Muizen in de val?

Ik werk in de zorg en het gebouw waar 24 mensen wonen is ook bewoond door muizen. Waar het begon met de signalering van 1 muis in de nacht, is het uitgelopen tot meerdere muizen in de nacht en ook in de avond worden de kleine vrienden gespot. Ik, als heldhaftige gezien door velen, plaatste vorig jaar een diervriendelijke muizenval. Maar ja, hoe gaat het in de zorg? Er is aandacht voor de bewoners maar een ‘detail’ als een muizenval wordt vergeten. De muis die voor de pindakaas ging is een wrede verstikkingsdood gestorven door gebrek aan zuurstof.

Collega’s hebben de ongediertebestrijding erbij gehaald en die concludeerden dat het hele pand bewoond wordt door muizen en dat het binnenkomen wel erg makkelijk gaat. Alles gaat rigoureus aangepakt worden. Tijd om met de muizen te gaan praten.

Als ik me meld bij de muizen lijkt het even of er vanuit verschillende hoeken een aarzeling is maar vervolgens komen er een paar muizen bij mij in beeld. Het lijkt een echt overleg zoals we daar met elkaar zitten.

Al snel wordt me duidelijk dat de muizen deze locatie als een paradijs zien en dat er verschillende families wonen. Ik begrijp hun lol maar moet ze toch vertellen dat er een bedrijf komt die er niet is voor het behoud van de muis. Ik geef ze twee opties: of sterven in het snoephuis of wegwezen. Ik laat ze zien hoe ze buiten hun plekjes kunnen vinden en ik moet toegeven: het gebouw is wel aantrekkelijk… Ik vertel de beste dieren dat het mijn voorkeur heeft dat ze verdwijnen. Niet alleen voor hun lijfsbehoud, maar ook ter meerdere eer en glorie van het communiceren met dieren. Het zou toch mooi zijn als blijkt dat alle muizen zijn vertrokken?

Maar het gaat er niet zo in bij de muizen. Het lijkt of ze niet vooruit kunnen denken en heerlijk in het moment blijven leven. Ik heb ze drie dagen voor de komst van het bedrijf gewaarschuwd en vandaag is de laatste dag dat ik ze kan adviseren om te verdwijnen. Want morgen start het hele theater. Ik tref vandaag zowel een luisterend oor als scepsis en afwijzing. “Goh, ik lijk wel een profeet,” zucht ik. Als ik het zo inschat heeft de meerderheid een houding van ‘we zien wel’. Ik zeg het ze nog één keer: “Vanavond is de laatste kans om naar buiten te gaan.”

Wordt vervolgd.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *