Tag Archief van: gierzwaluw

Vogels en hun relatie tot mensen (uit het boek In de Stilte hoor je alles)

Een “vogel-medley” uit het boek In de Stilte hoor je alles:

Henkie, de gevonden gierzwaluw die twee weken in mijn trui leeft, vindt dat wij meer zouden moeten lachen. Ik hoor vaker van vogels dat ze mensen niet zo vrolijk vinden. Waar de mus zegt liever met mussen om te gaan omdat die veel vrolijker zijn, vermaakt de meeuw zich juist wel met mensen. Vooral met wat die aan voedsel van zich af gooien: ‘Ik lust veel, ik zoek overal naar iets eetbaars. Het is een spel om te zien wat mensen achterlaten.’ Ze voegt eraan toe dat je als meeuw wel nieuwsgierig moet zijn. Met een teruggetrokken karakter overleef je niet. De merel vrolijkt de wereld graag op met haar gezang, maar weet dat ze ongrijpbaar is en wil dat graag zo houden. De uil is zich bewust van haar rustgevende uitstraling en de vlaamse gaai heeft er plezier in om mensen te verwonderen met haar mooie uiterlijk. Het pimpelmeesje lijkt gericht op mensen, geniet ervan om een beetje ‘samen met mensen’ een nestje uit te broeden en ziet zichzelf als ‘een cadeautje’ voor de mensheid. De fuut omschrijft zichzelf als een lichte, blije, actieve vogel die haar eigen wetten heeft, haar eigen kijk op het leven en zo overal tussendoor zwemt, waarbij ze haar onafhankelijkheid behoudt. Ze is heel duidelijk: ‘Mij moet je niet vangen. Dan krijg ik stress en raak ik uit mijn kracht.’ De zwaan: ‘Wij moeten leven met mensen, maar willen geen vrienden worden. Wij houden graag onze eigen leefruimte en verdedigen die. Wij zijn wat afstandelijk, op onszelf gericht.’ En de gans vindt het maar moeilijk samenleven met mensen: het zijn baasspelers.