Krokodil wil aardig gevonden worden
M: Dag Krokodil, is er een mogelijkheid om met jullie te ‘praten’?
Stilte en nog eens stilte.
M: Ik zal me netjes voorstellen, ik ben Eddy en probeer door middel van communicatie met verschillende dieren waar ik dan over publiceer, meer begrip voor jullie dieren te krijgen bij de mensen.
V: Dat is dan vergeefse moeite.
M: Hé, leuk dat je reageert.
V: Mensen zien ons alleen maar als slecht en daarom praten we niet met jullie.
M: Maar dat zou jammer zijn, want ik wil juist proberen begrip te kweken tussen jullie en de mensen.
V: Ja, dat is een mooi ideaal, maar mensen zien ons als gevaarlijke beesten die alles opeten en waar je ver uit de buurt moet blijven en ze jagen enorm op ons. Er is niets beters dan een dode krokodil in hun ogen. En dan kweken ze ons ook nog voor tasjes. Begrijp je dat we een beetje cynisch zijn over mensen.
M: Ik begrijp dat je het moeilijk vindt om je voor te stellen dat mensen ook belangstelling kunnen hebben voor jullie. Maar als dat nu eens zo is, wat zou je er van vinden om iets over jezelf te vertellen?
V: Nou vooruit, we zijn nu toch al in gesprek. Ik ben een krokodil die in de Nijl woont, niet in Egypte maar in Soedan. In mijn rivier waar we met een groot aantal soortgenoten wonen, is het best goed toeven. We komen hier niet te veel mensen tegen, dat is ons geluk. Maar lang niet alle krokodillen hebben dat geluk, en dan worden ze bejaagd tot ze dood zijn. Tenminste dat vertellen ze in de lichtsfeer en daar hebben ze dan nog best moeite mee om dat te vertellen. Vandaar dat jullie geen fijne naam hebben.
We worden bejaagd tot we dood zijn. Tenminste dat vertellen ze in de lichtsfeer en daar hebben ze dan nog best moeite mee om dat te vertellen. Vandaar dat jullie geen fijne naam hebben.
M: Maar jij hebt zelf niet die slechte ervaring?
V: Nee, niet direct. Zoals ik al zei kom ik nauwelijks mensen tegen en als dat een keer gebeurt dan zijn dat de oorspronkelijke bewoners van dit min of meer oerwoudachtige gebied. Die zijn met ons opgegroeid en die weten dat we ook onze goede kanten hebben. We houden de rivier schoon van kadavers, zodat er geen gifstoffen van lijken in de rivier zich kunnen verspreiden. We eten roofvissen, zodat er meer vissen in de rivier zijn en natuurlijk eten we ook af en toe dieren die door het water komen om naar de overkant te gaan. Dat zijn dan veelal de zwakkere dieren die wij opeten om zo de soorten sterk te houden. Maar mensen komen we nauwelijks tegen en daar houden we ook zo veel mogelijk afstand van.
M: Heb je een naam waar ik je mee kan aanspreken als ik weer een keer met je zou willen praten, want ik wil heel graag wat meer weten over jullie leefwijzen en de taak die jullie op Aarde hebben in het geheel.
V: Dat kan en je kunt mij dan aanspreken met Virkrok, zo zie ik mezelf, als een krokodil en als een Vir.
M: Dank je wel voor de informatie en tot ziens.
210415
Een Vir? Weer een informatief goed stuk Eddo.