De geredde poes
Vandaag rijd ik op weg naar een afspraak over straat met mijn auto en ineens steekt er een kat heel snel over. Ik trap hard op de rem en sta snel stil. Een mevrouw op de stoep die alles zag gebeuren steekt twee duimen omhoog. Ik voel me goed, heb een kat het leven gered. ’s Avonds vertel ik het verhaal aan mijn vrouw en die zegt ‘praat eens met die kat’. Ik opper de bekende bezwaren en zeg hoe vind ik die kat? Zegt ze dat lukt je altijd, dus waarom nu niet. Dus probeer ik het.
K: Ja, ik ben het en je voelt je heel goed hé?
M: Ja, ik denk dat ik je leven heb gered.
K: Nou mooi niet, jij was snel, maar ik was veel sneller. Ik zag ineens jouw wiel en ben onmiddellijk omgedraaid. Dus toen jij stopte was ik al weer op de terugweg. Maar je deed het goed hoor.
M: Nou mooi dat je zo goed voor jezelf kunt zorgen.
K: Dat leer ik wel als stadskat.
M:Heb je nog iets dat je kwijt wilt nu we toch aan de praat zijn?
K: Nou grappig dat wij met elkaar kunnen praten. Zou ik af en toe ook graag met mijn baasje kunnen, want die snapt absoluut niet wat ik wil.
M: Meestal zijn jullie katten daar best goed in om dat duidelijk te maken, waarom nu niet?
K: Ze zijn een beetje streng. Ik wordt gewoon naar buiten gebonjourd en kan overdag niet zelf het huis in, want ze moeten me binnenlaten.
M: Heb je dan geen kattenluikje?
K: Nee en ik wil eigenlijk met dit koude weer gewoon lekker op een warm plekje liggen. Maar dan moet ik weer naar buiten.
M: Ja, dat snap ik dat je ze duidelijk wilt maken dat je dat niet wilt.
K: Kun jij niet eens met ze gaan praten?
M: Hoe moet ik dat doen? Ik weet niet waar je woont en dus ook niet wie je baasjes zijn.
K: Je kon toch ook meteen met mij praten? Dan kun je dat toch ook met mijn mensen doen?
M: Zo zit de wereld dus niet in elkaar. Mensen hebben meestal niet meer die toegang tot dit niveau van communicatie wat wij ‘praten’ noemen, maar het is eigenlijk gedachtenoverdracht. Jouw mensen kunnen dat niet anders zou jij ook met ze kunnen praten.
K: Oh, dat is wel erg jammer. Kun je het niet proberen?
M: Dat kun jij dan toch ook proberen?
K: Dat is flauw, ik vroeg het jou het eerst.
M: Maar ik heb je uitgelegd dat ik dat niet kan bij mensen, dus daarom kan jouw plannetje niet lukken.
K: Nou dat is wel heel jammer. Zeg je dit omdat ik eerst niet aardig tegen je deed?
M: Dat heeft er helemaal niets mee te maken, je was trouwens eerlijk tegen me, zeker niet onaardig.
K: Als je me dan toch niet kunt helpen, zullen we dan maar gaan slapen?
M: Dat is helemaal goed. Dank je voor het gesprek.
Grappig om te zien hoe deze kat mij voor haar karretje probeert te spannen. Die gaat het wel redden als stadskat.
221204
Verrassende wending, leuk gesprek.