Mosselkunst
Op een morgen loop ik op een strandje langs de IJssel en ik zie dat het water die nacht erg snel gezakt is. Het zorgt voor een strand vol schelpen met mosselen. Waarschijnlijk waren ze verrast door de snelle daling en hebben ze niet op tijd weg kunnen komen. Een aantal van hen probeert de weg naar het water terug te vinden, anderen graven zich zo diep mogelijk in en weer anderen hebben het water nog wel kunnen bereiken. Het is een waar kunstwerk.
Het boeit me hoe dat nou toch zit en ik maak een aantal dagen later contact met de mosselen. Meestal noem ik het schelpen, maar ja, een bewoonde schelp zal wel mossel heten.
Wat meteen opvalt is het lage bewustzijn, wat lekker ‘zweeft’. Het woord sloomy komt op en in lees later dat dat sloom/inactief is.
Ik laat zien hoe ik ze trof en krijg het nuchtere antwoord dat als er geen water is, er geen voortbeweging is. Dat klopt naar mijn idee niet helemaal dus ik laat ze zien dat ze bezig waren sporen te trekken. “Ja, op zoek naar water,” hoor ik. Als ik erover nadenk begrijp ik het, want onder het zand zit natuurlijk water. Ze graven zich kennelijk ook in, misschien in de veronderstelling daar meer water te vinden.
Ze laten zien dat het water nodig is om te kunnen voortbewegen en als dat niet lukt, dan sluiten ze de schelp en wachten op beter tijden.
Het gunstigst voor hen is dat het water weer gaat stijgen en alles weer door kan gaan. Ik laat ze zien dat ze voer voor kraaien zijn als ze gesloten op het strand liggen. De kraaien pakken de schelpen namelijk op, vliegen naar het fietspad 50 meter verderop en laten de schelp daar kapot vallen. Ik krijg het laconieke antwoord terug: “Dat kan ook.” Kennelijk is dat voor hen geen probleem. Het lijkt part of the deal te zijn.
Ik krijg de indruk dat het ondiepe water, waar de warmte door de zon voelbaar is, ook best aangenaam is voor ze. Maar ik kan dat later nergens terug vinden. Bijna alles wat er over mosselen te vinden is gaat over hoe je ze kunt bereiden om op te eten.
Ik laat de dieren zien dat ik een aantal van hen in het water heb gegooid, als poging om ze te redden, maar het waren er teveel. “Maak je niet zo druk,” antwoorden ze, “het gaat zoals het gaat.”