De leeuw
Mijn vorige blog ging over een gesprek met een baviaan uit Afrika. Dit keer spreek ik een leeuw. Ik krijg twee foto’s van het dier: eentje waarop hij alleen staat en eentje met zeven auto’s om zich heen.
Als ik het gesprek begin, noem ik mijn naam en de naam van degene die de foto gemaakt heeft. “Ik zie veel mensen. Ik ken geen namen,” reageert hij. In mijn beeld loopt hij op zijn dooie gemakje van me vandaan. Ik haast me een beetje om naast hem te lopen en ondertussen zeg ik hem dat ik wel wat vragen aan hem heb. “Maar ik heb ook vooroordelen,” merk ik eerlijkheidshalve op. Want wat ben je nou voor leeuw als je zo lui tussen auto’s ligt?
Het dier laat een grote onverschilligheid of nonchalance zien. Ik vraag me af of de leeuwen eten krijgen van de mensen. Ik vermoed van niet maar ik ben benieuwd wat hen beweegt om bij de auto’s te blijven.
“We horen de auto’s aankomen,” haakt de leeuw in op mijn gedachten. Daar kan ik me wat bij voorstellen. Vervolgens laat hij zien dat hij wel eens ruikt aan de auto’s. Ik vraag of hij eten krijgt van mensen. “Voor mijn eten wordt gezorgd,” is het antwoord. Ik kan er niet achter komen of hij bedoelt dat hij het van mensen krijgt of dat er gejaagd wordt en hij een mooi stuk vlees mee eet.
Kennelijk zit ik nog in mijn hoofd met de auto’s vol mensen want de leeuw zegt: “Ik ben het gewend. Ze komen en gaan. Als ik m’n buik vol heb kan ik veel verdragen van ze.”
Ik moet eigenlijk naar het toilet maar ik wil het gesprek niet onderbreken. De leeuw verklaart me voor gek: als je moet, dan moet je. Er is al eens eerder een dier geweest die me liet merken dat het niet verstandig is om toiletgangen uit te stellen. Ze hebben natuurlijk helemaal gelijk! Dit is weer zo’n typisch mensending.
We vervolgen het gesprek en het luie, onverschillige, nonchalante van de leeuw valt me weer enorm op.
Ik haak even in op de vacht, zoals ik die op de foto zie. Ik had meer harigheid verwacht. “Je hebt vooroordelen over hoe we zijn.” Nou, dat klopt wel.
Ik vraag hem wat belangrijk is voor hem. “Dat er eten is, zon en slapen.” Meer lijkt voor deze leeuw niet nodig. Ik merk absoluut geen actie bij hem.
Kennelijk blijf ik met het (voor mij) vreemde beeld van die auto’s vol mensen zitten. “Nogmaals,” zegt de leeuw, “ik kijk zelf of ik er heen wil of niet.”
Ik krijg de indruk dat dit dier een rustig bestaan heeft en ik heb niet het idee dat hij moet vechten voor zijn leven. Het voelt een beetje als iemand die met pensioen is. Als ik op internet wat meer informatie over leeuwen zoek en foto’s bekijk, dan merk ik op: “Nou, vermoedelijk ben je nog helemaal niet aan pensioen toe en ben je nog best een jonge leeuw.” “Jij maakt ervan dat ik oud ben, ik niet,” merkt hij op.