Gehandicapte dieren
Soms tref ik tijdens mijn werk als dierentolk gehandicapte dieren.
Met zwakbegaafde dieren is het vaak moeilijk om een gesprek te beginnen. Het begint al dat ze niet inhaken op mijn kennismakingspraatje. Het is dan even zoeken naar aanknopingspunten. Wat wekt de interesse in het dier op van waaruit we kunnen praten?
Vaak is het zo dat ik langzaamaan tot de ontdekking kom dat er niet zoveel in het koppie omgaat. En dat moet ik de eigenaar vertellen. Die is meestal opgelucht en had zelf ook al een vermoeden.
Ineens kan gedrag verklaard worden en het dier begrepen. Acceptatie en begrip dat het dier is zoals het is, maakt dat niet zulk fijn gedrag (niet leren van situaties, continu op schoot willen, veel blaffen, in huis plassen, onredelijke uitvallen naar medebewoners) beter verdragen kan worden.
Het kan ook dat de hersencapaciteit er wel is maar niet in werking treedt als het nodig is. Zo’n dier leeft in zijn eigen veilige wereld en raakt in paniek als de denkradertjes normaliter zouden moeten gaan werken maar dat bij dit dier niet doen. Het enige dat het dier kan doen is anderen weg blaffen of weg bijten. Of in een diepe stilte in zichzelf vallen en zich daarmee buiten de wereld sluiten.
En dan de hyperactieve dieren, de stuiterballen. Ook die zijn lastig om een gesprek mee te voeren want ze hipsen van de ene naar de andere plek. Ik moet op het niveau van diercommunicatie mijn trukendoos erbij halen om toch een goed gesprek met ze te kunnen voeren.
Net als wanneer mensen een gehandicapt kind hebben en daar op aangekeken worden (anderen zeggen dat ze de opvoeding altijd veel beter zouden doen), hebben mensen die een gehandicapt dier in huis hebben ook met andermans oordelen te maken. Maar ik vind het klasse om te zien met hoeveel liefde de zwakkere dieren opgevangen worden en hoeveel inzet mensen hebben naar zo’n dier.
Ondanks de liefde, zorg en aandacht voor zo’n dier speelt er ook een stukje verlies- en rouwverwerking mee. Er waren andere verwachtingen toen het dier in huis gehaald werd.
Hoe zit het met vrije dieren, vroeg ik me af. Onder hen tref ik geen dieren met een aangeboren (verstandelijke) handicap.
Ik vermoed dat solitair levende gehandicapte dieren het gewoonweg zelf niet redden. Gehandicapte dieren in grote kuddes zouden misschien nog wel een tijdje kunnen overleven omdat ze meegenomen worden door de zorgende groep. Maar ik vermoed dat het toch ook deze dieren zijn die als eersten ten prooi vallen aan roofdieren.