Ratjes aan boord
Wij wonen op een schip en waar water is zijn ratten. 38 jaar geleden zagen we door de raampjes al een rat rennen met de kat erachteraan. Dus we zijn bekend met ratten aan boord. Maar de laatste jaren hebben ze toegang gevonden in het schip. Er zijn altijd wel gaatjes te vinden waar ze door kunnen. De geluiden begonnen tussen het plafond en het dek en zakten in de loop der jaren langs de muren richting vloer. Met het sterven van de laatste kat hebben de ratjes hun kans gezien om in de binnenruimte van het schip op onderzoek uit te gaan. Aanvankelijk had ik het niet zo door. Ik vond wel eens een leeg zaadhulsje van het papegaaienvoer op een gekke plek en in mijn onschuld glimlachte ik omdat ik dacht dat er muisjes waren. Na een tijdje begon ik toch andere vermoedens te krijgen, ook over de frequentie van de bezoekers, en heb ik een camera aangeschaft.
Nou, wat een feest is het aan boord! Ik ben werkelijk verbaasd over wat er zich in de nachten allemaal afspeelt… Elke dag ben ik de beelden aan het bekijken om erachter te komen wat hun gedrag is en waar ze vandaan komen. Op mijn speurtocht heb ik verschillende gaatjes gevonden en dicht gestopt.
Tot nu toe leverde onze communicatie niet meer op dan dat de ratjes (het zijn inderdaad kleine ratjes) me zeiden dat we geen last hebben van elkaar. En daar moet ik ze gelijk in geven, want feitelijk hebben we geen last van elkaar. Toch ben ik vandaag maar weer es het gesprek aangegaan.
Ik probeer contact te maken maar tref schuwe dieren. Ze laten meteen weten dat ze in ‘de onderwereld’ leven en dat mensen hen niet willen zien. “Jij hebt ook kwaad in de zin,” hoor ik. Nou, ergens klopt dat ook wel. We weten niet anders dan dat ons is gezegd dat ratten vies en onhygiënisch zijn, dat ze weg moeten. Opgelegd, aangepraat, nagepraat inderdaad. En ja, mensen reageren met afschuw op ratten. Alle alarmbellen gaan meteen af. Ze hebben bijna een vluchtelingenbestaan als ik ze goed begrijp. Nergens veilig, nergens echt welkom.
Maar goed, terug naar het schip. De ratten laten zien dat ze een binnen en buiten hebben. En hun binnen (aanvankelijk allemaal gangen en holletjes in het isolatiemateriaal) hebben ze nu uitgebreid met in de menselijke woonruimten te komen. “Als het kan, waarom zouden we het dan niet doen?” is hun redenatie. En vanuit hun standpunt begrijp ik dat.
Ik ben het stadium allang voorbij dat ik ontzet of boos of verontwaardigd of beschaamd ben dat zij er ook zijn. We zijn al veel fases verder en er is een soort acceptatie bij me. Dankzij de camera weet ik dat ze heel oplettend zijn: ze kijken aanvankelijk altijd recht in de lens, blijven voorzichtig snuffelend staan tot ze weten dat de camera geen gevaar is. Ik weet hun route langs een kast naar de zaadjes van het geknoeide papegaaienvoer en bedenk me dat ik de kast kan verplaatsen om verwarring te veroorzaken. “Dat kunnen jullie me toch niet kwalijk nemen?” zeg ik ze. “Wij kunnen ons aanpassen,” is het antwoord en ik ben ervan overtuigd dat ze dat inderdaad gaan doen. Dan ga ik via de camera weer kijken hoe ze in de nieuwe situatie reageren.
We komen overeen dat ik wat andere maatregelen ga nemen om ons fort te bewaken en het kan zijn dat daar een kat bij hoort. De hond doet namelijk erg haar best wanneer ze geluid hoort, maar het nadeel is dat ze er luid blaffend op af gaat. De ratjes laten weten dat ik in feite nog steeds geen last van ze heb. En het klopt: ik heb er maar één keer eentje zien wegrennen en er liggen nergens uitwerpselen. Heimelijk heb ik lol want ik denk dat er veel meer dierlijke bewegingen rondom ons zijn dan dat we doorhebben.
PS Ik heb een keer iemand aan boord gehad die ook aan ‘ongediertebestrijding’ deed en hij zei meteen dat ze hier niet aan begonnen. In een schip met zoveel kieren en gangen zou het met hun methodes nooit lukken.