Tag Archief van: springen

Kaila 5: Kaila heeft wat bijsturing nodig

Het gaat steeds beter met Kaila, maar bepaalde aspecten gaan nog helemaal niet goed. Daar spreek ik haar op aan en de antwoorden verbazen me steeds opnieuw. Het is een zelfstandige persoonlijkheid. Daarnaast zijn we haar aan het socialiseren en gaan daarom met haar naar een hondenspeelweide.

M: Dag Kaila, kunnen we weer even samen praten?
K: Ja leuk, ben je tevreden met me?
M: Ik vind dat je grote vorderingen maakt sinds ons laatste gesprek. Je laat Tirza nu veel beter met rust en bent zelf ook een stuk rustiger in huis. Dus dat doe je goed.
K: Ik hoor een maar … (Kaila was aan het spelen en gaat nu rustig aan mijn voeten liggen)
M: Er zijn nog veel dingen die je moet leren, maar we doen echt niet alles tegelijk. Geniet je van je wandelingen op de hondenweide?
K: Ja, dat vind ik geweldig. Heel veel speelvriendjes, de meeste zijn leuk, sommige vind ik eng, die rennen zo hard dat ze me ondersteboven rennen, vind ik niet altijd leuk. En de mensen vinden me weer allemaal prachtig en willen me aaien.
M: Daar hebben we een leerdingetje. Zoals je weet wil ik niet dat je tegen de mensen opspringt. De meeste mensen vinden dat helemaal niet leuk omdat dan hun kleren vies worden. Daar houden mensen niet van.
K: Maar iedereen vindt me zo lief en wil me aaien en wordt blij van me! (Daar heeft ze helaas gelijk in)
M: Ik denk wel dat de meeste mensen je heel lief en leuk vinden en dat blijft ook zo als je niet springt. Je kunt gewoon naast ze staan of zitten en ze aankijken met die prachtige ogen van je en als je je koppie een beetje scheef houdt smelt iedereen, daar hoef je dus niet voor te springen. Dan kunnen ze je aanhalen zonder dat ze zorgen over hun kleren hoeven te hebben. Kun je dat begrijpen en accepteren?
K: Ik ben nog niet overtuigd.
M: Maar je zult toch moeten stoppen met tegen mensen opspringen, anders kan ik je nooit los laten lopen en dan kunnen we niet naar de speelweide.
K: Dat zou wel heel erg zijn.
M: Dan zul je dit soort dingen snel moeten leren. Zullen we daar de komende tijd aan werken?
K: OK, als jullie helpen leer ik het wel, met Tirza is het ook gelukt.
M: Precies en dank je wel voor het gesprek.

Kaila 3: Kaila wordt door mij aangesproken op haar gedrag

Kaila is lastig in de omgang, ze springt tegen iedereen op en heeft eigenlijk gedrag dat we niet willen. Natuurlijk gaan we met haar naar de hondenschool, maar ze heeft een heel eigen mening. Luister maar mee.

M: Kaila, wil je praten?
K: Waarom eigenlijk?
M: Om elkaar beter te leren kennen.
K: Nou ik begin jullie te kennen. Jullie zeggen dat ik in de bench moet vanwege de zindelijkheid, maar ondertussen sluiten jullie me gewoon op.
M: Ja, zo is het begonnen, maar we ontdekten dat jij veel te weinig rust kreeg en daarom hebben we 2x anderhalf uur slapen in de bench ingesteld en dat pakt goed uit.
K: Wat bedoel je daarmee?
M: Doordat je meer slaapt, ben je een stuk rustiger geworden en dat is veel fijner voor jou en voor ons.
K: Ja dat klopt wel.
M: Zie je dat je ons kunt vertrouwen in wat goed voor jou is.
K: Nu nog wel, maar blijft dat ook zo?
M: Luister Kaila, we houden heel veel van je en proberen je op te voeden tot een voorbeeldige hond. Zo’n hond die zich weet te gedragen en die we overal mee naar toe kunnen nemen als je groter bent.
K: Kan dat nu nog niet?
M: Nee, je bespringt mensen, soms ook met vieze poten en dat vinden mensen niet leuk. Niet ieder mens accepteert dat en dan gaan ze je wegduwen en denk jij wat een leuk spelletje. Je moet leren het verschil te zien tussen mensen die je kent en aardig kunt vinden en onbekende mensen, die misschien bang voor je zijn.
K: Iedereen vindt mij geweldig en de meeste mensen gaan glimlachen en worden gelukkig als ik tegen ze aan spring.
M: Dat lijkt misschien zo, maar er zijn veel mensen die het heel naar vinden als je zo doet. Kijk naar het bezoek van gisteren.
K: Vonden die mij dan niet geweldig?

Iedereen vindt mij geweldig en de meeste mensen gaan glimlachen en worden gelukkig als ik tegen ze aan spring

M: Op afstand wel, maar niet als je tegen ze op springt en je vieze poten achter laat.
K: Maar ze aaien me toch?
M: Die meneer aaide je niet, die probeerde je weg te duwen, want hij vond je vies en wild.
K: Meen je dat nou?
M: Ja en dat bedoel ik dat je nog veel moet leren en daar moet je ons in vertrouwen dat we je goed willen opvoeden en dat we daarom weten wat goed voor je is.
K: Probeert jouw vrouw mij ook van zich af te duwen?
M: Nee zij is gek op jou en vindt het heerlijk als je op je rug gaat liggen om geaaid te worden en daar geniet jij ook van.
K: Reken maar dat ik geniet. Ben jij daarom soms zo afstandelijk tegen mij?
M: Dat lijkt afstandelijk, maar is niet zo. Ik probeer om je te leren niet tegen me op te springen en daarom houd ik afstand. Als ik je wil begroeten en aaien wil ik dat doen op de tijd dat ik dat bepaal en niet jij. Zo ook met op schoot zitten. Ik bepaal wanneer ik je op schoot wil hebben en niet jij. Dat is de reden dat je niet zonder uitnodiging op de bank mag springen.
K: Dus jij wilt in alles de baas zijn.
M: Dat is juist en als je mij en mijn vrouw als de baas accepteert, wordt het voor ons allemaal prettiger.
K: Nou dat wordt nog even wennen voor mij. Ik heb me zo groot weten te houden tegenover al die broertjes van mij en nu komt er iemand die zegt de baas te willen zijn. Moet je van goeden huize komen! (Kaila komt uit een nest met 7 broertjes en was het enige teefje)
M: Dat kom ik. Dank je wel voor het gesprek en slaap lekker.