De (kerst)boom
Langs het weiland aan de IJssel staat een grote dennenboom. Hij staat tussen verschillende soorten wilgen, bramen en brandnetels.
“Ben je een vreemde eend in de bijt?” vraag ik de boom. “Welnee, ik sta te stralen,” hoor ik terug.
Ik grinnik, want ik vind ook dat de boom dapper en vrolijk staat te stralen. Als klein boompje was hij een jaar of twintig geleden bij ons in het schip terecht gekomen als kerstboom.
Tijd voor een terugblik… De boom laat weten in zijn jonge jaren beknot geweest te zijn en ik moet meteen denken aan het net wat altijd om een kluit heen zit. Binnen bij ons heeft hij het als benauwd ervaren, maar wel gewaardeerd.
Tot mijn schande moet ik zeggen dat ik destijds de boompjes nonchalant buiten zette na gedane dienst. Ik weet niet meer of het de buurman of ik was, maar een van ons kreeg medelijden en wilde de boom een kans geven door hem in de grond te zetten.
Ik vraag de boom terug te gaan naar die tijd en krijg door dat het koud was en dat de boom erg z’n best moest doen om te wortelen. Daar lijkt veel energie in gegaan te zijn. De boom geeft door dat hij standvastig wilde worden en daardoor de diepte in moest.
De omstandigheden waren niet passend bij zijn soort, merk ik. Maar dat schijnt de boom niet belet te hebben om te gaan wortelen. En ik krijg het idee dat hij contact heeft gelegd met de andersoortige bomen.
“Het overleven/samenleven gebeurt in de grond,” laat de trotse boom me weten. “Ik heb mijn plek gevonden en ik blijf standvastig.”
Nou, dat kan ik alleen maar beamen want deze dennenboom staat vaak wel twee maanden per jaar met wortels en takken onder water. Als dat geen overlever is…