“Praat niet over mijn dood, maar over het leven.”
“Jullie denken zo beperkt. Voor jullie moet het leven lang zijn in jaren, dat vinden jullie normaal, maar kort leven is ook goed.”
Ja, ja, Bella… Bella met wie ik 27 juli nog leuk aan de babbel was en die daarna aftakelde zonder dat ik het doorhad. Ik heb wel dingen opgemerkt maar ze niet goed geïnterpreteerd. Ze kwam minder vaak thuis rond de maaltijden; ik beschouwde het als nog even goed genieten van de nazomer. Ze at niet alles op; ik ging ervan uit dat ze buiten genoeg at. Ze werd dunner; dat waren al onze buitenkatten in de zomer, ’s winters trok het altijd weer bij. ’s Nachts was ze nog zelden binnen maar dat was al maanden zo; ik kon me zo voorstellen dat de nachten er voor de dieren zijn. Bella plaste en poepte buiten; de kattenbak stond sinds haar komst nutteloos gevuld met grit achter een gordijn dus ik had geen zicht op haar ontlasting en urine.
Ineens vond ik haar ergens langs de IJssel, helemaal slap. Ik ben nog naar de dierenarts gegaan met haar maar het was te laat om nog iets aan haar op te lappen. Op advies van de dierenarts heeft ze een spuitje gekregen. Ik vermoed dat als ik daar niet heen was gegaan, ze binnen een paar uur zelf overleden was. “Ik was al bezig me los te koppelen,” zei ze.
Ik probeerde te communiceren met haar na haar overlijden maar ze liet weten dat dat niet kon als ik me schuldig voelde. Dus eerst moest ik daar zelf van los komen (ga er maar aan staan!). Op een later moment liet ze weten dat de laatste maand fysiek wel zwaar geweest was. Maar ze was geen katje om een medisch circuit in te gaan dus ging ze ermee om zoals ze ermee omgegaan is. Toen ik toch nog een stukje schuldgevoel liet zien, hoorde ik: “Alsjeblieft, zeg!!” en ze zou afhaken als ik mezelf niet herpakte.
Bella zwermt niet meer rondom mij, ze is ergens waar ze lekker luchtig verkennend op avontuur is, precies zoals ze in het fysieke leven gedaan heeft. “Wat kan ik hier van leren?” vroeg ik haar. “Geniet van het moment, van wat er is. En praat niet over mijn dood, maar over het leven.”