Kaila gedraagt zich onmogelijk
Onze hond Kaila heeft iets nieuws bedacht en het stoort me langzamerhand. Als we op de hei wandelen, daar mag ze los lopen en wandelen we altijd over de paden en heeft Kaila haar vrijheid om haar wandeling te lopen. Ze loopt nooit vlak naast me, ze houd van haar vrijheid en is soms ook volledig uit het zicht voordat ze weer bij me komt lopen. Maar al een aantal dagen gaat ze daarin veel verder. Ze loopt niet mijn paden maar ze loopt andere paden rustig honderd meter verderop en liefst langs de fietspaden waar ze niet erg op de fietsers let maar waar wel de meeste konijnenkeutels te vinden zijn en die eet ze op. Het zijn net een soort dropjes voor haar, ze smult er van, alleen van de verse.
M: Kaila, waarom loop je sinds enkele dagen zo ver bij mij vandaan, voor mijn gevoel veel te ver.
K: Ja, ik loop wat meer mijn eigen wandeling, maar ik ben me er niet echt van bewust dat jij dat niet fijn vindt. Aan de andere kant wil ik wel mijn vrijheid hebben en gewoon op zoek gaan naar het lekkers dat overal ligt.
M: Dat is voor mij wel een reden van zorg. Je weet dat ik je graag toch enigszins in de gaten wil houden vanwege je drugsgebruik. Als je het vindt dan eet je ervan en je wordt er erg beroerd van, echt ziek. Daar probeer ik je voor te behoeden, maar je geeft me daar geen gelegenheid voor op deze ma-nier.
K: Ja en dan hoef ik natuurlijk niet te komen aanzetten met ik ben wijs genoeg om daar zelf op te letten omdat ik weet dat dat helaas niet zo is.
M: Dat is het juist en dan is mijn vraag: hoe kunnen we dit weer zo maken dat we allebei weer blij kunnen wandelen?
K: Ik heb je punt begrepen en zal wat meer mijn best doen om minder ver weg te lopen.
M: Dat voelt voor mij een beetje als een te vrijblijvende afspraak. Ik neem je daarom de komende dagen gewoon aan de lijn en laat je even niet los lopen, zodat je er weer aan went bij mij te blijven.
K: Dat vind ik wel erg jammer, waarom geef je me niet wat vertrouwen zodat ik het kan laten zien?
M: Daar wil ik nog over nadenken.
De volgende dag geef ik haar dan toch het vertrouwen waar ze om vraagt en ze gedraagt zich voorbeeldig. Dat houdt ze enkele dagen vol en ik laat haar weer op al onze wandelplekken, hei, bos, enz. los lopen en ze doet het echt goed. Dagelijks maak ik haar een compliment. En dan gaat het opeens weer mis, enkele dagen later.
Ik ben zwaar door mijn rug gegaan en heb moeite met lopen, maar vooral met bukken, opstaan uit een stoel of weer gaan zitten. We maken de middagwandeling op de hei en ze gedraagt zich weer als vanouds en loopt ver weg op andere paden, enz. Daar spreek ik Kaila op aan.
M: Kaila, waarom was je vandaag weer zo weerbarstig?
K: Heel simpel, jij was niet in orde en kon niet optreden als roedelleider, dus had ik weer vrij.
M: Voelt dat niet een beetje als verraad aan mij?
K: Nee helemaal niet. Ik ben hond weet je nog, hadden we het laatst al over gehad. Als de roedelleider niet meer kan leiden, dan krijgen anderen de kans om roedelleider te worden. En treedt er dus chaos op en in die chaos, komt de nieuwe sterke leider boven drijven. Ik ondermijnde alleen maar op een hele natuurlijke manier jouw gezag.
M: Dat heb ik gemerkt en vond ik niet echt fijn.
De volgende dag neem ik pijnstillers in om me fatsoenlijk te kunnen bewegen. Ik wandel weer met Kaila op een plek waar ik haar in het bos beter onder toezicht kan houden dan op de hei.
M: Ik heb je vandaag weer het vertrouwen gegeven dat je los mag lopen zonder dat je me in de steek laat of te veel je eigen gang gaat.
K: Dat stel ik zeer op prijs.
M: Maar onderweg was er toch een mooi moment. Je wandelde in de buurt van mij en keerde ineens om, stak je neus in de lucht, liep terug en ging ergens naar op zoek.
K: Dat moment herinner ik me nog goed vanochtend.
M: Maar je was zo bezig met je neus dat je dreigde een ander bos in te lopen waar we niet mogen komen. Ik riep je terug en je aarzelde even en ik zag je je neus min of meer uitschakelen en omdraaien en weer naar mij terug komen. Dat vond ik een mooi moment en dat deed je weer voortreffelijk.
K: Ja, vond ik best wel moeilijk, ik wilde mijn neus achterna lopen en was lekker bezig, maar jij verstoorde dat door me terug te roepen op een manier waarop je duidelijk maakte dat het menens was. Dus besloot ik je niet te negeren en weer gewoon met je mee te lopen.
M: Dat was mooi, maar waarom deed je dat, terwijl je gisteren nog afstand van me hield.
K: Je was duidelijk weer de onbetwiste roedelleider, die gehoorzaam je. Ook al ben ik een hond en wil ik af en toe ongehoorzaam zijn omdat ik een grote vrijheidsdrang heb. Maar gelukkig geef jij me heel veel ruimte binnen die vrijheidsdrang, daarom kan ik ook gehoorzamen wanneer dat nodig is.
M: Dank je wel. Ik hou van je, je bent echt mijn maatje.
K: Wederzijds.
250924 – 251001

