De kat en de eekhoorn

Ik krijg de vraag of ik een kat duidelijk wil maken dat hij de eekhoorns in de tuin in leven moet laten. Dat is best een lastige want ik kan niet garanderen dat de kat dat gaat doen. We komen overeen dat ik met de kat in gesprek ga en dat ik het voor AnimalTalks mag gebruiken.

“Wat kom jij doen?” is het eerste wat ik hoor van Pablo. Ik leg uit waarom ik kom ‘invliegen’ en hoor: “Guttegut, kan ze dat niet zelf?”

We zijn het gesprek net begonnen en ik realiseer me dat ik eerst naar het toilet had moeten gaan. Pablo pakt het meteen op en laat zien hoe hij een gat in de grond maakt, zijn behoefte doet en het met zijn achterpoten dichtgooit. Ik zeg dat ik wel even wacht. “Mensen wachten daarmee. Dat is zo stom. Het zorgt voor problemen. Maar dat moeten jullie zelf weten.” Dat vind ik ook en ik zeg hem dat we het nu over een ander onderwerp gaan hebben.

Ik wil het over het jagen van hem hebben en hij laat zien dat hij daar erg goed in is. Maar meteen krijg ik de vraag waarom ik het jagen noem. Het brengt me wat in verwarring. Kennelijk heb ik een negatieve lading bij het woord jagen die hij eruit pikt. “Ik zie bewegingen, ik hoor wat, ik ben gespitst en de lol is het te pakken,” legt hij uit. Hij laat zien dat het een soort krachtmeting, een uitdaging is. En een eekhoorn is juist leuk om op te jagen: hij klimt maar kan niet vliegen.

Ik zeg hem dat hij vorig jaar een eekhoorn te pakken had en Pablo laat zien dat hij dat goed gedaan had. Ik zit in mijn praktijkruimte en op de gang wordt gepraat waardoor ik afgeleid ben. “Concentratie is niet je sterke kant,” merkt Pablo op. Hij laat zien dat hij zich wél goed kan concentreren: hij observeert, kijkt naar de eigenschappen en gewoonten en springt daarop in.

“Okee,” zeg ik, “dan nu naar de eekhoorns.” “Die leven alsof ze geen vijanden hebben,” zegt Pablo meteen. Gek genoeg val ik over het woord vijand. Wat houdt dat in? Pablo vindt dat een vijand iemand is die een ander van vrijheid berooft. Iemand die iets wil afpakken.

“Ze zijn niet alert,” gaat hij verder over de eekhoorns. “Ze voelen zich heer en meester.”

Ik vertel hem dat ik zeker geloof dat hij goed is in het vangen van eekhoorns en het ook leuk vindt, maar dat hij ook te maken heeft met zijn mens. “Dat is sentiment van haar,” reageert hij meteen. Sentiment, weer zo’n woord waar ik over ga nadenken. Het levert me meteen weer een opmerking op van Pablo: “Je bent alweer afgeleid.”

Ik herpak me en zal na het gesprek de woorden opzoeken op hun precieze betekenis. Ik vertel Pablo dat er in de wijk vast veel katten zijn maar weinig eekhoorns. “Mensen hebben er plezier in om naar die diertjes te kijken.” “Wat is nou je vraag? Waar wil je naartoe?” onderbreekt hij me.

Okee, to the point. “Ik begrijp dat je het leuk vindt om ze op te jagen, ze schrik aan te jagen. Maar laat het daar dan bij. Laat ze gewoon in leven. Er is al zoveel van dat zinloze doodmaken op de wereld.”

Ik vraag Pablo of hij het voor zijn mens wil doen. “Dan moet zij mij eerst complimenten geven dat ik goed kan jagen.” Dat zal ik doorgeven. Pablo realiseert zich dat hij zelf ook langer plezier heeft van eekhoorns als hij ze niet uitschakelt. Ik dank hem voor het gesprek en krijg nog even te horen: “Let jij maar wat meer op je focus.”

Ik overleg nog even met hem dat ik de stadseekhoorns ga waarschuwen voor katten en vertel hem dat ik voor de privacy van hem geen foto van hem op de site zet maar een algemene foto van een eekhoorn ga zoeken. “Zet dan wel mijn echte naam erop,” is zijn ‘bevel’.

1 antwoord

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *