Kinderboerderij: hangbuikzwijn
M: Dag mooie varkens, jullie komen wat chagrijnig over, maar kan ik wel met jullie praten?
V: Natuurlijk kan dat en we zijn helemaal niet chagrijnig, hoe kom je daarbij?
M: Jullie maken die indruk met je snoet en je geknor en dat jullie elkaar af en toe even wegjagen.
V: Dat is normale gang van zaken. Nee, als we chagrijnig zijn dan zijn we dat ook echt. En dan wil je niet bij ons in de buurt komen.
M: Is dit dan jullie houding om zo veel mogelijk met rust gelaten te worden?
M: Sorry voor onderbreking. Ik werd gebeld en moest even weg om wat te doen.
V: Dat is nu precies jullie probleem. Je laat je door van alles en nog wat afleiden en alles is belangrijker dan met dieren omgaan.
M: Nu voel ik me schuldig, maar toch ook wel een beetje te hard aangepakt. Natuurlijk zijn deze gesprekken belangrijk, maar ik heb ook andere bezigheden en die zijn ook belangrijk voor mij. En nu ben ik even druk met andere dingen. Toch wil ik het gesprek graag afmaken. We hadden het over jullie knorrige humeur. Is dat standaard of een houding?
V: Dat is min of een standaard houding. We zijn nu eenmaal knorrige dieren en daar genieten we van. Dat knorren kan ook heel tevreden klinken, dus het is de toon die de muziek maakt.
M: Hoe voelen jullie je op de kinderboerderij thuis?
V: Ik moet zeggen best wel goed. Ik moet weliswaar de hele dag met die knorrige oude vent naast me optrekken, maar er is slechter gezelschap. Van de kinderen hebben we niet veel last. De meeste vinden ons maar enge beesten en dat is jammer, want wij varkens zijn eigenlijk wel schatjes. We zijn niet echt knuffelachtig, maar het is toch leuk om naar ons te kijken?
M: Ja, ik vind jullie wel twee schatjes zoals jullie lopen rond te scharrelen en wens jullie nog veel plezier in dat leven en leuk dat je zoveel humor hebt in al je knorrigheid.
V: Ja, dank je wel. We knorren wat af hier en zien je graag weer een keer terug.
240716
Ze komen op mij altijd vriendelijk over. Bedankt voor weer een mooi gesprek.