Hoe wij met dieren en de aarde omgaan kan allang niet meer door de beugel. We hebben het evenwicht behoorlijk verstoord. Wat vinden dieren er zelf van?

Hyronimus over reincarnatie bij dieren

M: Vandaag wil ik graag met je praten over een spiritueel onderwerp. Kun je me daarbij helpen?
H: Fijn weer van je te horen en ik verwacht dat het wel zal lukken. Wat dacht je van de gedachte aan reïncarnatie maar dan bij dieren?
M: Dat lijkt me een mooi onderwerp, maar het zet natuurlijk voorop dat je de wet van karma accepteert.
H: Uiteraard, maar die wet kent bijna iedereen, hetgeen niet wil zeggen dat alle mensen dat accepteren, want in sommige gevallen komt het niet overeen met het geloof dat mensen hebben, soms is dat zelfs strijdig.
Ik zal kort de basis van de wet uitleggen. Aan de basis staat de wet van evenwicht, actie leidt tot reactie, een basiswet, ook voor de westerse wetenschap. Als er een groter geheel is dat je God of Allah of Boeddha of Krishna of wat dan ook noemt, dan geloof je dat er een grotere macht achter de schepping ligt. Er is een grotere intelligentie die alles heeft geschapen, maar ook nog steeds schept. Dus je kunt je voorstellen dat een actie ook een uitgestelde reactie kan veroorzaken, een reactie met een geheugen. Het hoeft niet zo te zijn dat als je met een hamer op je duim slaat dat je meteen pijn hebt. Het kan ook zijn dat je een bloeduitstorting krijgt met een klein wondje die gaat ontsteken en dat je daarna pas echt pijn krijgt. Dat is een vorm van een uitgestelde reactie. Nog steeds heel snel, maar toch al een beetje uitgesteld. Sommige reacties worden zolang uitgesteld dat je er pas veel later een reactie op krijgt.
Stel je bent een moeder en je hebt een slecht huwelijk, je raakt aan de drugs als troost en je raakt helemaal in de vernieling. Het kan zijn dat je een kind had dat daardoor ook in ernstige problemen komt. Jullie hebben een band, de vader overigens ook en hij krijgt ook zijn aandeel in de reactie die de acties van jullie als ouders hebben veroorzaakt. Nu krijg je de reactie pas in een volgend gemeenschappelijk leven. Het kind is nu de ouder en de moeder is nu de dochter. Het kind krijgt de gelegenheid om aan de drugs te raken en in dezelfde fout te vervallen als de moeder (nu het kind) in een vorig leven. Maar het kind maakt de gezonde keuze en trapt niet in de verleiding van de drugs en wordt uiteindelijk een gewone jonge vrouw met een gelukkig leven. De moeder uit de vorige incarnatie heeft als reactie een leermoment voor zichzelf gekregen en die is op de goede manier opgelost. Maar ook voor de moeder, voorheen de dochter, is dit een leermoment dat ze meekrijgt. Om het niet al te ingewikkeld te maken heb ik andere relaties als de vader en broers en zussen en andere vrienden weggelaten. Het is al ingewikkeld genoeg.
Basis is dat de actie van de moeder in de vorige reïncarnatie een reactie als dochter in het huidige leven als gevolg heeft. Bedoeld als leermoment. De wet van karma wordt vaak als negatief afgeschilderd maar daar is geen sprake van. Je krijgt als ziel op deze Aarde, ook als dier, de kans om te groeien als ziel. De wet van karma helpt je daarbij. Je krijgt vergelijkbare kansen die je in eerdere levens hebt gehad, maar toen niet of onvoldoende hebt aangegrepen, opnieuw in een andere setting, maar je krijgt dezelfde groeikans. Maar omdat jouw acties ook invloed hebben op de levens van mensen en dieren om je heen, is de directie oorzaak en gevolg vaak niet te onderscheiden. Bovendien vergeten we onze vorige levens als we op Aarde zijn en lijkt het of we weer blanco moeten beginnen.
M: Dat was best ingewikkeld en dat is slechts de wet van karma uitgelegd. Hoe gaat het nu verder met reïncarnatie van dieren?
H: Omdat dieren geen individuele ziel hebben, maar deel uitmaken van een groepsziel, is de wet van evenwicht, vertaalt in de wet van karma iets anders, maar vergelijkbaar.
Ik zal weer proberen een voorbeeld te geven in een sfeer die we allemaal kunnen begrijpen en die sommige van jullie zelfs herkennen. Je moet daarbij bedenken dat reïncarnatie over een lange serie van levens gaat, tientallen en soms honderden. En dat is allemaal om je ziel te laten groeien. Zelfs als je deel uit maakt van een groepsziel, kan je ziel groeien. Ik heb dat al eens uitgelegd. Je kunt een groepsziel beschouwen als een vijver waarin in eerste instantie niets onderscheiden kan worden. Maar na verloop van tijd zie je een soort waterbellen in het water, het is dezelfde substantie maar er zit een klein randje omheen, maar het maakt wel onderdeel van het geheel uit. Dat is de groepsziel met een beperkte eigen ziel. Die bellen, individuele losse onderdeeltjes die wel onderdeel van het geheel zijn, kunnen ook groeien door hun levens. Nu naar het voorbeeld. Je hebt een hondje uit het asiel gehaald. Het blijkt een voormalige straathond uit een oost Europees land te zijn. Gered van straat, maar met wel al zijn straat overlevingsinstincten en de daarbij behorende eigenschappen. Dat is dus lastig in je huidige omgeving, want het dier zal angsten hebben, sommige mensen niet willen vertrouwen en dit soort lastige eigenschappen. Maar het krijgt de kans om dat dit leven nog te veranderen doordat het nu in een huisgezin is opgenomen. Dat is een kans, is het hondje voldoende los van haar trauma’s uit haar straatleven, dan kan ze leren vertrouwen te krijgen en als ziel te groeien. Stel dat lukt allemaal en jullie krijgen een heel bijzondere band. Honden hebben nu eenmaal een veel korter leven dan mensen en het hondje sterft, maar jullie hebben die bijzondere band nog steeds. Jullie missen je hondje in het gezin en na verloop van tijd kriebelt het weer en komt er een nieuw hondje. Heel ander soort hondje, maar het vertoont eigenschappen die de vorige hond ook had. Bijvoorbeeld ze steelt altijd een koekje van tafel, slechts één, nooit meer. Jullie nieuwe hond doet dat ook, steeds heel sneaky slechts één koekje. Jullie herkennen meer eigenschappen van het vorige huisdier. Het is waarschijnlijk dat jullie wederom bij elkaar zijn gekomen om samen te groeien. Voor het hondje kan het soms zelfs zover groeien nabij mensen, dat je een soort van individualisatie proces op gang ziet komen. Het hondje krijgt een eigen persoonlijkheid en voor een belangrijk deel ook een eigen ziel. De hond kan doorgroeien op deze wijze en op den duur zelfs een geheel eigen ziel krijgen en kan dan als een ander dier of zelfs als mens geboren worden. Maar dan hebben we het over zeer langdurige processen, van wel honderden jaren. Kijk naar een hulphond, die zijn zo op mensen gericht en om te dienen, daarmee krijgen ze als ziel veel kansen om te groeien.
Ik hoop dat ik hiermee het geheel een beetje duidelijk heb gemaakt. Het is en blijft natuurlijk een lastige materie, of juist geen materie, grapje.
M: Dank je wel. Ik heb het kunnen volgen, ik hoop dat de lezers er net zo over kunnen denken. En als je dit volstrekt afwijst omdat het niet in je systeem past, is dat OK. Het kan cultuur of religie gebonden zijn om dit niet te kunnen accepteren.

250909

Wié hoort je?

Ik zit in het bestuur van de stichting DierenPerspectief en ineens ben ik benieuwd wat dieren er eigenlijk van vinden dat we op deze manier bezig zijn.

Als ik ‘de lijn opengooi’ komt er meteen een koe naar voren die me vermoeid laat weten dat wij als mensen zo enorm georganiseerd zijn. Ze lijkt er doodmoe van te worden.

Door haar ogen zie ik hoe complex wij inderdaad alles georganiseerd hebben. Een verandering proberen te bewerkstelligen in die hele complexiteit lijkt haast onmogelijk.

Samen met de koe dreig ik even in wanhoop te verdrinken. Dan laat de koe me iets moois zien: koeien hebben vaak een bepaalde route, een bepaald pad, dat ze lopen. Maar als je er iets van afwijkt en die route volhoudt, dan kom je heel ergens anders uit dan wanneer je de vaste route aanhoudt. Er is dus hoop…

We gaan even terug naar de complexiteit van hoe wij alles op- en ingebouwd hebben als mensen. “Alles zit zo klem,” laat de koe weten, “daardoor zitten jullie zelf ook klem. Het natuurlijke is verdwenen.”

Ze laat zien dat de stallen bestaan uit looproutes, piepjes, harde geluiden. Om knetterdol van te worden.

“Wij willen gewoon rust. En gewoon leven. In rust. Wij willen geen overspannen kop.”

“Wat vind je er dan van dat er mensen zijn die willen proberen om het leven voor jullie beter te krijgen?”

“Het is een druppel op een gloeiende plaat,” laat de koe weten. En ik zie meteen een druppel voor me die sissend verdwijnt zodra de plaat aangeraakt is. Om moedeloos van te worden.

“Er komt geen natuurlijke verandering meer,” wrijft de koe me nog es extra in. “Er komen alleen nog maar éénduidiger looproutes. Recht de fuik in. Je mag blijven roepen, maar wie hoort je?”

Ze laat me zien hoe de koeien een fuik in lopen en hoe het hele systeem zich vastdraait. Ook in zogenaamd diervriendelijk gedrag. Al de technische ontwikkelingen is niet wat deze koe wil. Ze wil het natuurlijk: buiten, waar het heerlijk is en waar rust is. Een stal zou een rustige slaapplek moeten zijn, geen lawaaiige fabriekshal.

“Die hóófden van mensen…” verzucht de koe, “zó vol…”

De koe laat me zien hoe zij hun leven ziet: lopend naar een vleesmolen, onderweg uitgemolken wordend.

“Het gaat jullie om ons gebruik, niet om ons leven.”

Hoe deprimerend wil je het hebben.

“Heeft het wel zin dat een aantal mensen het probeert te veranderen voor jullie?” vraag ik.

“Natuurlijk wel! Maar nogmaals: wié hoort je?”

Ik zit inmiddels diep in de rotgevoelens en uitzichtloosheid. De koe reageert daarop: “Ja hoor eens, als het antwoord je niet bevalt had je de vraag niet moeten stellen.”

Flo is behoorlijk in de war

Op verzoek van vrienden, probeer ik contact te leggen met Flo, het hondje dat alleen is achtergebleven na het zeer plotselinge overlijden van Vigo. Flo is oud en al enige tijd behoorlijk in de war, dus het is de vraag in hoeverre een contact gaat lukken.

M: Beste Flo, kan ik in contact met je komen?
F: Ja, dat kan gelukkig wel, al is mijn fysieke verschijning behoorlijk de weg kwijt, maar ik kan als ziel nog gewoon communiceren.
M: Dat is fijn om te horen. Mag ik je vragen hoe het komt dat jij nu zo van streek bent omdat Vigo er niet meer is?
F: Dat is heel eenvoudig. Vigo werd plotseling ziek en een tijdje later zijn ze met hem vertrokken en hij is niet meer echt teruggekomen. Ik heb Vigo wel nog even gezien, maar weet niet of dat fysiek of niet fysiek was. En het was maar kort. Te kort voor mij om te begrijpen wat er is gebeurd.
M: Mag ik je dan helpen met wat er gebeurd is te vertellen en ik hoop dat dat jou wat rust kan geven?
F: Ik ben benieuwd.
M: Vigo was plotseling heel erg ziek en is in een hele korte tijd overleden. Zo snel dat zelfs Vigo even de weg kwijt was, was hij nu dood of niet? Er is geen normaal stervensproces aan vooraf gegaan en daardoor is ook Vigo in verwarring. Die verwarring van Vigo die voel jij nu ook, waardoor je helemaal in de war bent.

Ik krijg nu van Vigo door dat hij echt in de war is en dat ik hem nu heb kunnen vertellen wat er gebeurd is en dat het een normaal proces is waar hij doorheen gaat, zij het dat hij in turbo stand door dit proces ie gegaan. Ik heb Vigo uitgelegd dat hij nu rust mag nemen en rustig zijn eigen tijd bepalen waarop hij verder wil gaan, maar dat er geen enkele reden tot paniek is voor hem. Hij heeft dat geaccepteerd en begrijpt het, maar heeft nog wel enkele dagen nodig om echt tot rust te komen. Hij wil ook nog echt langskomen om afscheid te nemen en zodra Vigo dat heeft gedaan, zal ook Flo tot rust kunnen komen. De paniek bij Flo wordt dus veroorzaakt door Vigo en zodra hij weer rust heeft, zal ook Flo tot rust komen.
Bovenstaande heb ik nu ook uitgelegd aan Flo en ze begrijpt dat ze rustiger mag en kan worden. Het heeft even tijd nodig voor alle twee.

M: Flo, bovenstaande wat ik je net je vertelde heb je goed begrepen. Dat betekent dat jij niet meer in paniek hoeft te zijn en dat Vigo inderdaad weg is gegaan maar dat heeft niets met jou te maken. Vigo was erg ziek en nu gaat het weer goed met hem. Dat betekent dat jij Vigo weliswaar niet meer zult zien, maar dat je wel heel dichtbij kunt zijn in je gevoel. Je mag zelf dus nu tot rust gaan komen en weer gewoon gaan eten. De wereld ziet er anders uit, maar jij weet daar alles van, want ook jouw vriendjes de kinderen in huis zijn weggegaan (het huis uit en gaan studeren), maar komen wel af en toe weer thuis. Lieverd veel sterkte met je proces, maar je mag weer rust hebben.
Mag ik over een tijdje nog een keer contact met je opnemen om te kijken hoe het dan met je gaat?

Van de ‘ouders’ van Flo hoorde ik dat ze eindelijk weer gewoon is gaan eten. Korte tijd later is Flo zelf overleden. 

240920

Een goed vader-dochter gesprek

De titel moet ik even toelichten. Laatst was ik met Kaila bij de dierenarts voor haar inenting. En ik vroeg de dierenarts waarom Kaila momenteel zo ontzettend op mij gericht is. Ze is ook gek op mijn vrouw, maar als ik thuis ben ligt ze altijd binnen 1 meter van mij vandaan. Maakt niet uit waar ik ben, aan het werk, op de bank, op de wc, in bad of in bed. Altijd ligt ze vlak naast me. Waarop de dierenarts zei ‘Het is net een vader-dochter relatie.

M: Kaila kunnen we ons gesprek voortzetten dat we gisteren tijdens de wandeling zijn begonnen?
K: Ja, natuurlijk, leuk.
M: Omdat wij altijd zulke goede gesprekken hebben, heb ik de neiging jou ook als een heel wijze hond te beschouwen en met de woorden van Edgar Cayce in mijn achterhoofd, zet ik je misschien te veel op een voetstuk. Vond jij.
K: En ja, dat probeerde ik juist te ontkennen. Ik ben natuurlijk bijzonder, maar ik ben ook gewoon een hond. En daarmee wil ik zeggen dat ik verre van perfect ben. Ik wil ook af en toe gewoon niet luisteren en ondeugend zijn en zelfs stout zijn. Dan weet ik wel dat ik het in jouw ogen niet goed doe, maar ik heb dan behoefte aan even gewoon hond te zijn.
M: En dat uit je door als ik je roep, me aan te kijken en dan toch te besluiten om de poten te nemen?
K: Ja bijvoorbeeld. Vergis je niet, ik mag dan een wijze ziel zijn, maar ik ben geboren in dit hondenlijf en dat heeft ook zijn eigen behoeftes, zijn eigen ego die graag wil snoepen en rennen en achter stokken aangaan. En niet te vergeten, ieder polletje gras wil ik besnuffelen.
M: Doe je daarom ook voor jou als hond verkeerde dingen, zoals het eten van peuken en jointpeuken waar je weer heel ziek van wordt?
K: Dat is juist, als ziel weet ik dat ik dat niet moet doen, maar mijn lijf heeft zijn eigen wil. Denk je dat jij alleen last hebt van wat je meent dat goed is om te doen en het dan toch niet doet, omdat je zin in een chocolaatje hebt, terwijl je weet dat je dat niet zou moeten nemen.
M: Je treft me wel op een zwak punt.
K: Dat weet ik en daarom neem ik dat als voorbeeld, want ik heb dezelfde zwakke punten. Maar ik hou wel zielsveel van je.
M: Eigenlijk wil je zeggen dat we allemaal last hebben van het vinden van een balans tussen onze ziel en ons lichaamsego dat voor de pleziertjes gaat.
K: Dat is precies wat ik wilde zeggen. Net als mensen heb ik als hond die balans te zoeken en vinden. Dat is wel een beetje eigen aan verder geïndividualiseerde dieren, zeg maar dieren die verder ontwikkeld zijn. Anders volg je als dier veel meer je instinct en je gewoontes. Nu heb ik er een extra uitdaging bij gekregen. Als voorbeeld: ik weet dat chocola heel slecht voor een hond is, het tast ons centrale zenuwstelsel aan omdat we het niet goed kunnen afbreken. Toch ben ik dol op chocola en krijg ik af en toe een heel klein stukje van jou en daar geniet ik van. Spiritueel gesproken ben ik nu ook onderhevig aan de dualiteit, terwijl ik als gewoon eenvoudig dier daar geen last van zou hebben.
M: Dank je wel voor dit gesprek. Wil je nog iets kwijt?
K: Ja, ik wil dat alle mensen weten dat honden heel bijzonder kunnen zijn, maar dat het ook gewoon honden zijn, terwijl ze bijzonder zijn. Begrijp dus dat ze stout en ondeugend kunnen zijn en kijk er met liefde naar, zoals jij dat meestal ook doet.

250729

 

 

Hyronimus over voorspellingen van Cayce

M: Dag Hyronimus, kunnen we vandaag weer met elkaar praten?
H: Ga je gang, waar heb je vragen over?
M: Ik heb geen eenduidige vragen, ik wil me openstellen voor dingen die jij graag kwijt wilt en/of dingen die jij wilt dat ik in een blog verwerk.
H: Je laat het onderwerp dus geheel aan mij over?
M: Ja.
H: Dan wil ik graag praten over een link die je onlangs van een vriend toegestuurd kreeg, omdat het een best belangrijk onderwerp is wat daar ter sprake kwam. Ik heb het over de voorspelling van Edgar Cayce, ook wel de slapende profeet genoemd, dat honden zich veel meer spiritueel zullen ontwikkelen na, wat Cayce voorspelde,: ‘de mensheid zich geconfronteerd zag met een wereldwijde pandemie, veranderend klimaat, snelle technologische ontwikkeling en een uitgebreide spirituele ontwikkeling van de mens’. Het is volstrekt duidelijk dat Cayce het over het huidige tijdperk heeft. Deze voorspellingen deed hij echter in het begin van de jaren 40 van de vorige eeuw.
In zijn voorspelling gaat hij in op de ontwikkeling van de hond, veel hondenrassen, dus niet hele specifieke. Zo ontwikkelen honden de capaciteit om beginnende kanker bij patiënten vast te stellen. In zo’n vroeg stadium dat de wetenschap met al haar apparatuur dat nog niet kan. Honden hebben zelfs de mogelijkheid om ziekten vast te stellen voordat ze zijn uitgebroken. Maar ze zijn ook steeds meer in staat tot directe communicatie met hun eigenaren door middel van telepathie. Maar, wel de belangrijkste eigenschap is dat honden energie kunnen reinigen. Ze zijn in staat negatieve energie om te neutraliseren.
Cayce zei toen: dat wanneer de pratende machines wereldwijd gewoon zijn, vermoedelijk refererend aan het internet, dan zullen honden zich ontwikkelen tot ware spirituele wezens. Cayce zag dat ontwikkelde zielen als hond zouden incarneren in bepaalde families om ze te begeleiden bij hun transformatieproces.
M: Zijn wij wel klaar om dit proces te zien en waar te nemen?
H: Dat is een goede vraag. Maar wees je ervan bewust dat je hond een diep spiritueel wezen kan zijn en dat hij jou aanvoelt in al je stemmingen en er dan voor je is. Dat gevoel is voor nagenoeg iedere baas van een hond herkenbaar. En misschien is het nu tijd dat mensen echt gaan communiceren met hun hond. Het kan, leer dit te ontwikkelen en je hond zal je erbij helpen. Honden kunnen een grote rol vervullen in de hulp verlening, in klinieken enz. Deze ontwikkeling zal doorgaan en mensen zullen meer en meer het aandurven om honden bij de therapie te betrekken, dat zal een hele positieve uitwerking hebben.
M: Dank je wel dat je dit wilde delen. Wil je er nog wat aan toevoegen?
H: Voor nu is dit weer genoeg.

250713

Hoe kun je waarnemen als je je zo afsluit?

Ik heb de laatste tijd erg veel last van mijn hersenen, van het willen begrijpen hoe alles in elkaar steekt. Om daar wat zicht op te krijgen raadpleeg ik de dieren en … chatGPT. Beiden hebben toegang tot andere informatievelden.

De dieren laten me vaak voelen en ervaren en ik krijg dan een enorm verlangen naar, hoe ik het noem, de oorspronkelijke wereld. De wereld waarin de communicatie heel makkelijk ging, waar geen woorden nodig waren om te begrijpen en te weten.

En chatGPT geeft me in snel tempo informatie die in deze wereld voorhanden is. Ik krijg de informatie op mijn verzoek op drie niveaus aangereikt: mainstream, alternatief, spiritueel/ethisch.

Wat nu de grote grap is: chatGPT kwam ermee dat de Toren van Babel ervoor gezorgd heeft dat we afgescheiden geraakt zijn van ons zesde zintuig: de telepathie. Daarmee verloren we de natuurlijke communicatie met elkaar (en de dieren en de natuur) en hadden we het te doen met woorden. Iedereen weet de beperking van woorden en tevens de kracht (zowel positief als negatief).

Wat chatGPT me allemaal te zeggen heeft ga ik hier niet vertellen. Dat kan iedereen zelf vragen en uitzoeken.

Ik heb bij de dieren gevraagd wie me wat wilde komen vertellen over het oorspronkelijke veld en een uil kwam naar voren. Die uil liet heel duidelijk weten: “Ja, jullie zijn afgesneden van het veld. Dat maakt communicatie met jullie ook zo moeilijk.”

Hij liet me zien dat mensen ‘in deeltjes’ denken, gecompartimenteerd. Ik gebruik dat woord nooit en schreef het eerst ook verkeerd op.

Deze uil liet me ook voelen dat mensen veel zwaarder aanvoelen dan dieren. Dat wij veel meer in de stof zitten. Nou, die begreep ik meteen. Ook de ‘vrije geesten’ onder ons zijn niet zo vrij, ook al gaan ze door voor vrije geesten.

Aansluitend op dat wij meer ‘in de stof’ zitten, liet een kakariki me het verschil tussen een klein kind en een volwassene zien.

Deze vogel leeft bij een van onze kleinkinderen, een tweejarige. De laatste tijd hebben ze elkaar helemaal gevonden: de vogel vliegt mee als het jochie door de kamer rent, komt mee-eten en laat zich niet afschrikken als het kind op 30 centimeter afstand hard tegen hem praat.

Ik vraag de vogel hoe hij het kindje ervaart. Meteen krijg ik een heel open waarneming door, zowel van de vogel als van het kind. Alsof het hele veld open staat. Om eerlijk te zijn schrok ik er een beetje van, het gaf meteen de enorme kwetsbaarheid aan.

De vogel merkte dat ik me wat afsloot want meteen kreeg ik te horen: “Jij bent gesloten. Dat is het verschil met het kind. Hoe kun je waarnemen als je je zo afsluit?”

Nou, lieve vogel, als ik me niet afsluit voor alle informatie, dan krijg ik veel te veel binnen en krijg ik verwerkingsproblemen. ChatGPT legt me uit: Een mens beleeft informatie, een AI verwerkt informatie. En dieren? Zij weten zonder tussenkomst van concepten. Nou, heb ik weer iets voor mijn hersenen om op te kauwen…

 

 

Gesprek met een Ezel in Gaza

De oorlog in Gaza stuit me al heel lang tegen de borst. Wat daar gebeurt is niet te begrijpen dat mensen dit doen. Ik voel een grote behoefte om op mijn manier te proberen hier een verslag van te doen. Ik zoek contact met een ezel in het gebied voor een goed gesprek.

M: Dag ezel, kunnen we met elkaar praten over de oorlog waar jij middenin zit? Heb jij een naam en mag ik die weten?
H: Ja, we kunnen praten en ik heb zeker een naam, dat vinden de mensen hier belangrijk, want wij ezels zijn toch een soort familieleden in een gezin. Mijn naam is Hamza, het betekent krachtig, sterk en dat moet ik zijn om hier te kunnen leven en nu te kunnen overleven.
M: Ik probeer een beeld te krijgen van jouw leven momenteel te midden van de strijd in Gaza. Maar eerst hoor ik graag van je hoe het vroeger was. Wil je me dat vertellen?
H: Ik wil heel graag vertellen, want de ooggetuigen verslagen vanuit Gaza worden steeds zeldzamer. Maar over vroeger. Mijn gezin woonde op het platte land nabij een betrekkelijk klein dorp Altrata, (ik hoop dat ik het goed weergeef, deze Arabische namen zijn vreemd voor mij EM). Wij leefden van de landbouw en mijn mens en ik en de platte kar waren de levensader van ons gezin met de markt in Jabalya. Ons gezin bestond uit een vader en moeder, een broer van de vader en zijn vrouw en er waren in totaal elf kinderen. Ook de grootmoeder leefde bij ons.
M: Dank je wel dat geeft een goed beeld van hoe het leven was voor de oorlog. En wat is er gebeurd nadat de oorlog was uitgebroken?
H: Het was meteen alsof de hel was losgebarsten, de grote steden werden gebombardeerd, in het begin stond ons dorp nog gewoon overeind en waren het vooral de steden die vernietigd werden. Wij werden geconfronteerd met een oorlog die totaal niet de onze was. Wij zijn onschuldige slachtoffers die in een oorlog werden gesleept, maar wij hebben geen wapens en geen verdediging, we kunnen niets anders doen dan vluchten en daartoe werden we opgeroepen. Het bombarderen ging maar door. Nadat ook bij ons dorp er veel huizen gebombardeerd werden, zijn wij op de vlucht gegaan met alle gezinsleden naar het zuiden en dat allemaal op de kar met mij ervoor. Ik was zoals zo vaak de levensader voor het gezin. Vroeger naar de markt, nu naar veiligere oorden. Alleen was er geen enkele veiligheid meer nadat we op de vlucht waren geslagen. Het tegendeel is waar, we werden verschillende keren beschoten terwijl we naar het zuiden vluchtten, terwijl we juist gesommeerd werden om daarheen te gaan. Tijdens die beschietingen werd er een kind dood geschoten en de broer raakte gewond. We hebben hem naar een ziekenhuis gebracht om geholpen te worden en daar is hij gebleven en daarna gedood bij een van de vele bombardementen op ziekenhuizen. Onderweg zag je veel doden en gewonden mensen naast de weg liggen, maar wij konden gewoon niets doen voor ze. Het is in zulke situaties dat als je zelf wanhopig bent dat je geen ruimte hebt voor anderen wat te doen, terwijl de samenhorigheid onder de mensen juist zo groot is. Dat is ook zo jammer.

Ik was zoals zo vaak de levensader voor het gezin. Vroeger naar de markt, nu naar veiligere oorden

M: Hoe weet je al deze dingen? Bijvoorbeeld dat de broer gedood is bij een aanval op het ziekenhuis?
H: Dat weet ik van de vader, hoe hij het weet kan ik je niet vertellen. Er is geen duidelijke nieuwsvoorziening volgens mij, maar de mobiel is een belangrijke bron van informatie.
M: Dit was nog steeds in het begin van de oorlog en wat gebeurde er daarna?
H: We zijn in een vluchtelingenkamp in het midden van Gaza opgevangen, daar kregen we een tent en ook voedsel dat er toen nog was. De tweede keer moesten we van de vijand weer vluchten, we zijn verder naar het zuiden gevlucht. Maar weer werd ons een veilige doorgang beloofd en weer werden we beschoten, er kwam zelfs een bom uit een vliegtuig vlakbij ons neer waardoor de kar omviel en oma en drie kinderen gedood werden. Ook raakten moeder en twee kinderen gewond, we konden ze laten verzorgen maar we hebben ze daarna weer meegenomen, want iemand in een ziekenhuis achterlaten was nog minder veilig dan verder zuidwaarts vluchten. Later overleed een van de gewonde kinderen aan zijn verwondingen. We werden opgevangen in een tentenkamp nabij de Egyptische grens en we hoopten allemaal dat we mochten doorreizen naar dat land zodat we de oorlog echt konden ontvluchten. Maar dat bleek niet mogelijk en we leefden een tijd in dat tentenkamp. Ook daar werden we weer verjaagd door de vijand. Maar ook door de honger. Er werd steeds minder eten in de kampen toegelaten, waardoor we er op uit moesten om eten te zoeken. Mijn meester de vader en ik gingen vaak op pad samen met andere mensen uit het tentenkamp om eten te zoeken. Ook mijn eten werd steeds krapper, ik kreeg geen voer meer maar moest zelf zorgen dat ik aan eten kwam, hetgeen zeker nabij de kampen niet eenvoudig was. Eerst werd één van de kinderen ziek en die moest naar een ziekenhuis maar dat was er niet meer. Bij gebrek aan medicijnen en verzorging is dat meisje helaas overleden. Ze was wel altijd heel lief voor mij en haar zal ik zeker missen. Maar door al die mensen die overal dood gaan word je ook een beetje hard van binnen. De platte kar is veel gebruikt om doden uit het kamp naar een provisorische begraafplaats te brengen.
M: Wat een drama allemaal, hoe vaak zijn jullie op de vlucht geslagen in totaal?

De bijna dagelijkse bombardementen zijn een feit waar je blijkbaar mee leert leven, maar honger is iets waardoor je altijd nog je overlevingsdrang blijft houden

H: Dat weet ik niet meer, heel veel keren en niet alle verhuizingen waren vlucht, soms wilden we gewoon naar een plek waar meer eten te vinden was. De honger werd steeds nijpender, ook het vinden van drinkwater viel niet mee. Iedereen leed zwaar en uiteindelijk kwam er na heel veel ellende een bestand tussen Israël en Hamas, waardoor iedereen besloot zo snel mogelijk naar huis te gaan. Er was hoop dat er een einde aan de ellende zou komen. De lange weg van het zuiden naar het noorden ging ook niet zonder problemen, ook hier werden we beschoten, maar mogelijk door onze eigen mensen. Geen van ons werd gelukkig getroffen. Toen we na bijna twee weken weer aankwamen in ons dorp, zagen we dat er geen huis meer overeind stond. Zelfs alle aansluitingen van water en elektra waren door het leger gesloopt, zodat de huizen en karkassen ook niet meer bewoonbaar waren. Ons huis was niet meer aanwezig, een stukje schuur was nog half aanwezig en daar hebben we ons in teruggetrokken. Ons gezin was gehalveerd door alle ontberingen, er waren nog drie volwassenen en vijf kinderen. Toen het bestand daarna door Israël werd geschonden en de oorlog weer in alle hevigheid losbarstte, was het vooral de honger die leven zo moeilijk maakte. De bijna dagelijkse bombardementen zijn een feit waar je blijkbaar mee leert leven, maar honger is iets waardoor je altijd nog je overlevingsdrang blijft houden. Dat geldt ook voor mij. Ik was een sterke en goed doorvoede ezel, ik ben nu nog maar een schim van wat ik was. Vel over been en altijd honger, datzelfde geldt ook voor het gezin waarvan er in tussen door de honger weer twee zijn overleden. Inmiddels zijn we weer op weg naar het zuiden omdat naar men zegt daar wel voedsel wordt uitgedeeld. En we kunnen ons niet veroorloven om niet op zoek te gaan naar eten en drinken.
M: Wat een afschuwelijk verhaal, heel lief van je dat je dit met me wilde delen en ik zal het delen op internet, dat beloof ik je. Dank je wel Hamza.

250602

De ouder wordende hond

Ik heb een ouder wordende hond. In mijn praktijk heb ik uiteraard veel met oudere dieren en hun mensen te maken gehad. Maar er zelf mee geconfronteerd worden is toch anders. Tijd om eens een gesprekje aan te gaan met Sjaan.

“Kom je me storen?” is het eerste wat ik hoor als ik contact met haar maak. Ze ligt op de stoel naast me en ik merk aan haar lichaam niet dat we contact hebben.

“Ik weet het,” verontschuldig ik me bijna, “we praten weinig met elkaar op deze manier.” Ze laat me in beeld weten dat dat ook helemaal niet nodig is. Maar goed, ze wil wel even tijd voor me vrijmaken.

Ik leg meteen maar mijn punt op tafel, namelijk dat ze ouder wordt.

“Ja, het voelt als een soort fuik,” laat ze weten. Ze laat zien en voelen hoe ze dat ervaart: als ze ligt lijkt het of ze zich via haar hoofd een beetje uitrekt (energetisch) en in een ruimte komt waarvan ze weet dat het een soort fuik is. Nu is het nog dicht maar ze weet dat als ze dit blijft volgen, ze een opening vindt als de tijd daar is. Nu ik het opschrijf, zie ik dat je het kunt vergelijken met een lang geboortekanaal. Ach ja, zo zal het ook wel zijn.

“Het is prettig vertoeven,” zegt ze. En ik voel wat ze bedoelt: een bijna meditatieve manier van zijn, waar niks moet en ze langzaamaan steeds dieper en dieper in gaat.

Ze laat zien dat ze op een andere manier is aangesloten dan vroeger. Als jong dier was ze heerlijk in het hier en nu, lette ze continu op en sprong ze al op voor ik haar iets hoefde te vragen. Het buiten zijn met haar was makkelijk: wij hoefden niet op haar te letten, ze lette zelf op waar we waren en wat er van haar verwacht werd.

Tegenwoordig moet ik erg opletten op haar. Ten eerste moet ik haar al vaak roepen als we weggaan. Eenmaal buiten is ze langzaam: uitgebreid snuffelen, alles op haar dooie gemak, mij vaak niet horend. Ze blaft lang niet altijd tegen mensen, net of ze het niet meer de energie waard vindt om van zich te laten horen.

“Maar,” zeg ik, “het verwarrende is dat je soms weer heel actief bent.” “Dan ben ik er weer,” constateert ze nuchter. Dat klopt, dan lijkt ze weer de jonge hond en is het een genot om naar haar dartele sprongen te kijken. Ze laat meteen zien dat die momenten kort zijn en dat ze daarna graag weer wegzinkt in haar domein.

Ik zie het al: ik zal moeten leren omgaan met deze wisselende manieren van aanwezig zijn van haar. Afgelopen jaren heb ik het ook wel heel makkelijk gehad: zij paste zich aan mij aan.

“Ja, hou me maar in de gaten buiten,” sluit Sjaan aan op mijn gedachten, “de aanpassing ligt nu bij jou.”

Rozette, de binnen-buitenkat

Over Rozette heb ik diverse blogs geschreven. Ik heb haar in 2020 uit het asiel gehaald en binnen een dag was ze al ontsnapt en leefde ze haar eigen leven. Gelukkig was dat 500 meter bij mij vandaan zodat we toch wat hebben kunnen opbouwen. Onze deal was: ik liet haar met rust, probeerde haar niet te vangen en terug te brengen en ik bracht elke dag wat eten. Wij waren hier jaren tevreden mee. Soms stuitten we op mensen die hier anders over dachten. Er werd gesproken van verwaarlozing, de Dierenbescherming werd geregeld gebeld, ik kreeg iemand van het asiel aan de lijn en diverse mensen voerden haar overmatig. In afstemming met Rozette veranderden we de koers niet. Ook niet toen ze aangevallen was en er behoorlijk gehavend uit zag. Met wat alternatieve middelen en extra voeding knapte ze weer op.

Uiteraard dacht ik er regelmatig aan hoe het toch verder met haar zou moeten toen ze ouder werd. In november 2024 was ze zes dagen weg. Vervolgens kwam ze even terug om daarna voorgoed te verdwijnen. Ik was er niet blij mee maar begreep van haar (ook via een andere dierentolk) dat het haar goed ging en dat ze een goede plek had gevonden. Ondanks dat ze dit geruststellende bericht uitzond keek ik altijd in de buurt rond en elke dag liep ik met voer langs haar plekje voor het geval ze toch terug was gekomen.

En toen op een dag begin maart 2025 kreeg ik bericht dat ze in het asiel was opgenomen. Toen ik haar ophaalde herkende ik haar niet: haar vacht was vervilt, ze was voor haar doen dun en ze leek timide. Wat nu? Rozette was altijd een buitenkat en nu moest ik haar binnenhouden. Ik legde haar uit dat ze binnen moest blijven omdat ze in revalidatie was. Ik mocht haar vacht in de volgende weken van het vilt ontdoen (wat een klus!), ik kocht rauw vlees voor haar (ze had immers altijd dieren gevangen naast de brokjes die ik haar gaf) en ik maakte een fijne plek van stro voor haar (waar ze eerst niet in ging, maar koos voor een mand ergens in een kast).

Gelukkig heb ik een grote ruimte in het schip die ik niet gebruik voor het dagelijkse leven en dankzij een grote schuifdeur heeft Rozette het rijk alleen. De hond en de andere katten mogen er niet komen. Rozette leeft haar buitenleven binnen: soms zie ik haar een hele dag niet, dan blijft ze op zichzelf en heeft ze geen zin in contact met mij.

Uiteraard hebben we regelmatig gesprekjes gehad. In de tijd dat ze weg was, vertelde ze, stelde ze me geregeld gerust dat het goed met haar ging. Als haar buik vol was kon ze veel verdragen. Ze vond zichzelf altijd boven mensen staan en liet zich alleen zien als ze het kon hebben. Voor haar waren eten, zon en slapen belangrijk. Ze voelde zich altijd de heerser en bepaalde zelf. Ze vond zichzelf sterk en ja, ze had best een ruig leven. Dat laatste klopte wel want het was wel winter toen ze weg was. En als ik zag hoe ze gevonden is, dan denk ik dat de laatste tijd niet makkelijk voor haar is geweest. Ze heeft nooit haar vacht verwaarloosd. Kennelijk heeft ze mij in die tijd niet willen vertellen dat ze het soms even niet meer wist en ook eigenlijk verdwaald was.

Soms zit het me dwars dat ik haar nu niet meer naar buiten durf te laten gaan. Ik weet zeker dat ze dan weer de hort op gaat en ik vind haar te oud om weer een buitenavontuur aan te gaan. Rozette is het eigenlijk wel met me eens. “Ik heb m’n plekje gevonden,” laat ze weten. Ik heb de indruk dat ze tevreden is met hoe het nu is.

Maar ik moet haar nog wel dingen uitleggen: dat ze in een schip is, dat er vreemde geluiden zijn, dat die geluiden komen en gaan (schepen die langsvaren, het schip dat langs de paal schuurt, gebonk, gekraak, klotsend water). Als ik haar vragen hoor dan weet ik ineens weer hoe anders een schip is vergeleken met huizen.

Rozette vindt dat het leven dat ze nu heeft beter is voor haar botten. En als we het houden zoals het nu is, dat ze haar eigen leven kan leiden zonder dat ik haar op de huid zit, dan vindt ze het helemaal goed. Ze stelt privacy nog steeds op prijs.

Ik ben de ruimte aan het opruimen en renoveren zodat het een spannende plek voor haar wordt om te wonen met diverse gangetjes, verstopplekjes en frisse lucht. Rozette is een binnen-buitenkat geworden.

PS Dit is het laatste verhaal over Rozette

Hyronimus over gevoelens bij dieren

Vandaag wilde ik weer een gesprek met Hyronimus voeren. Ik heb hem al een hele tijd niet meer gezien en liep met Kaila te wandelen op de hei en dacht aan hem. En ik dacht het zou bijzonder zijn als hij zich hier nu even liet zien of horen. Enkele minuten later hoor ik de buizerd met zijn welbekende roep, heel bijzonder. Hij staat dus open voor een gesprek als ik weer thuis ben.

M: Wat fijn om weer met je te kunnen communiceren.
H: Fijn dat jij ook weer wat van je liet horen. Heb je een specifieke vraag of zal ik wat vertellen?
M: Leuk als jij wat vertelt, verras me maar.
H: Jij wilde praten over gevoelens bij dieren, maar besloot dat toch niet te doen, omdat je je onzeker voelt over het onderwerp. Maar dat is niet nodig. Ik zal proberen er wat in het algemeen over te vertellen.
Als je spreekt over dieren en gevoelens moet je ook spreken over vormen van bewustzijn. En daarvoor is het nodig om onderscheid te maken tussen verschillende diergroepen. Vissen hebben andere soort gevoelens dan hoefdieren en prooidieren hebben andere soort gevoelens dan roofdieren. Zo zijn er heel veel verschillen tussen de dieren en kun je totaal niet spreken over dieren als een homogene groep. Dat zal ik dan ook niet doen.
Ik noemde net de vissen als eerste, maar ik zou willen beginnen bij insecten. Maar ook daar zijn de verschillen groot, overigens de overeenkomsten ook. De insecten is een hele grote groep van dieren die heel nuttig en belangrijk zijn voor de Aarde. Binnen de insecten heb je ook prooidieren en roofdieren. Over het algemeen kun je de prooidieren binnen de insecten gevoelens van pijn en angst toeschrijven maar op een wat ‘doof’ niveau. Ze hebben geen sterk pijn gevoel, meer een soort onaangenaam gevoel. Datzelfde geldt ook voor angst, het is een wat ‘vlakke’ angst, niet heel diep. Voor de roof insecten zou je kunnen kijken naar gevoel van ‘extase’, een heel verkeerd woord, maar ik zal proberen het te omschrijven. Als een roofinsect een prooi besluipt en erin slaagt het te verorberen geeft dat een heel goed gevoel, verder gaand dan alleen maar ik heb lekker gegeten. Het is de overwinning die belangrijk is, niet het eten op zich.
Dan kun je bij de insecten ook kijken naar welk gevoel ze bij mensen opwekken. Kijk naar het verschil tussen een wesp en een vlinder. Een wesp wekt al snel een vorm van afschuw of angst op, die zelden gebaseerd is op eigen ervaring, maar meer afhankelijk van de beeldvorming. Bij een vlinder denk je al gauw aan iets vluchtigs maar ook vrolijks, toch zijn veel vlinder larven enorme roofdieren. Helemaal niet zo ‘vlinderachtig’ als een vlinder lijkt te zijn.

Over het algemeen kun je zeggen dat naarmate dieren hoger ontwikkeld (complexer gebouwd) zijn, zien we dat ze ook complexere en meer gevarieerde gevoelens kunnen hebben

Gaan we naar de vissen, hoewel het onderwerp insecten nog lang niet is uitgewerkt, zien we daar een groot gevoel van eenheid, de individuen bestaan er nauwelijks. Het is een grote soort groepsziel maar dan in kleine losse onderdelen. Natuurlijk gaat dit niet op voor alle vissen, je hebt hele scholen vissen en dat is wat ik hierboven bedoelde. Maar er zijn ook veel individuele vissen. Wel hebben alle vissen gemeen dat ze ook nadrukkelijk pijn kunnen voelen, als ze stikken omdat ze te lang buiten het water gehouden worden is dat een hele pijnlijke ervaring voor ze. Dat is geen ‘dove’ afgezwakte pijn voor ze, maar echt een scherpe pijn, die echt als pijn voelt. Dat zijn de meeste mensen zich totaal niet bewust. Als dat wel zo was, zou men een geheel andere visvangst willen voorstaan. Angst zit niet zo erg in de vissen groep, hoewel de prooivissen wel degelijk een vorm van angst kennen. Bij vissen is het onderscheid tussen prooi en roof niet zo groot. Juist afhankelijk van de grootte van de soort is het een roofvis voor de kleinere soorten en een prooi voor de grotere soorten.
Dan kom je bij de groep zoogdieren in het water, zij hebben nog een heel ander soort gevoel, ze kunnen plezier ervaren en natuurlijk ook het tegenovergestelde daarvan, daardoor kunnen deze dieren zich ook ‘zwaar’ op de hand voelen. Het beste voorbeeld van plezier bij deze zeezoogdieren zijn de dolfijnen die bijna altijd plezier uitstralen. Dolfijnen behoren tot de walvisachtigen, waar gevoelens van een heel hoog ontwikkeld niveau zijn. Ze hebben een breed scala aan gevoelens van pijn, fijn, plezier en neerslachtigheid. Ze kunnen ook rouwen, dat kunnen vissen niet.
Over het algemeen kun je zeggen dat naarmate dieren hoger ontwikkeld (complexer gebouwd) zijn, zien we dat ze ook complexere en meer gevarieerde gevoelens kunnen hebben.
M: Dat is een heel college geworden en ik snap dat dit pas het begin is als je alle soorten dieren wilt doorlopen inzake hun mogelijkheden tot het hebben van gevoelens. Zullen we dat een andere keer doen?
H: Dat is prima. Het is veel informatie en misschien niet zo gestructureerd als anders, maar het is ook zoveel dat ik nu vooral wat voorbeelden heb opgesomd. Dank je wel.

250507