De mol
Huisdieren zijn heel leuk om mee te leven. Maar net als bij mensen is het soms geven en nemen.
Om 3.30 uur is er grote consternatie in het schip: een krijsend dier, twee rondrennende katten, een hond die luid blaffend mee doet en ik die wil slapen na een late dienst.
De katten hebben hun eigen strategie en houden zich stil tot ze weer toeslaan en er opnieuw gekrijs te horen is. De hond pakt het anders aan: die haalt een hele kast overhoop. Het is een open kast (met gordijn ervoor) waar ik van alles ingepropt heb en waar nu dozen woest verscheurd worden door de hond. Ik wil slapen! en stop m’n vingers in m’n oren.
Om 5.30 stap ik toch maar uit bed en neem de schade op. Als ik iets verschuif hoor ik weer gekrijs. Er is nog leven! Dan moet ik maar es zien of ik het muisje weet te redden.
Het muisje blijkt een mol te zijn. En het leeft en ziet er nog goed uit. Het dier is ook razendsnel want het schiet ineens 15 meter door de kamer en belandt in een hoek. Hoe het dat doet? Het lijkt of het dier razendsnel op z’n buik rond schuift.
Een plastic bakje, een charmant gilletje van mij en een boek als deksel en daar loop ik in m’n ondergoed het schip af, naar de wal waar ik de mol gezond en wel in het gras zet.
Terug in het schip zoeken de drie dieren nog verward snuffelend in de hoek waarvan ze meenden dat de mol heen geschoten was.
Een week later benader ik de mol, nadat ik een andere mol, dood, heb afgevoerd uit het schip.
Als ik contact maak en in beeld al heb laten zien waar ik het over wil hebben, hoor ik dat het dier wel last heeft ondervonden van het gebeuren. Ik kan het niet precies achterhalen maar ik vermoed dat er in z’n buik iets onprettigs zit.
“Wat deed je dan ook buiten?” vraag ik hem. “Een luchtje scheppen,” is het antwoord. “Nachtlucht inademen. Maar toen werd ik ineens opgetild. Dat was niet de bedoeling.”
Het dier geeft een klemmende greep om z’n buik door. Daarna bevond hij zich in materie wat geen aarde was. Hij kon niet graven. Wat hij ook probeerde, hij kwam er niet doorheen. Het was frustrerend. Bovendien was er gigantische herrie, geeft hij door.
“Dat was de hond,” leg ik hem uit. “En waarom maakte jij dan zo’n herrie?”
De mol geeft door dat dat piepen niet normaal is voor hem. Dat was een uiting van emotie. Dat vind ik een beetje een algemene uitleg en ik vraag of hij het beter kan uitleggen.
“Er is een tijd van stilzijn en een tijd van van je laten horen,” hoor ik.
Ik glimlach om de wijsneus en vraag hem wat de herrie toegevoegd heeft.
“Het was protest. Paniek. Gevoelens die eruit moesten. Ik zette alles in om te ontsnappen uit de situatie. Dan kun je niet stil zijn.”
We gaan naar onder de grond en er valt een rust over het dier. “Dit is meer mijn plek,” legt hij uit. Hij geeft me de geur van aarde door en er valt een intens tevreden gevoel over ons.
Vanuit mijn menszijn lijkt het me een benauwde toestand, zo in de aarde. Maar als ik met de mol meevoel, dan is het een home sweet home gevoel.




Bedankt voor weer een mooi dieren verhaal