Een vrolijke libelle
Vandaag zoek ik een libelle om een gesprek mee te hebben, ik ben gewoon nieuwsgierig naar deze mooie dieren. En er dient zich een prachtexemplaar aan.
M: Dag Libel, mag ik met je praten? Jij lijkt me zo’n vrolijke flierefluiter.
L: Praten je, flierefluiter in het geheel niet. Wat je ziet is een mooi insect dat heel bijzondere vluchten kan uitvoeren, maar dat zijn altijd nuttige vluchten.
M: Bijzonder om te horen, ik dacht dat jullie altijd een beetje lol maakten met jullie prachtige capriolen in de lucht. Ik vind jullie echte kunstenaars in het vliegen.
L: Ja dat lijkt wel zo en ik moet bekennen dat we heel erg beweeglijk zijn en we kunnen alle kanten op vliegen en heel snel wenden en keren. Dat is nuttig omdat wij in het midden van de voedselketen zitten. Wij zelf jagen op muggen en kleine vliegjes, maar vogels jagen weer op ons en dan wil je toch wel snel uit de voeten kunnen.
M: Daar heb je gelijk in. Maar als ik op een warme dag jullie in grote getalen zie vliegen en de raarste capriolen zie uithalen, is dat vast niet alleen om rovers te ontwijken.
L: Dat klopt, we genieten zelf ook wel van alle kunstjes die we met onze vier vleugels kunnen uithalen. Dus in zoverre heb je wel gelijk dat we kunstenaars zijn voor de lol.
M: Maar nu wat serieuzer. Hoe is jullie leven opgebouwd als je bij het begin begint.
L: We ontstaan uit een eitje dat onze moeder in het water legt. Als eitje worden we larve en dan beginnen we al met eten van andere dieren, dus eigenlijk zijn wij rovers. We voeden ons met andere larven en muggen eitjes en larven, maar ook andere waterdiertjes, soms ook kleine visjes.
M: Hoe lang zitten jullie dan in het water en hoe weet je dat je er uit moet kruipen om libelle te worden?
L: Ons larven stadium is heel wisselend van duur. Soms zijn we enkele maanden larve, maar soms ook wel anderhalf jaar. Dat is afhankelijk van temperatuur en voedselaanbod.
M: En hoe weet je dan dat je uit het water moet kruipen om een libelle te worden?
L: Zoals ik al zei, dat weet je vanwege de temperatuur. Want we kunnen alleen ontpoppen tot een libelle als het warm genoeg is. Wij zijn koudbloedig, als de meeste insecten of alle, dat weet ik niet, en we moeten onze vleugels laten drogen voor we kunnen vliegen. Tijdens dat droogproces zijn we erg kwetsbaar en dus moet dat niet te lang duren.
M: Dat begrijp ik. En als je dan opgedroogd bent en jij bent wel erg mooi opgedroogd, hoe gaat dat dan verder?
L: Leuk dat complimentje van jou, maar daar vind ik geen partner mee. Mijn partner selecteer ik op basis van zijn krachtige uitstraling en dat kan ik zien door zijn vliegkunsten te bekijken.
M: Dus al die capriolen die jullie uithalen zijn ook een vorm van paringsdans?
L: Zo zou je dat kunnen noemen, hoewel we ze ook moeten uithalen om ons voedsel te vangen en om aan onze vijanden te ontkomen. Dus wendbaarheid is heel belangrijk voor ons.
M: En als je dat gedaan hebt, hoe lang leef je dan als libelle?
L: Dat is weer afhankelijk van het tijdstip van ontpoppen en de temperatuur. Zijn we vroeg in het voorjaar uitgekomen, dan kunnen we enkele maanden leven, zijn we later uitgekomen of is er een koude periode gevolgd op een warm voorjaar, dan kunnen we slechts kort leven, enkele weken. En in die periode moeten we volwassen worden en een partner vinden en eitjes afzetten of als mannetje zorgen voor nageslacht. Meestal sterven we vrij snel nadat we nageslacht in de vorm van eitjes hebben afgezet in het water.
M: Dat klinkt mooi en heb je dan het gevoel dat je een mooi leven hebt gehad?
L: Ja, wij zijn eigenlijk wel vrolijke insecten en we hebben wel lol in ons leven.
M: Dank je wel voor dit gesprek, wil jij nog wat toevoegen?
L: Ja, leuk als jullie genieten van onze vrolijke kunststukjes die wij uithalen met vliegen en wees je meer bewust van dat jullie ook bij de natuur horen, dat je er deel van uitmaakt, in plaats van dat jullie je erboven voelen staan.
240827