Tag Archief van: katten

De kracht van katten

Onze katten hebben een avontuur meegemaakt. Het schip waarop we wonen moest een werfbeurt hebben. Dat wilde zeggen: ramen en deuren dicht, naar de werf varen, op de werf getrokken worden, afspuiten van het schip, lassen aan het schip, betimmering en isolatiemateriaal verwijderen in verband met brandgevaar, lawaai van de werf, nog steeds ramen en deuren dicht, kamer blauw van de las-rook, terugvaren naar de eigen plek, daar aankomen en zien dat alle bomen en struiken gekapt zijn.

We liggen weer, zijn nog niet op orde maar de katten lopen weer in en uit. Tijd voor een praatje.

“Jij vertelt ook niet veel van te voren, he?” is het eerste wat ik hoor als ik deze intense ervaring wil evalueren.

“Nee,” grinnik ik, “ik dacht: ervaar het maar. Ik kan van alles gaan uitleggen maar ik wist niet of ik daarmee veel onnodige onrust zou zaaien.”

Overigens had ik de dieren wel voorbereid, maar het klopt dat het niet in details was en vooral gericht op dát er wat ging gebeuren en dat ze gewoon rustig konden blijven want alles was onder controle.

Ik vraag de katten hoe ze alle veranderingen en onrust hebben ervaren. Ze laten zien dat ze zich teruggetrokken hebben, heel stil hebben gezeten en hun aandacht en concentratie erg in zichzelf gericht hadden.

“Dat is een interessante,” merk ik op. “Wat wij mensen in zulke situaties hebben is juist dat we erg ‘uitvliegen’ en juist ‘los’ van onszelf komen. We willen de hele situatie in ogenschouw nemen, willen beheersen, begrijpen.”

“Dat heeft geen zin,” laat een van de katten weten. “De geluiden waren niet te herleiden. Het enige wat zeker was, was de aanwezigheid van jezelf.”

Ik begrijp dat ze dat zo deden en vind het bewonderenswaardig. Door niet mee te gaan in de gekte van geluiden hebben ze zichzelf enorm veel stress bespaard.

“Toen ik jullie een keer naar buiten liet gaan omdat het naar mijn idee veilig was op dat plekje aan de wal, is Boudewijn in het water gevallen. Hij kwam helemaal nat binnen. Ik heb niet begrepen hoe hij uit het water heeft kunnen komen. Ik had er bijna kopbrekens over. Kun je uitleggen wat er is gebeurd?”

Wat de kat laat zien is eigenlijk één snelle beweging: het vallen en meteen grijpen naar iets waaraan hij zich opgetrokken heeft. Het moet haast wel een autoband zijn geweest waar hij zijn nagels in heeft weten te zetten. Als ik het zo zie/voel/ervaar, moet het een lucky moment geweest zijn: net op tijd iets vast hebben kunnen pakken en met enorme inspanning omhoog weten te komen. (Er worden vaak autobanden aan een touw gebruikt om te voorkomen dat een schip tegen de kant of tegen een ander schip aan knalt.)

Omdat de dieren twee weken binnen zijn geweest, vraag ik ze hoe ze dat hebben ervaren.

“Er was voldoende ruimte.”

Dat is fijn om te horen. Het klopt inderdaad dat ik de deuren zoveel mogelijk open had zodat ze ook naar de roef en de stuurhut konden. En het schip zit vol verstop- en klimplekjes.

“Enne… dat plassen en poepen dat jullie op allerlei plekken deden terwijl er twee kattenbakken stonden…?”

“Dat bepalen we zelf wel,” krijg ik wat opstandig te horen. De rakkers. Nou ja, ik heb er ook geen punt van gemaakt. Alles stond zo op z’n kop…

“En nu zijn jullie terug en ondertussen hebben ze alle bomen en struiken gekapt. Hoe is dat voor jullie?” “Ontzettend kaal, maar de nachten zijn heerlijk.”

De dieren genieten inderdaad weer enorm van het buiten zijn. Ze kunnen uren weg zijn om vervolgens weer ergens in het schip een slaapplekje te zoeken.

Nou, wat ik weer geleerd heb van katten: de kracht van het stilzitten en ondergaan met behoud van een bepaalde vorm van alertheid.

Misschien komt de uitdrukking dat katten negen levens hebben daar onder andere vandaan. Ze kunnen heel wat situaties aan.

“Mij is niks gevraagd!”

Uit: In de Stilte hoor je alles

Peerke is een kat van 17 jaar, die jarenlang de enige kat in huis was. Op een dag verschijnt Manoes ineens in haar leven. Manoes is de kat van de overleden moeder van de vrouw van het huis. Het gaat helemaal niet goed tussen deze twee katten. Op het moment dat ik erbij word gehaald, na een half jaar, hebben beide katten hun eigen vertrek en daardoor is de gezelligheid van vroeger uit het huis verdwenen.

Peerke wil maar al te graag met me praten en heeft een houding van: Vertel mij nou maar eens wat hier aan de hand is! Ik leg haar uit dat het vrouwtje van Manoes is overleden en dat deze mensen Manoes daarom in huis hebben genomen. ‘Mij is niks gevraagd.’ Nee, dat klopt. Verontschuldigingen naar de kat. Maar ook het standpunt van de mensen dat ze Manoes niet weg willen doen. Ik heb inmiddels door dat Peerke een dame is en tja, je zet niet zomaar ‘een gewone kat’ (en dan nog wel een sloddervos, volgens Peerke) zonder overleg in het huis van een dame. Zoals ik het van Peerke doorkrijg, kan ik me haar standpunt helemaal voorstellen. Peerke is bij aanvang van het gesprek de kamer binnengelopen waar de vrouw met mij zit te telefoneren. Tijdens het praten met mij kijkt ze de vrouw de hele tijd aan. Beide katten zijn voor het eerst bij elkaar in dezelfde ruimte, tot stomme verbazing van de mensen.

Ondertussen is er een aardige patstelling, want Peerke geeft geen duimbreed toe. Op een gegeven moment zie ik zelfs het beeld van een deur, waardoor Peerke wil verdwijnen. Ze wil niet meer praten. ‘Ze loopt nu naar de deur en wil eruit,’ zegt de vrouw. ‘Peerke, vind je het goed dat ik even met Manoes ga praten?’ Dat vindt Peerke goed, ze blijft in de kamer om ook het gesprek met Manoes bij te wonen. Manoes laat weten dat ze een nauwe band had met de moeder van deze vrouw. Ze heeft nog steeds veel verdriet om dat verlies. Ze laat zien hoe de moeder het huis uitgedragen werd. Als ik daarnaar vraag, blijkt het te kloppen dat de kist het huis is uitgedragen. Dat was zó’n pijnlijk moment geweest voor de kat! Dat intense verdriet slaat bij mij keihard naar binnen. Voor mij is het de eerste keer dat een dier het over ziekte en dood heeft met woorden als ‘gemeen’ en ‘rotziekte’. De vrouw vertelt dat het inderdaad een heel naar ziekbed is geweest. De kat heeft alles meegemaakt en blijkt veel op bed gelegen te hebben bij de zieke vrouw. Ineens komt Peerke er tussendoor: ‘Dat wist ik allemaal niet! Waarom is mij dat niet verteld?!’

Weer in gesprek met Peerke, die meedeelt dat haar huis (háár huis) open zal staan voor Manoes nu ze dit allemaal weet. Er moet nog wel vastgesteld worden dat Manoes door haar verdriet onduidelijk is geweest in de omgangsvormen. Ze was sowieso onbereikbaar voor Peerke om mee te communiceren (Manoes zat de eerste weken ook alleen maar onder de bank, vult de vrouw aan) en het heeft Peerke erg gestoord dat Manoes op het kleed pieste en poepte. Peerke laat ook weten dat er het afgelopen half jaar te weinig met haar gepraat is. Ook deze kat wil graag informatie van mensen. Ze laat daarbij het beeld zien dat de vrouw een kopje thee drinkt met haar pink omhoog terwijl ze dingen vertelt aan Peerke. De vrouw snapt het, want zelf ziet ze Peerke ook als een kat van stand, voor wie ze de tijd moet nemen.

Tijdens het gesprek zijn de katten de hele tijd bij elkaar in een ruimte geweest zonder te grommen of te blazen en Peerke is zelfs naar Manoes toe gelopen. Manoes heeft na dit gesprek pas de kans gekregen om te helen, om haar grote verdriet een plekje te geven. En Peerke heeft begrepen waarom Manoes zich zo gedroeg en waarom de mensen haar graag in huis wilden hebben en houden.

Zo’n drie maanden na het gesprek krijg ik een mailtje: ‘Peerke en Manoes kunnen nu goed samen in een ruimte verblijven. Ze slapen nu samen beneden en eten en drinken samen uit één bakje. Er wordt niet meer gepoept en geplast buiten de bak, zelfs de kattenbak delen de dames. Op de vensterbank zitten ze nog niet samen, maar wel om de beurt. We zijn een blij kattengezin en dus alsnog bedankt voor je hulp.’