Wat is waar?

Het communiceren met dieren blijft interessant. Wat is waar, wat bedenk ik zelf, interpreteer ik wel goed?

De jonge zebra uit Uganda raakt me op een verfrissende manier.

Als ik contact wil maken met het dier, hoor ik: “Je zoekt me op land, maar ik ben hier.” Hij laat zich ergens in de lucht zien en mijn aandacht gaat van beneden naar boven.

“Hier treffen we elkaar,” zegt hij en ik weet niet of hij nu bedoelt dat alle zebra’s elkaar daar treffen of dat hij deze plek heeft uitgekozen als ontmoetingspunt tussen ons.

Kennelijk merkt hij wat verwarring bij me want meteen hoor ik: “Je wilt naar mijn lijf? Okee, dan gaan we naar beneden.”

En hij brengt me bij een liggend zebra lichaam en hij zegt dat hij hierin behuisd is. Alweer verwarring bij mij. Liggen zebra’s? Ik zoek het even snel op internet op en lees dat zebra’s soms liggen, maar nooit allemaal tegelijk.

“Als we zo slapen, liggen we in een soort diepterust,” legt de zebra uit. “We doen het niet lang, maar het is diep en verkwikkend. De groep waakt.”

Ik voel aan het dier dat hun normale staat van zijn altijd alert is. Altijd oplettend, altijd ‘aan’, zoals we dat in de zorg dan zeggen.

“Ja, dat maakt het zebra-zijn uniek. Wij zijn altijd in de aan-fase en toch hebben we een evenwicht wat het zebra-zijn prettig maakt.”

Ik laat hem zien dat dat voor mij als vreemd aanvoelt: tegelijkertijd alert als ook een zekere ontspanning. Het lijkt mij vermoeiend en bijna niet mogelijk.

“Dat komt omdat jullie ook veel meer moeten doen. Jullie hersenen maken overuren, jullie hebben veel ontwikkelings- en ervaringsgebieden waar jullie aan willen deelnemen. Bij ons zijn geen hoge eisen. We leiden een rustig leven, maar wel alert.”

De zebra vindt dat hij genoeg contact heeft gehad en gaat weer terug naar ‘de cloud’. “Ik vind het ook fijn om daar te zijn,” reageert hij op mijn verbazing van zijn abrupte vertrek. “Hier is een collectief bewustzijn.”

Als we ‘opgehangen’ hebben, het contact verbroken hebben, laat hij me achter met een gevoel: is deze jonge zebra nou overleden of vindt hij het gewoon fijn om af en toe uitstapjes te maken buiten zijn lijfelijke staat van zijn?

Het feit dat ik me er niet druk om maak, doet me glimlachen. Ik hoef het niet meer uit te pluizen. Ik aanschouw en ervaar.

1 antwoord

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *