoe gaat het in de zorg? Er is aandacht voor de bewoners maar een ‘detail’ als een muizenval wordt vergeten. De muis die voor de pindakaas ging is een wrede verstikkingsdood gestorven door gebrek aan zuurstof.

Collega’s hebben de ongediertebestrijding erbij gehaald en die concludeerden dat het hele pand bewoond wordt door muizen en dat het binnenkomen wel erg makkelijk gaat. Alles gaat rigoureus aangepakt worden. Tijd om met de muizen te gaan praten.

Als ik me meld bij de muizen lijkt het even of er vanuit verschillende hoeken een aarzeling is maar vervolgens komen er een paar muizen bij mij in beeld. Het lijkt een echt overleg zoals we daar met elkaar zitten.

Al snel wordt me duidelijk dat de muizen deze locatie als een paradijs zien en dat er verschillende families wonen. Ik begrijp hun lol maar moet ze toch vertellen dat er een bedrijf komt die er niet is voor het behoud van de muis. Ik geef ze twee opties: of sterven in het snoephuis of wegwezen. Ik laat ze zien hoe ze buiten hun plekjes kunnen vinden en ik moet toegeven: het gebouw is wel aantrekkelijk… Ik vertel de beste dieren dat het mijn voorkeur heeft dat ze verdwijnen. Niet alleen voor hun lijfsbehoud, maar ook ter meerdere eer en glorie van het communiceren met dieren. Het zou toch mooi zijn als blijkt dat alle muizen zijn vertrokken?

Maar het gaat er niet zo in bij de muizen. Het lijkt of ze niet vooruit kunnen denken en heerlijk in het moment blijven leven. Ik heb ze drie dagen voor de komst van het bedrijf gewaarschuwd en vandaag is de laatste dag dat ik ze kan adviseren om te verdwijnen. Want morgen start het hele theater. Ik tref vandaag zowel een luisterend oor als scepsis en afwijzing. “Goh, ik lijk wel een profeet,” zucht ik. Als ik het zo inschat heeft de meerderheid een houding van ‘we zien wel’. Ik zeg het ze nog één keer: “Vanavond is de laatste kans om naar buiten te gaan.”

Wordt vervolgd.

Wat begrijpen apen van de dood?

In de Volkskrant wetenschap bijlage van zaterdag 15 maart verscheen er een mooi artikel over ‘Wat dieren wel of niet begrijpen van de dood?’. Het artikel beschrijft een opkomende vakgebied, met de naam evolutionaire thanatologie, of ‘doodkunde’. Het artikel laat nog vele vragen open.
Het leek me een goede gelegenheid om eens aan de dieren zelf om een antwoord te vragen.
Uit het artikel: ‘Bij apen is het vaak zo dat moeders nog dagenlang hun pas overleden baby’s bij zich dragen, vertelt Gonçalves’ collega James Anderson, emeritus hoogleraar psychologie. Een verklaring kan volgens Anderson zijn dat de dieren het verschil niet zien tussen dood of bewusteloosheid. ‘Als een moeder te snel haar baby achterlaat terwijl die misschien nog leeft, verliest ze haar investering. Terwijl het voor een dier of eigenlijk zelfs de hele soort kan lonen om uit te gaan van de kans dat een familielid weer herstelt.’ Toch zijn zeker mensapen volgens Anderson intelligent genoeg om misschien méér door te hebben. ‘Maar we weten dat gewoon nog niet.’” En daar zou ik graag antwoord op willen hebben.
Ik zoek contact met een aap die onlangs haar jonge baby heeft verloren.

M: Is er ergens een aap die mij uit ervaring kan vertellen hoe het voelt als een baby kort na de geboorte overlijd?
Het blijft een tijdje stil en dan meldt zich een chimpansee die deze ervaring heeft.
M: Wil je met me praten en mag ik dat gesprek gebruiken om mensen te laten begrijpen hoe jij dat gevoeld hebt?
C: Ja dat mag en ik wil er nu wel over praten. Het is al enige tijd geleden en ik heb het er erg moeilijk mee gehad.
M: Wil je je je gevoelens daarbij alsjeblieft vertellen?
C: Ik zal het proberen. Ik ben best een ervaren moeder en heb regelmatig kleintjes en dat is steeds opnieuw een grote opwinding voor me en daar krijg ik ook respect voor van mijn medebewoners. Maar soms gaat het niet goed en is het jong niet gezond. Dit keer is mijn jong al na enkele dagen overleden en dat kon ik totaal niet aan. Normaal zorg je jaren voor je jong en nu overlijdt hij al na enkele dagen. Ik kon absoluut geen afstand doen van hem.
M: Besefte je wel dat hij dood was?
C: Ja, eigenlijk meteen, ik besefte dat hij niet gezond was en dat het heel moeilijk zou worden. Maar ik had niet verwacht dat hij zo snel zou overlijden. Dus heb ik hem een tijdje bij me gehouden.
M: Wat voor gevoel geeft jou dat om het jong bij je te houden?
C: Het is mijn baby, mijn baby, niet gewoon zomaar een jong, maar van mij. En dat kon ik niet loslaten. Normaal is jouw baby ook altijd bij je, pas heel veel later worden ze een klein beetje zelfstandig, maar in het begin zitten ze aan je vast. Ik wilde dat gevoel vast houden, maar besefte wel dat het anders was. De baby was niet warm en hield zich niet aan mij vast, ik moest het steeds vast houden, maar ik kon het gewoon niet loslaten.
M: Ik begrijp je gevoel. Je zegt dat het al een tijdje geleden is, ben je er nu wel overheen?
C: Ja maar het blijft een hele nare ervaring, hoewel het wel vaker voorkomt. Ik heb het ook al een keer eerder gehad, maar nu heb ik mijn jong echt lang vastgehouden.
M: Weet jij waar je leeft? Zodat ik kan begrijpen waar dit zich heeft afgespeeld?
C: Ja, ik ben in een dierentuin in de warme streken en ze noemen me Natalia.
M: Dank je wel voor dit mooie gesprek. Ik hoop dat het goed met je gaat en dat je nog hele mooie baby’s gaat krijgen. Wil je nog wat zeggen?
C: Dank je wel dat je dit vertelt aan de mensen, want de mensen die mij zo lang met mijn baby zagen rondlopen begrepen er niets van, maar dat is rouw. En ik hoop dat jij dat kunt uitleggen.

Ik zoek op internet naar dierentuin en Chimpansee Natalia en vind een aantal artikelen over dit bijzondere geval. Natalia heeft zeven maanden haar dode baby bij zich gedragen voor ze afscheid heeft kunnen nemen.

250324

De opgesloten kat

Aan boord leven twee jonge katten van bijna een jaar. Het zijn heerlijke belhamels die volop genieten van het leven. Binnen rennen ze achter elkaar over van alles en nog wat, ze klimmen in de hoge krabpaal tot aan het plafond. Buiten gaan ze op avontuur en hebben een goede schrikreactie als er gevaar dreigt.

We zijn helemaal blij met elkaar en ondanks dat er geen ritme in ons bestaan is, is er toch ook weer wel een ritme. Het valt dan ook op dat Roderick op een morgen niet komt eten. Uiteindelijk is hij 24 uur weg en heb ik al langs de waterkant gekeken (waar hij natuurlijk nooit kan liggen want een verdronken kat drijft weg) en heb ik al roepend buiten gelopen.

Ik begin niet eens aan contact maken want ik weet dat ik niet objectief open kan staan. De pendel is een optie en die geeft meteen aan dat Roderick dood is maar de reden is onbekend. Daar heb ik niks aan, weg met dat ding.

Ik app een van mijn dochters dat de kat weg is en zij merkt meteen op: zit hij niet ergens opgesloten? Dat kan niet, maar mijn hersenen gaan toch even aan het werk. 24 uur geleden ben ik in het vooronder geweest om iets te pakken. Zou hij….? En ja, hoor, ik open het luik en daar zit meneer op een tas. Hij lijkt even verbaasd dat het luik open gaat en dan komt hij in de benen en springt naar buiten.

Twee dagen later ben ik benieuwd hoe hij zijn opsluiting beleefd heeft.

“Het was stil,” merkt hij meteen op. “Heb je geslapen?” “Ja, dat geloof ik wel.” Hij geeft een gevoel door van acceptatie en berusting. Zo van: daar zit ik dan, en nu?

Ik probeer de situatie te reconstrueren en geef dat in beeld door aan hem. Ik hoorde wel een plof, keek nog achterom, maar zag niets dat gevallen was. Achteraf realiseer ik me dat dat de kat geweest moest zijn maar ik heb niks van hem gezien.

“Waarom was je ineens weg?” vraagt Roderick me. “Ik wist niet dat je daar zat, joh!”

Hij laat zien dat het een vreemde situatie was: de stilte, het donker worden. Zijn oplossing was rustig zitten en afwachten. Hij geeft niks van paniek door of actief proberen eruit te komen. Als ik hem goed begrijp heeft hij wel rustig geïnspecteerd of er een uitgang was.

Ik vraag hem hoe hij het vond dat hij er weer uit was. “Toen herkende ik alles weer,” geeft hij door. “De voorwerpen, de lucht, de dieren. Toen kwam ik weer op gang.” Hij laat zien dat hij zich weer vrij voelde om zich te bewegen.

We pakten met z’n allen de draad weer op alsof er niks gebeurd is en ik denk dat het ook zo werkt bij katten.

Wat me wel trof in zijn reactie was de berusting waar hij in zat. Dat zullen andere katten ook hebben en daarom is het zo moeilijk om een kat te vinden die opgesloten zit.

Hondje vriend overlijd en heeft wat te zeggen

Een vriend schrijft me een lange mail waarin hij vertelt hoe de laatste uren van zijn hondje zijn geweest en hoe hij hem mist. Door zijn mooie en droevige bericht heen, hoor ik gewoon Umar heen reageren naar mij.

M: Beste Umar, ik hoor dat je graag wat wilt vertellen aan je baas. Ga je gang.
U: Ik wil heel graag benadrukken dat ik er vrede mee heb en dat ik mijn baasje absoluut niets kwalijk neem. Ik ben blij van de afschuwelijk pijn verlost te zijn. Graag had ik nog langer bij mijn baasje gebleven en nu maak ik me zorgen over of mijn baasje het nu verder redt. We waren zo vergroeid met elkaar, dat we eigenlijk een eenheid waren. Maar ik ben echt blij dat het pijn gedeelte voorbij is.
M: Dat begrijp ik. Ik hoorde van je baasje dat je een darmafsluiting hebt gehad en dat ze nog geprobeerd hebben je te redden door een operatie, maar dat je dat niet overleefd hebt.
U: Ja, ik weet dat mijn baasje alles heeft gedaan om mijn pijn te verzachten of zelfs weg te nemen, maar het mocht niet zo zijn.
M: Wat gebeurt er nu met je?
U: Mijn baasje stuurde me heel veel liefdevolle gedachten en die hielden hem en mij vast om onze nieuwe eigen ontwikkelingen te gaan. Via jou heb ik hem laten weten dat hij daar mee op moet houden om verder te kunnen gaan. Liefdevolle herinneringen zijn heel waardevol en houdt die vooral vast. Maar stuur niet bewust gedachten naar mij, want dat is voor ons allebei beperkend. Zo komen we niet los van elkaar en dat moet uiteindelijk wel gebeuren.
M: Bedoel je te zeggen dat je door gedachten iemand, mens of dier, kunt vasthouden om zich verder te ontwikkelen?
U: Dat is precies wat ik zeg. Door die gedachten te sturen houdt hij mij vast en dan kan ik niet los komen van het aardse leven en dat is niet de bedoeling. Hij is er ook meteen mee opgehouden, hoewel hij absoluut zijn mooie herinneringen aan mij mag en moet blijven vasthouden, maar niet opsturen naar mij. Ik moet verder en zal na verloop van tijd verdwijnen in de groepsziel. Toch blijft er een stukje individueel van mij over, dat meegeleverd wordt met een volgend leven. Dat heeft mijn baasje wel met mij bereikt. We waren zo vergroeid dat ik veel dichter bij het menszijn ben gekomen dan ik anders was gekomen. Daarvoor ben ik mijn baasje erg dankbaar. Ik ben sowieso heel erg dankbaar voor het mooie leven dat hij me geschonken heeft. Hij is van dag 1 altijd bij me geweest en dat is mooi.
M: Mooie woorden die je me zegt. Wil je nog iets zeggen?
U: Nee, dank je wel dat je me de gelegenheid hebt gegeven om dit te vertellen.

 

Vrije wil

Heb ik een lievelingsverhaal in mijn boek In de Stilte hoor je alles? Ik blader es door het boek en moet grijnzen als ik bij hoofdstuk 7 ben: Vrije wil.

Ja, dit is wel een van mijn lievelingshoofdstukken, denk ik. Het begint zo:

“Ik verzucht wel eens: ’Rare jongens, die mensen… ‘ Of ik even kan regelen dat de hond ophoudt met blaffen of dat ik de kat kan laten ophouden met het krabben aan het kleed. Nee, natuurlijk kan ik dat niet. Ik dresseer geen dieren naar ieders believen. Het zou een mooie boel zijn als ik met dieren zou gaan praten om te zeggen wat ze wel en niet moeten doen. Ik kan wel met dieren praten over bepaalde ergernissen van mensen.”

Verderop in het hoofdstuk leg ik uit:

“Goede communicatie met dieren is gebaseerd op respect, verdraagzaamheid én vrije wil. Daarom kan het heel goed dat mens en dier en soms niet uit komen met elkaar. Ik moest een keer een kat vragen waarom ze altijd aan de slaapkamerdeur krabde. De kat wilde graag in de kast op de slaapkamer slapen, zei ze. ‘Dat dacht ik al. Maar dat wil ik niet. Ik vind die haren in mijn kast vies,’ reageerde de vrouw. Beiden waren niet bereid een compromis te sluiten. We moesten dit onderwerp dus afsluiten in de wetenschap dat de kat zou blijven krabben aan de deur en dat de vrouw de deur gesloten zou houden.”

Ook uit dit hoofdstuk:

“Toen wij een jonge gierzwaluw vonden die we wilden voeren, deed hij zijn bekje niet open. We moesten hem dwangvoeren wilden we hem in leven houden. Ik dacht: ‘Het moet toch mogelijk zijn dat ik zijn bekkie open kan praten…’ Dus ik legde het jonge diertje de voordelen uit van het zelf openen van zijn snavel. Maar niks, hoor. Het zat me aardig dwars dat het mij, als tolk, niet lukte om dit voor elkaar te krijgen. Tot ik me ineens realiseerde dat dieren ook een vrije wil hebben. Deze zwaluw vond het nog veel te onveilig, vertelde hij later en dat was de reden dat hij zijn snavel dicht hield. Pas na drie dagen opende hij zelf zijn snavel. Je kunt iemand wel stimuleren, maar de motivatie moet van binnenuit komen, ook bij een dier.”

Jonge Giraf

‘Help ze vermoorden me!Dit komt in mijn hoofd op en ik heb geen idee wat er aan de hand is. Ik probeer me te concentreren op deze noodkreet en voel dat het een giraf is die dit roept en dan is het al te laat. Hij is dood. Een giraf in een dierentuin.
Ik ben toch behoorlijk van slag van dit hele korte contact en probeer op internet te vinden wat er aan de hand is.
Maar het enige dat ik vind is de dood van een giraf mannetje in een dierentuin in Kopenhagen in 2014. Het ging om Marius en dat heeft indertijd heel veel stof doen opwaaien lees ik. Dit kan niet de noodkreet zijn die ik nu heb gehoord.

Toch kan ik ondanks intensief zoekwerk, niets vinden van een recente giraf die gedood is in een dierentuin. Stopt het hier?

Ik denk dat ik Hyronimus om hulp ga vragen en hij komt meteen ter zake:
H: Fijn dat je meteen aan mij denkt. Ik kan je wel helpen. Het volgende is nu het geval. Er is een film gemaakt over leven en dood en de filmmaker gebruikte deze giraf als intro voor de film.
M: Maar hoe kan het dat ik die kreet nu hoor?
H: Zo’n oerkreet is vastgelegd in alles en die kun je dus soms, als je toegang hebt tot dit soort dingen en dat heb je, ook horen. Het is wel een bijzonder geval, want dit komt niet vaak voor.
M: Zou ik nog met deze giraf kunnen praten?
H: Nee en dat weet je natuurlijk zelf ook heel goed. Je kunt natuurlijk contact opnemen met de groepsziel van de giraffen en proberen zo een gevoel te krijgen van wat er toen gebeurd is.
M: Dan ga ik dat proberen.

M: Groepsziel van de giraffen, kan ik met iemand praten? (Ik heb deze oproep enkele dagen terug gedaan en heb niet meteen antwoord gekregen, maar nu ik alles aan het opschrijven ben, komt er een reactie.)
G: Je kunt contact met ons hebben, maar we kunnen niet over dit geval afzonderlijk praten, want het is echt te lang geleden. Maar wat wil je weten?
M: Dat weet ik eigenlijk niet, ik ben nog te verbijsterd over de kreet die ik gehoord heb en die me erg heeft geraakt.
G: Nou, ik kan wel wat vertellen. We leven in het wild in groepen, waarbij de samenstelling wel kan verschillen. Duidelijk is dat mannetjes ook in eigen groepen kunnen leven, omdat geslachtsrijpe mannetjes niet altijd in een groep geduld worden. Ze zijn dan concurrentie met het dominante mannetje. Dit is gebruikelijk, maar niet altijd zo. Het kan per groep verschillen. Ons leefgebied is Afrika en we zijn niet meer met zoveel in het wild.
M: Dank je wel hiervoor. Waar leven jullie van?
G: Gezien onze lange nek kun je je voorstellen dat we voornamelijk leven van bladeren van de acacia bomen, maar dat is niet altijd genoeg en dan eten we ook van struiken en eten we vruchten. We moeten wel veel eten voor ons grote lijf, dus is de voedselvoorziening de beperkende factor in ons leven. Daarom zijn we ook niet meer met zoveel, want ons leefgebied wordt steeds kleiner. Zoals met bijna alle dieren die in het wild leven.
M: Dank voor deze informatie. Wil je nog wat kwijt?
G: Nu je het vraagt. Het is erg belangrijk dat ons leefgebied in tact blijft, het mag niet nog kleiner worden, eigenlijk moet het veel groter worden om ons giraffen de ruimte te geven. Dat zou mooi zijn als de mensen dat doen en ons echt ruimte geven.

250226