Hoe wij met dieren en de aarde omgaan kan allang niet meer door de beugel. We hebben het evenwicht behoorlijk verstoord. Wat vinden dieren er zelf van?

Kaila en Eddy hebben een misverstand

Enkele dagen terug hebben Kaila en ik een vreselijk misverstand gehad. Ik heb totaal niet doorgehad wat ik mijn hond heb aangedaan. Gelukkig is het misverstand de wereld uit en zijn we weer heel intiem met elkaar.

Kaila is een hele vrije hond, we wandelen veel op de hei of het bos en zij loopt haar eigen paden onafhankelijk van mij/ons, ze is zeker geen afgerichte hond en dat is een bewuste keuze, daar zijn we allemaal gelukkig mee. Maar er zijn enkele basisafspraken waar ze zich uiteraard wel aan moet houden.

Ik zal uitleggen wat er gebeurd is. Op onze ochtendwandeling op de hei, was Kaila ergens ver buiten mijn beeld. Maar we kwamen aan het einde van de wandeling en ik heb even op haar gewacht, gebeurt vaker en is OK. Lize, onze hondenschool instructrice en vriendin zegt dat ik me met vijf minuten geen zorgen hoef te maken. Maar nu duurde het heel lang en heb ik dus twee keer gefloten en ze kwam nog niet. En daarmee was helaas mijn geduld op. Toen ze kwam heb ik haar niet uitgescholden maar duidelijk gemaakt dat dit gedrag niet wenselijk is, door haar te negeren. Uiteraard heeft ze gewoon haar eten gekregen, maar zonder knuffel vooraf van mij. Het was haar ook duidelijk dat ik ontstemd was. Kort daarna kwam mijn broer Kaila halen omdat mijn vrouw en ik een dagje weg gingen en Kaila de dag bij mijn broer zou doorbrengen, daar geniet ze ook van, voor haar ook een dagje uit.

Wij hebben een heerlijke dag gehad en toen mijn broer Kaila om zeven uur kwam brengen werd ik totaal genegeerd. Normaal rent ze enthousiast op me af en word ik als eerste begroet en daarna de rest van de aanwezigen, maar ik werd niet begroet en de anderen wel. Heel opvallend en ik dacht OK, heb ik verdiend als ze de connectie heeft gelegd met mijn negeren en haar vertrek naar mijn broer. Nu eens horen hoe zij dat ervaren heeft.

M: Lieve Kaila, kunnen we praten?
K: Ja, graag, daar geniet ik altijd van.
M: Herinner je nog die keer dat je bij mijn broer logeerde?
K: Dat weet ik nog goed en jij stuurde me weg die dag omdat ik stout was geweest.
M: Daar wil ik het nu met je over hebben. Ik was inderdaad boos op je, maar dat was al lang weer over toen mijn broer je kwam ophalen om een dagje bij hem te zijn. Dat was al dagen van te voren zo gepland.
K: Waarom heb je dat niet gezegd? Ik dacht echt dat je heel erg boos op mij was en dat ik daarom weg moest. Gelukkig mocht ik weer terugkomen, maar toen heb ik jou laten weten dat ik het niet leuk vond wat je gedaan hebt.
M: Het spijt me heel erg dat je die, verkeerde, indruk hebt gekregen. Dat is nooit mijn bedoeling geweest. En voor de duidelijkheid, ik zou je nooit wegdoen en het vrouwtje ook niet. Maak je daar geen zorgen over, nooit meer.
K: Dat had ik inmiddels al wel begrepen, dat het een misverstand is geweest. We hebben het ook diezelfde avond goed gemaakt met elkaar, toch?
M: Zeker, dat was fijn. En ik houd heel veel van je. Het spijt me dat ik je de verkeerde indruk heb gegeven.
K: Laat dat maar zitten, spijt is zo zinloos, dat is leven in het verleden en dat moet je niet doen.

Spijt is zo zinloos, dat is leven in het verleden en dat moet je niet doen.

M: Ik weet het, maar het voelt wel rot dat ik je pijn heb gedaan, dat was niet de bedoeling.
Iets heel anders, waarschijnlijk heb je het al weer door. Maar ik ga over enkele dagen weer voor een langere periode op reis. Dan ga ik naar India waar ik werk te doen heb. Belangrijk genoeg werk dat ik jou en je vrouwtje een tijdje alleen moet laten.
K: Ja, ik heb dat wel vaker meegemaakt. Vrouwtje en ik hebben het dan samen ook heel gezellig en we zijn heel erg op elkaar aangewezen, maar dat is ook mooi. Ik zal op haar passen, dat komt wel goed.
M: Fijn dank je wel, ik weet dat je heel erg je best zult doen, je bent nu al heel erg zorgzaam voor haar en dat is zo lief van je.
K: Als jij ver weg bent, kunnen we dan nog een keer praten om ook een gevoel te hebben dat we nog dicht bij elkaar zijn?
M: Dat lijkt me heel leuk. Weet je, jij kunt altijd contact met mij opnemen als je dat wilt. Ik zou dat leuk vinden en ben misschien niet altijd beschikbaar, maar als je een handig moment uitzoekt en dat kun je, dan kunnen wij met elkaar praten, zou ik ook leuk vinden? Wil je nog iets kwijt?
K: Kom weer snel en goed thuis.
240920

En inmiddels zit ik dus weer in India.

Paard Hendrik

Hendrik is het paard van iemand die ik al langere tijd ken. Het gaat niet goed met hem en de vraag dient zich aan of ik een gesprekje met hem kan hebben of hij al aan euthanasie toe is of niet. Altijd de moeilijkste beslissing in je relatie met je dier.

M: Dag Hendrik, ik zag je staan hijgen, heb je het zwaar?
H: Ja, ik heb het echt zwaar momenteel, ik ben behoorlijk benauwd en sta maar lucht te pompen om toch lucht te krijgen.
M: Oei, dat klinkt niet goed. Kun je dat wel aan?
H: Dat weet ik niet. Voor mijn gevoel kan ik dit wel even aan, maar het moet beter worden, anders kan ik dit echt niet meer. Ik ben wel heel blij als mijn baasje komt of mijn andere verzorgers en dan kan ik even mijn benauwdheid vergeten, maar het is dan zeker niet weg. Alleen heeft een andere emotie de overhand. Maar dat duurt niet heel erg lang.
M: Met andere woorden, is dit niet lang voor je vol te houden, zeg je.
H: Ja, als je het zo wilt vertalen, dan klopt dat.
M: Verlang je ernaar om dood te gaan?
H: Nee, natuurlijk niet. Het leven heeft me heel veel gebracht, zeker de laatste vele jaren dat ik niet meer hoefde te werken en ik eigenlijk met pensioen was en ik mocht zijn wie ik ben, zonder werk. Daar ben ik heel dankbaar voor dat ik zo heb mogen leven. En met de liefde van mijn baasje en de verzorgers was het goed. En ik ben me er van bewust dat ik over het verleden spreek. Het was goed, maar het is nu niet meer goed. Deze benauwdheid is te zwaar. Dat kan ik echt niet lang meer volhouden.
M: Je krijgt medicijnen hiervoor, heb jij het gevoel dat die werkzaam zijn voor jou?
H: Eigenlijk niet, de benauwdheid gaat zeker niet weg en ik ben nog moeier geworden dan ik al was. Dus ik verlang er zeker niet naar om dood te gaan, maar ik kan dit niet volhouden. Dus als mijn baasje mij kan laten gaan, is dat misschien de beste oplossing.
M: Heb je daarbij nog wensen?
H: Ja zeker. Daar wil ik natuurlijk mijn baasje en liefst ook de andere verzorgers er bij hebben en ook mijn vriendinnetje in de wei, Lalo. Als zoveel liefde om me heen staat, kan ik het aan om afscheid te nemen van iedereen. Dat is voor jullie allemaal zwaar, maar ook voor mij. Ik heb wel een heel bijzondere band opgebouwd met al deze mensen en daar ben ik dankbaar voor. Natuurlijk is mijn baasje de belangrijkste en ik wil heel graag met mijn hoofd op haar schoot liggen als het dan echt gebeuren moet. Denk je dat je dat voor mij kunt regelen?
M: Ik zal mijn best doen.
H: En jij ook dank je wel, voor alle jaren dat ik hier mocht zijn en nu voor dit gesprek, dat maakt het veel gemakkelijker om mijn baasje te laten weten dat ik er nu wel klaar voor ben.
M: Dank je wel voor dit gesprek.
240830

Gesprek met een ‘dode’ boom

Op mijn dagelijkse wandeling met Kaila loop ik door een bos en spreek een prachtige dode beuk aan. Tot mijn verrassing krijg ik antwoord en volgt er een interessant gesprek over een aantal dagen verspreid.

M: Heb jij bewustzijn?
B: Ja, ik heb bewustzijn en ik zit nog in de boom. Het is wel aan het vervagen, het neemt langzaam af en daarmee ga ik weer op in de groep.
M: Hoe werkt dat proces?
B: Dat kun je als volgt beschouwen. Wij bomen zijn onderdeel van het bomenbewustzijn, maar dat bestaat uit heel veel. Om het voor jou wat begrijpbaarder te maken geef ik je een voorbeeld. Jij hebt een rechter wijsvinger, daar bestaat er maar één van, jouw rechter wijsvinger. Want je linker wijsvinger is weer anders. En de wijsvingers van andere mensen zijn anders, daarom heeft ook iedereen een eigen vingerafdruk. Jouw wijsvinger is dus uniek, maar tevens één van de tien vingers aan je handen. Dus is hij uniek en tevens onderdeel van een geheel. Zo is dat met bomen ook. We zijn uniek en toch een onderdeel van het grotere geheel. Als bomen in het bos en het bos is weer onderdeel van een groter geheel en ga zo maar door. Alles is altijd weer een onderdeel van een groter geheel of het kan in kleinere delen verdeeld worden. Tot zover ik als boom. Ik ben afzonderlijk en bijna dood, maar ik ben wel en tevens onderdeel van het bos.
M: Nu liep ik langs een andere dode boom en die liet niet meer merken dat daar bewustzijn in zat. Hoe is dat dan?
B: Die boom is duidelijk helemaal dood. Er zit ook in de wortels geen of nauwelijks leven. Bij mij zit er nog vrij veel leven in de wortels, waardoor ik ook nog vrij veel bewustzijn heb. De dode boom die je aansprak, kan niet meer reageren. Er zit nog wel wat bewustzijn in, maar dat zit zo ver weg, daar kun je niet meer bijkomen en het kan niet meer bij jou komen.

M: Hoe gaat dat dan als een boom gekapt wordt met het bewustzijn?
B: Dat is natuurlijk afschuwelijk. Een boom kappen of omzagen is gelijk aan een wezen doodmaken. Dus dat is geen goed gevoel. Maar er is een andere kant aan. Als ons gevraagd wordt om ons als boom op te offeren om ergens voor te dienen, bouwmateriaal voor een boot of een huis, en dat is duidelijk gecommuniceerd, dan offeren wij ons heel graag op. Want wij zijn er ook om ons op te offeren ten dienste van het geheel. Dat begint al bij planten die zich opofferen om gegeten te worden en dat gaat door naar bomen en ook voor sommige dieren geldt dat zij zich graag opofferen om opgegeten te worden, want zo zit de kringloop van ons ecosysteem in elkaar.
M: We mogen dus, als mensen, bomen kappen om daar hout van te maken en dat doet jullie geen kwaad?
B: Dat is juist. Maar wat daarbij heel belangrijk is dat je dat met bewustzijn doet dat je iets of een wezen vraagt zich op te offeren. Sommige mensen hebben dat goed begrepen en zaaien bijvoorbeeld uitsluitend bij een bepaalde maanstand. Daarmee maak je aan het zaaigoed, zoals jullie dat noemen, voor ons zijn het allemaal kleine individuele zaadjes, duidelijk dat het gezaaid wordt met de bedoeling dat het na een goed en aandachtig leven zich mag opofferen om gegeten te worden als plant of als boom de eervolle plek te mogen krijgen als een houten balk in een huis. Doodgaan is niet erg, belangrijk is dat je een zinvol leven hebt gehad. Dat geldt voor jullie als mensen, maar ook voor planten en bomen.
Maar zomaar een boom kappen, zonder dat deze daarop voorbereid is en door de voorbereiding zijn bewustzijn reeds heeft kunnen terugtrekken, is bijna misdadig. Het doet de boom veel pijn en hij begrijpt het vooral niet, dat veroorzaakt die pijn.

Zomaar een boom kappen, zonder dat deze daarop voorbereid is en door de voorbereiding zijn bewustzijn reeds heeft kunnen terugtrekken, is bijna misdadig.

M: Ik begrijp dat het dus heel belangrijk is om tijdig te communiceren dat er een kapactie aan gaat komen. Maar hoe doe je dat?
B: Dat is niet zo moeilijk. Concentreer je op de betreffende boom en laat duidelijk zien in je gedachte dat de boom gekapt gaat worden en wat er met de restanten gaat gebeuren. Want opofferen met een doel is mooi, maar gekapt worden en dan weggegooid worden is vreselijk. Kun je dat verschil begrijpen? Want dat is belangrijk. Je intentie is bepalend.
M: Dank je wel voor dit uitvoerige gesprek, ik heb veel van je geleerd. Wil je nog wat kwijt?
B: Dit was het voorlopig wel, genoeg voor nu.
230725

Over spinnende katten, wolven, konikpaarden en de mens

Het is goed om af en toe een glas wijn met een vriendin te drinken. Dan komen er vragen op aan dieren die een gesprekje waard zijn.

De eerste vraag was waarom katten spinnen. Ik vroeg het de kittens Roderick en Boudewijn en ze gaven meteen een ontspannen en tevreden gevoel door. Ze gaven een plek in hun hals door waar de trillingen plaatsvinden en ik kreeg door dat het endorfines vrijgeeft, waardoor spinnen ook bij ongemak z’n nut heeft.

Nou, maar es kijken wat ik er op internet over kan vinden. Ja hoor, het komt overeen. Wat grappig. Er is zoveel onderzoek naar gedaan en de dieren weten het zelf.

De volgende vraag betrof een situatie waarin een man door het bos liep en ineens door een kudde Konikpaarden werd ‘afgesloten’. Dat wil zeggen: de kudde kwam met hun achterste naar de man staan en leek hem af te schermen. Toen de man keek zag hij een wolf langslopen. Vooral de geur van de wolf was heel opvallend en is hem bijgebleven.

Wat was hier aan de hand? Het verhaal gaat dat de man zich beschermd voelde door de paarden.

Ik maak contact met Konikpaarden en vraag of er iemand van hen is die over deze situatie wat wil vertellen. Er komt een statige hengst naar voren die er eigenlijk maar één ding over heeft te zeggen: ‘Sommige werelden moet je niet vermengen.’

Het lijkt mij een duidelijk antwoord dat geen verdere vragen behoeft. Ik vraag hem nog wel of zij als Konikpaarden bang zijn voor de wolf. ‘Nee, wij hebben meer te duchten van mensen,’ is het antwoord.

Ik realiseer me dat ze met hun achterste naar de mens stonden, niet naar de wolf. Weer gebruik ik internet om op te zoeken wat dit betekent. “Achterhand tonen: Een paard gaat met zijn achterhand naar een ander persoon, dier of andere stimulus staan als hij geen contact of geen conflict wil met de ander. De houding van het paard is verder ontspannen.”

Als je geen woorden hebt

Niet elk gesprek gaat makkelijk en vanzelf.

Dit keer is het flink zoeken samen met de vrouw van een kat waarom de kat een schilletje om zich heen heeft gecreëerd en waar de bozigheid en irritatie van hem vandaan komen. Ook wil de vrouw graag weten waarom de kat haar een aantal weken geleden heeft gegrepen.

Na veel gepuzzel komen we erachter dat er teveel ballast, teveel meegenomen energie van anderen in het huis en de tuin hangt. Ook rond de vrouw hangt teveel energie van anderen, vindt de kat en hij laat haar zien als een soort Michelin-poppetje. De kat wordt er bijna overspannen van en kan er niks meer bij hebben.

Als ik met hem terugga naar het moment dat hij de vrouw beet, laat hij weten dat hij niet meer gesteld was op de ballast die zij via haar hand onbewust aan hem doorgaf. Ik vraag hem of het nodig was om het zo te doen. Hij wist geen andere manier om het haar duidelijk te maken. Er komen geen excuses, alleen de opmerking dat hij misschien een harde leermeester is.

Hoe kijk je tegen ziekte en dood aan?

In gesprekken komen soms situaties naar voren die ik een mens kan uitleggen aan de hand van eerder opgedane ervaringen. Speciaal voor kat Puk hieronder het verhaal van Banshee, te lezen in het boek In de Stilte hoor je alles.

Het maakt veel uit hoe mensen tegen ziekte en dood aankijken, liet de kat Banshee weten. Deze zestienjarige was erg ziek en kreeg twee keer per week een infuus toegediend. Dit deed de vrouw zelf, thuis. De reden dat de kat dit toeliet, vertelde hij, was omdat hij geen zin had om twee keer per week in de reismand mee te moeten naar de dierenarts.

De vrouw had mij gevraagd te tolken, omdat ze zich realiseerde dat ze er geen idee van had wat de kat nou eigenlijk zelf wilde. Banshee was duidelijk: hij wilde niet dood. Maar hij vertelde erbij dat hij zich niet kon bezighouden met blijven leven als de vrouw de achterdeur naar de dood op een kiertje had staan. Voor de vrouw was het helder dat ze de behandeling moest doorzetten en niet moest denken over hoe het zou moeten als de kat er niet meer zou zijn. Hij koos voor het leven en zij dus ook.

Toch werd ik twee weken later weer gebeld omdat het ineens veel slechter ging met Banshee. Wat wilde hij? We gingen het gesprek weer aan en wat bleek? Banshee had van de dierenarts opgepikt dat die het onmogelijk achtte voor een kat om met zulke bloedwaarden nog te leven! Banshee had zich dit bijzonder aangetrokken. We hebben veel moeite gedaan om hem ervan te overtuigen dat als hij nog wilde leven, hij ook met zulke bloedwaarden mocht blijven leven. Medisch gezien onverklaarbaar, maar Banshee leefde nog twee maanden. Hij is gestorven zoals hij zelf graag wilde: in alle rust, bij de vrouw in bed.

Eddy twijfelt aan zichzelf

M: Dag Hyronimus, kunnen we vandaag weer met elkaar praten?
H: Ja, ik ben bijna altijd beschikbaar als je dat wilt. Ik heb je wel gemist de afgelopen periode.
M: Ja, dat klopt, ik voelde me niet echt zo lekker in mijn lijf en ik ben ineens weer heel onzeker geworden over mijn dierengesprekken. Heb ik wel echte gesprekken met dieren of heb ik toch een zeer uitgebreide fantasie?
H: Helaas moet ik je zeggen dat je een zeer uitgebreide fantasie hebt, grapje, maar jouw fantasie slaat niet op je diergesprekken. Die doe je naar eer en geweten zorgvuldig en voor zover ik kan nagaan, zijn het ook steeds hele echte gesprekken. Maar je bent onzeker geworden door meerdere situaties. Doordat je zelf niet lekker was, heb je weinig gesprekken gevoerd en je bent gaan twijfelen door commentaar dat je kreeg. Dat soort dingen gebeuren, hoewel ik dacht dat je er al overheen was. Normaal gesproken ben je behoorlijk immuun voor de mening van anderen. Dat blijkt dus nu niet zo te zijn. Wat echt helpt is regelmatig blijven praten met dieren, maar je mag dat ook uitbreiden naar andere levende schepselen, als bomen en planten en zelfs mineralen. Dat heb je tot nu toe nooit geprobeerd, maar dat kan ook een interessante bron zijn van informatie. Probeer dat maar eens. Maar voorlopig zou ik je aanraden om weer wat vertrouwen op te bouwen door ‘gewone’ diergesprekken te voeren, zoals je dat altijd al doet. Zoek een situatie of een dier uit en ga er mee in communicatie. Dat zal je weer goed doen.
M: Dank je wel Hyronimus voor dit bemoedigende gesprek. Daarmee is mijn probleem nog niet meteen voorbij, maar ik voel me wel gesterkt om het weer op te pakken en door te gaan. Ik was echt heel erg aan mijzelf aan het twijfelen. En dan helpt het ook niet dat mijn boek niet meer verkoopt, dat is zo jammer.
H: Een boek verkoopt niet zichzelf. Daar moet je aan werken, steeds opnieuw moet je de publiciteit zoeken en dat doe je niet. Je zit gewoon in je luie stoel en wacht af, zo werkt dat helaas voor jou en vele andere auteurs, niet. Ga er mee aan de slag.
M: Dank je voor de tip. Ik zal er over nadenken wat ik kan doen om de verkoop weer aan te zwengelen. En ik weet dat ik mijn diergesprekken weer moet oppakken.
240603

Wat is het nut van een teek in de kringloop

We zijn weer een weekje op Texel. Het is mooi weer en dus ook tekenweer. Dat maakt mij nieuwsgierig naar het bestaansnut van teken, welke plek hebben zij in het ecosysteem?

M: Dag teek, ik zou heel graag eens met jou willen praten, is dat mogelijk?
T: Ja, dat kan wel. Wat wil je weten?
M: Ik ben eigenlijk benieuwd naar jullie leven.
T: Wij zijn een hele bijzondere spinnensoort. Wij hebben eigenschappen die maar heel weinig dieren hebben en daar ben ik best wel trots op.
M: Vertel.
T: Wij zijn klein en hebben een beperkte levenscyclus. Maar voor onze ontwikkeling zijn wij afhankelijk van bloed van gewervelde dieren. Daar moeten we dus altijd op zien te komen en dat zijn dan onze gastheren of -dames. Want daar zijn we weer niet kieskeurig in. Wij leven bijna altijd op de grond, hoewel er ook soorten zijn die uitsluitend bij hun gastheer verblijven. Zo’n teek ben ik niet.
M: Vertel eens over jouw levenscyclus als je wilt.
T: Dat is goed. Ik ben uit een eitje geboren. Mijn moeder had heel veel eitjes gelegd nadat ze zich vol gezogen had. Ik denk dat ze wel 20.000 eitjes had gelegd. Dat kon ze omdat ze zich voordat ze de eitjes legde helemaal volgezogen had. Wij teken kunnen ons lijf heel erg oprekken als we ons volzuigen. Doordat we erg elastisch zijn kunnen we wel honderden keren ons eigen lichaamsgewicht aan bloed opnemen. En zo kan het dat er ook heel veel eitjes kunnen komen. Niet alle eitjes komen uit en diegene die wel uitkomen zijn een soort larve, we lijken dan al wel op een teek, alleen hebben we dan nog maar zes poten, de laatste twee komen er later bij als we ons ontpoppen tot een klein teekje, die jullie geloof ik nimf noemen. Maar eigenlijk zijn we dan al een teek. In die beide stadia als larve en nimf zijn we afhankelijk van bloed van onze gastheer. En dat is best een probleem. Wij leven in principe op de grond of dichtbij de grond en we zijn geen grote wandelaars. Dus zijn we afhankelijk van onze strategische keuzes en de gastheren die voorbij komen. Muizen en egels zijn onze favorieten, maar ze moeten wel toevallig langs komen. En dat gebeurt niet zo vaak, dus in dit stadium overlijden de meeste teken, van die 20.000 eitjes zijn er slechts enkele honderden die ook echt teek worden. Dan hebben ze al twee keer een gastheer nodig gehad. In de tekenfase hebben we ook weer een gastheer nodig of meerdere als we wat langer leven. Als teek kunnen we wel heel energiezuinig leven, daardoor kunnen we wachten op een langskomende gastheer. Dat kan soms wel jaren duren en toch blijven we in leven al die jaren. Ja, wij kunnen heel energie zuinig zijn. Daar kunnen jullie nog wat van leren.
M: Dat is ook een vraag die ik heb. Wat is jullie plaats in het ecosysteem, hebben jullie een nut in jullie leven?
T: Wat een rare vraag. Natuurlijk hebben wij een nut. Ons leven is ons nut, moet het dan meteen om het grote geheel gaan?
M: Nou ja, veel dieren hebben een plekje in het ecosysteem en zonder die dieren zou een deel van het systeem niet functioneren. Dat zie ik bij jullie niet zo. Jullie zijn geen prooidieren waar de wereld niet zonder kan en ik zie jullie ook geen bestuivingen doen, enz. Zo bedoel ik dat.
T: Dat klopt, dat doen we allemaal niet, maar ons bestaan is ons nut voor de wereld.
M: Maar mensen zijn bang voor jullie want jullie kunnen nare ziektes overbrengen en dus hebben wij jullie liever niet in onze omgeving.
T: Dat begrijp ik, maar is ook kortzichtig. Als jullie ons nu eens goed zouden bestuderen kunnen jullie zien dat we wel degelijk nut hebben. We brengen gevaarlijke ziektes over, dat kan heel nuttig zijn om de mensheid te leren de natuur te respecteren. Daar zijn jullie nog lang niet aan toe, maar bedenk dat het coronavirus ook een waarschuwing van de schepper aan de mensheid was. Die waarschuwing hebben jullie totaal niet begrepen, helaas. Ons andere nut is dat wij enorm energiezuinig kunnen leven, jarenlang zonder enig voedsel, we kunnen dus grotendeels uit de lucht leven. Dat is een interessante gedachte, kijk daar ook eens naar. Als jullie je afschuw over ons bestaan van je af kunt zetten, zijn we eigenlijk best leuke beestjes waar jullie echt van kunnen leren.
M: Dank je wel voor deze afsluiting, nu begrijp ik jullie plek in het ecosysteem die ik nooit begrepen heb. Dank je wel voor dit gesprek.
240508

Bij bosbrand omgekomen Kangoeroe

Ik heb het in deze blog over het begrip groepsziel, daar heb ik wel vaker over geschreven en het staat goed uitgelegd in mijn boek ‘De man die met dieren spreekt’ hoofdstuk 9. Dit is al een ouder verhaal en toen was dat begrip nog niet zo duidelijk. Maar kort gezegd kun je een groepsziel beschouwen als een soort cloudopslag voor zielen van een bepaalde diersoort.

M: Dag kangoeroe, is het mogelijk om met een kangoeroe te praten die onlangs slachtoffer geworden is van de grote bosbranden in Australië?
K: Dat is zeker mogelijk, ik leg even het contact.
M: Dat is fijn. (Ik heb blijkbaar de groepsziel in een keer te pakken en nu zoeken ze een dier dat nog bewustzijn heeft van de branden, deze is dus al teruggekeerd naar de groepsziel en doolt niet rond, zonder te weten dat hij dood is)
K: Hier ben ik. Wat kan ik voor je doen?
M: Zijn jullie zo goed georganiseerd en zo beleefd als jullie nu overkomen? Dit is bijna een grapje, maar ook wel met een serieuze ondertoon. En natuurlijk wil ik mezelf even voorstellen. Ik ben … en probeer een indruk te krijgen wat jullie is overkomen met deze heftige bosbranden.
K: Je bent welkom en ik wil graag proberen te beschrijven wat ons is overkomen. We leefden met een groep kangoeroes in een groot gebied met veel grasland, maar ook wel bos. En natuurlijk was het al weken aan het branden, zonder dat we ons echte zorgen maakte. Het gebeurt heel veel en je raakt er aan gewend. De Australische natuur is er deels van afhankelijk. Maar toch was het deze keer heel anders. De rook en de hitte jagen je weg en dus ga je op de vlucht, je verplaatst je van de ene kant naar een andere kant waar geen rook en vuur is. Het leek duidelijk een bepaalde kant op te trekken en wij trokken daar vooruit. Maar zonder dat we er iets van begrepen, waren we ineens ingesloten door rondom vuur en rook. En het gaat zo ontzettend snel alsof er een wind over komt waaien en dan zijn de vlammen al weer verder en wij dood. Voor je er erg in hebt, het ene moment ren je nog voor je leven en het andere moment ben je ingehaald en ben je dood. Het was een verstikkende dood, door de rook, er was helemaal geen frisse lucht meer, alleen de hete verstikkende rook. Daardoor wordt je bedwelmd en of je al dood bent voor je verbrand of pas daarna, je merkt van de brand niets meer, want je bent je bewustzijn al verloren.
M: Dat klinkt heel heftig. Hoe gaat het nu verder met jullie?
K: Het klinkt heftiger dan het was. Natuurlijk zijn er veel van ons gestorven, maar dat gebeurt jaarlijks. Gelukkig niet jaarlijks zoveel, maar het is een natuurlijk proces. De meeste van ons hebben dit al verscheidene keren meegemaakt en het is een belangrijk onderdeel van onze groepsziel, we kunnen het redelijk gemakkelijk weer oppakken. Maar er zijn verschillen. Die dieren die het nooit eerder hebben meegemaakt en ook in paniek raken, kunnen zich vaak niet zo gemakkelijk laten gaan en ze strijden hard om te overleven, hoewel ze dat vaak toch niet doen. Door die strijd verliezen ze de aansluiting met de groepsziel en dan kan het gebeuren dat ze hun dood niet kunnen accepteren.
M: Dit was heel informatief wat je vertelde. Heb je nog meer toe te voegen?
K: Dit was het wel zo’n beetje.
M: Dank je wel voor het fijne gesprek.
200214

Dieren en gevoelens

“Voel jij mee met de dieren in hun nood en/of gevoelens?”

Die vraag stelde Eddy me laatst en ik wilde stoer terugmailen dat ik die buiten me heb weten te laten in de loop der jaren. Maar ik had eerst nog een gesprek met een pas overleden hond en zijn verdriet sloeg emotioneel zo bij me in dat ik letterlijk hartzeer had en de tranen over m’n wangen stroomden.

Jaren geleden heb ik gepubliceerd:

“Ik noem het tweedehands gevoelens, de gevoelens die ik via dieren ervaar.

Het is belangrijk dat ik ze binnen krijg omdat ik mensen dan kan uitleggen wat het dier ervaart.
Er is onderscheid tussen lichamelijke en emotionele gevoelens.

Er zijn een aantal lichamelijke gevoelens die mij vreemd zijn maar die ik toch heb ervaren via dieren: epilepsie, blindheid, tumoren, koliek, tia’s, ernstige verstopping, verstikking, hartstilstand, vuurwerk dat in je hoofd uiteen lijkt te knallen.

Er zijn ook lichamelijke gevoelens die ik wel ken maar via het dier door mij in andere mate en op andere plaatsen gevoeld worden.
De emotionele gevoelens die er bij dieren heftig inhakken (en via hen bij mij) zijn mijzelf ook bekend: verdriet, blijdschap, boosheid, angst, verwardheid, alleen voelen, enthousiasme etc.
Er zijn ook gevoelens die een mix van lichamelijk en emotioneel zijn. Ik ervaar ze via de dieren en op het moment dat ik het uitleg aan eigenaren, trekken die zelf conclusies: het lijkt op zwakbegaafdheid, autisme of ADHD.
Het ervaren van andermans gevoelens zijn voor mij geen last maar een rijkdom. Ik moet er alleen voor zorgen dat ik het niet tot mijn probleem maak. Maar dat is met intensieve gesprekken met mensen net zo.”

Terugkomend op Eddie’s vraag: Soms overvallen gevoelens van dieren me kennelijk toch nog steeds en ja, dat vind ik nog steeds een rijkdom, ondanks de impact die het even heeft op mijn lichamelijke en emotionele gestel. Buiten verdrietige gevoelens kan het ook zijn dat ik enorme blijdschap bij een dier tref. Dan borrelen er vanuit mijn buik altijd lachbubbels op die op een gegeven moment niet meer te houden zijn en dan moet ik het lachend wel vertellen aan de mensen die ik aan de lijn heb.

Het leven als dierentolk is niet saai, zo vanaf mijn stoel.