Boek: De man die met dieren spreekt
Zoals jullie weten, ben ik enige maanden geleden begonnen aan een boek met de teksten van Hyronimus. Maar allemaal gepubliceerde en niet gepubliceerde blogs achter elkaar plaatsen maakt nog geen interessant boek. Dus kreeg ik van mijn redacteur de opdracht er een persoonlijk verhaal van te maken met mijn zoektocht. Daar heb ik de afgelopen maanden aan gewerkt en nu is het boek gereed. Het ligt bij de drukker. Eind november komt het in de winkels, als het lukt om de planning te halen. In onze Nieuwsbrief van deze maand zal ik een mogelijkheid bieden om voor in te tekenen op het boek. Maar om jullie een idee te geven waarop je intekent, krijgen jullie hier, in de plaats van een blog, de eerste twee hoofdstukken van het boek. Helaas lukt het me niet alle foto’s in het boek ook in deze blog te plaatsen, dus in het boek is dat veel mooier.
1. Kennismaking met Eddy en Jasper
Vanaf dat ik zelf kon schrijven, ik was toen een jaar of zes, stond een hond altijd bovenaan mijn verlanglijst. Die is er in mijn jeugd niet gekomen, parkieten in de tuin was het maximale toegestane. Hoewel we ook een loopeend hebben gehad die zelfs, achterin de auto op schoot op een krant, mee op vakantie ging. En op de camping liep Pimmetje, zoals hij heette, zelfstandig rond en had een grote voorkeur voor dames kuiten. Daar beet hij graag in en deed dat zelfs gemeen, want hij pakte je vel en draaide dat rond. Het leverde gegarandeerd een blauwe plek op. Ik zie nog een oude zwartwit foto voor me van drie dames op rij in een ligstoel met allemaal de benen omhoog en Pimmetje eronder reikhalzend naar die heerlijke kuiten.
Thuis in de tuin was het ook een macho, hij joeg alle achttien katten van onze buurvrouw Ina Boudier-Bakker uit de tuin en daar had hij een hele taak aan. Maar voor mij was het een lieve eend die mij dagelijks uit school opving en meteen tegen me begon te praten, of kwaken moet ik eigenlijk zeggen. Maar ik begreep natuurlijk totaal niet wat hij te vertellen had en als hij uitgepraat was, tilde ik hem op en legde hij zijn lange hals om mijn nek heen en knuffelden we. Pas dan kwam ik echt thuis en ging naar binnen om mijn moeder te begroeten en eventuele andere huisgenoten. Dit speelde zich af in mijn lagere schooltijd.
Later, toen ik ouder werd en ging studeren heb ik de keuze gemaakt om een creatief beroep te kiezen, ik wilde architect worden. Mijn studietijd was geen goede tijd voor een hond, maar er kwam wel meteen een kat ‘Poes’ genaamd. Hij gedroeg zich als een hond, ging met me mee wandelen, op vakantie en liep vanaf de eerste dag buiten en bleef dan in de buurt. Het was mijn studenten poes. Hij heeft mijn eerste relatie twaalf jaar lang getolereerd, maar mijn volgende relatie was zijn grote liefde. En ook de mijne.
De hond is er uiteindelijk wel gekomen en na de eerste hond nog vele andere. Samen met uiteindelijk een hele menagerie van pony’s, paarden, ezels, hangbuikzwijnen, vele vogels, katten en honden. De kneuzen kwamen altijd bij ons terecht. Was er een kauwtje uit het nest gevallen, dan nam ik hem op, stond ’s nachts op om hem iedere drie uur eten te geven. Hij was dankbaar en heeft jarenlang als hij overvloog ons gegroet. Dus ik mag wel zeggen dat ik altijd wat met dieren heb gehad. En er is altijd een verlangen bij mij blijven bestaan ‘wat zou het mooi zijn als je met dieren kon praten.’
En toen hoorde ik van de cursus ‘Dierentolk en dierencommunicatie, dieren als gesprekspartner en leermeester.’ Dat was typisch wat voor mij en daar wilde ik beslist heen. Maar de eerstvolgende cursus die gegeven werd, was ik deels in India voor vrijwilligerswerk en dan zou ik een deel van de cursus missen en dat wilde ik niet. Ik wilde de complete cursus volgen. Dus meldde ik me aan voor de volgende cursus die nog niet gepland stond.
Na maanden wachten, kwam het bericht dat de cursus gepland stond voor 13 juli. De dag ervoor overleed onze Golden Retriever Jasper tijdens een wandeling in het bos. Ineens kon Jasper niet meer lopen en draaide hij alleen nog maar rondjes en had uitpuilende ogen. De schrik sloeg me om het hart. Er was iets heel erg mis. Ik belde mijn vrouw en vertelde wat er aan de hand was en waar wij in het bos waren. Ze kwam ons halen rijdend over smalle bospaden. We hebben Jasper ingeladen en meteen de dierenarts gebeld waar we direct terecht konden. Ze heeft nog even naar Jasper kunnen kijken, maar hij gleed weg en overleed ter plekke.
Dezelfde avond hebben we Jasper in onze grote bostuin begraven, in bijzijn van enkele van onze kinderen.
En dan ga je de volgende dag naar een cursus om met dieren te leren ‘praten’. Er is er op dat moment maar één waar je mee wilt praten. En dat is natuurlijk Jasper.
De cursus wordt door twee dames, Piek Stor en Petra Maartense, gegeven. Ze leggen uit hoe het werkt, op welke manier je mogelijk contact kunt krijgen met een dier. Echt heel boeiend, maar gaat het ook werken? Dat is de enige vraag die me bezig houdt, hoewel ik heel serieus mijn best doe. Zal het lukken?
Jasper, zoals we hem altijd in herinnering zullen houden
En dan beginnen we allemaal individueel aan een dierengesprek. We starten met een algemene geleide meditatie om in de juiste flow te komen en dan zoek je het dier uit waarmee je wilt praten.
Het lijkt me te lukken, ik denk dat ik contact heb met Jasper, we beginnen ons eerste gesprek.
Eerste contact met Jasper
M: Kan ik je even zien?
J: Laat zich zien hollend door het gras in hoog tempo
M: Mag ik je wat vragen?
J: Gaat naast me zitten en kijkt me aan als op de foto
M: Wat gebeurde er gisterenavond?
J: Ik raakte volkomen in paniek en begreep niet wat er gebeurde. (Jasper heeft vermoedelijk een attack gehad vanwege een nog niet onderkende hersentumor, volgens de dierenarts)
M: Hoe was het om dood te gaan?
J: Het was een bevrijding van een beklemming.
M: Ik voel me er schuldig over dat we niet meer voor je hebben kunnen doen.
J: Niet doen.
J: Mooie begrafenis met de kinderen erbij. Jullie moeten met Tirza praten, ik heb zorgen over haar. (Tirza is onze op dat moment 13 jaar oude poes en die twee waren maatjes)
M: Wil je nog iets zeggen?
J: Ik hou van jullie.
M: Vind je het goed als we af en toe praten?
J: Ja graag.
Ik heb tranen in mijn ogen en ben ook bijzonder blij dat ik dit gesprek heb mogen voeren. Kan het waar zijn dat dit mogelijk is? Dat je met dieren kunt praten?
Ik vertel in de groep wat me is overkomen en dat ik met Jasper denk te hebben gesproken. Natuurlijk lopen de tranen over mijn wangen als ik dit vertel, tranen van verdriet maar ook van het bijzondere om nog eens met Jasper contact te hebben.
De cursusleiding meent dat het een heel authentiek gesprek was en dat ik waarschijnlijk echt met hem heb gesproken. Tijdens de cursus is het de bedoeling dat je ook met andere dieren praat en dus praat ik nog met een leeuw en de hond van één van de andere deelnemers. Dit laatste gesprek wordt herkend door de honden baas die ook deelneemt aan de cursus. Ik voel me iets gesterkt in mijn geloof dat het echt mogelijk is. De wetenschapper in mij is nooit ver weg: ik wil weten hoe het werkt. Daar zal ik later antwoorden op krijgen, maar nu nog niet.
Tot zover de cursus. Een week na de cursus probeer ik opnieuw contact te leggen met Jasper. En het lukt weer.
Tweede contact met Jasper
Jasper heeft de houding aangenomen van de foto die we zo mooi van hem vinden en hij zit naast me in het kantoor waar ik de gesprekken in alle rust kan voeren.
M: Ben je gelukkig waar je nu bent?
J: ik voel jullie verdriet heel sterk.
M: We missen je ook heel erg.
J: Dat hoeft niet, ik ben bij jullie en blijf nog een tijd, maar ik moet/wil ook verder na verloop van tijd.
M: Bedoel je dat we je vasthouden met ons verdriet?
J: Zo zou ik het niet zeggen, maar het zou goed zijn als jullie je kunnen openstellen voor een nieuwe liefde in jullie leven.
M: Bedoel je een andere hond? Maar dat zou ik als verraad aan jou voelen.
J: Dat is niet zo, ik zal voor een deel ook in die andere hond kunnen zijn.
M: Kun je ons helpen bij de keuze?
J: Nee, dat is geheel aan jullie, maar als het een passende hond is, zal ik ‘erbij’ kunnen komen, een stukje overschaduwen.
M: Kan dat ook met een asiel hond?
J: Hoe jonger de hond is, hoe eenvoudiger.
M: Kun je ons daar de tijd voor geven?
J: Neem de tijd, maar wacht niet te lang.
M: Leven we nog wel lang genoeg om nu een pup te nemen?
J: Dat is jullie zorg niet, als jullie niet lang genoeg leven, zal de nieuwe hond/ik liefdevol worden opgenomen.
M: We maken ons zorgen over Tirza, ze is zo eenzaam.
J: Tirza is verstild en verwerkt op die manier haar gemis; maar Tirza mist ook heel erg dat ze niet meer vrij in en uit kan lopen (we hebben het kattenluikje buiten werking gesteld omdat ze steeds met levende muizen thuiskwam, die wij weer moesten vangen)
M: Maar hoe zit het dan met de muizen?
J: Praat met haar, het zal meestal goed kunnen gaan, maar ze blijft wel een kat.
M: Wat geniet ik van dit gesprek.
J: Ja, ik ook en dat ik nu naast je kan zitten op kantoor waar ik nooit durfde te komen – zonder fysiek lichaam heeft ook zo zijn voordelen, hoewel ik het eten en ‘bedelen’ zoals jullie dat noemen, ook mis (de trap naar kantoor heeft Jasper nooit durven aflopen)
M: Dank je wel, wil je nog wat zeggen?
J: Praat met Tirza en stel je open voor een andere hond dan vind je me weer deels terug.
(Ik zie Jasper naast me zitten en aai hem over zijn kop en de tranen springen me in de ogen).
J: Niet verdrietig zijn, dit is toch zo mooi.
Dat aaien speelt zich uiteraard in mijn hoofd af, ik kan Jasper niet meer met mijn handen aaien, maar ik kan wel het gevoel oproepen dat ik hem aai en dat voelt goed.
2. Ontmoeting met Hyronimus
Enkele dagen nadat ik mijn allereerste dierengesprek heb gehad, komt er een buizerd in onze tuin liggen. Het is één van de warmste dagen van het jaar en buiten is het 40 graden Celsius. Ook binnen is het aardig warm. We zien hem liggen en vragen ons af of hij gewond is of dat er iets anders met hem aan de hand is. Door de ramen heen maak ik foto’s van de buizerd, ik heb nog nooit een buizerd van zo dichtbij gezien, misschien twee meter afstand en hij blijft gewoon liggen. Hij kijkt me strak aan.
Hyronimus in het gras in onze achtertuin
Dan bedenk ik me dat ik niet voor niets geleerd heb met dieren te praten en ik probeer contact met hem te maken om te horen wat er aan de hand is. Het contact lukt.
Eerste ontmoeting met Hyronimus
M: Mag ik met je praten? (Ik maak dit contact vanaf mijn bureau op enkele meters afstand van de buizerd die nog steeds op het grasveld ligt).
B: Ja, jij zit daarbinnen he?
M: Ja, heb jij het zo warm dat je al een uur in het gras ligt?
B: Het is heel warm en het gras is koel, maar ik let wel goed op, maak je geen zorgen. (Ik maakte me zorgen of onze poes Tirza niet te veel belangstelling zou hebben)
M: Hoe is het leven als buizerd?
B: Mooi, ik geniet erg van het hoog zweven op de bewegingen in de lucht (hij laat mij zien hoe dat gaat, dat lijkt alsof hij een film in mijn hoofd afspeelt, levensecht)
M: Zou ik dat door jou kunnen voelen?
B: Ja, als ik jou vertrouw. Ik ken je al jaren als bewoner van dat huis, dus mag je even met me mee vliegen.
M: Terwijl je op het grasveld ligt?
B: Ja dat kan, kom je mee?
M: (Ik krijg het gevoel alsof ik Nils Holgersson ben op de rug van de buizerd en we zweven heel hoog, ik dacht even het eng te vinden zo hoog en zo weinig houvast, maar de buizerd geeft me een heel veilig gevoel en het is geweldig!)
M: Dank je voor dit gevoel, maar waarom zweef jij niet daar in de lucht?
B: Vandaag is de lucht heet (het all-time hitte record is vandaag gebroken), normaal is het boven lekker fris met wind, maar vandaag dus niet.
M: Ik heb eigenlijk geen vragen meer, heb jij nog wat te zeggen?
B: ja, dat jullie zo gastvrij zijn.
M: Wat bedoel je met gastvrij, waarom niet gewoon aardig?
B: Gastvrij betekent dat jullie deel uitmaken van het grotere geheel en je niet afscheiden en je niet ergeren aan de kleintjes (de jonge buizerds) die dagenlang schreeuwend door de tuin vliegen, voor jullie is dat normaal, het hoort er gewoon bij, zoals jullie er ook gewoon bij horen.
M: Bijzonder om dat te horen, dank je wel, lag je soms in de tuin om het gesprek wat eenvoudiger te beginnen?
B: Ja, je had in gedachten al de hele week aangekondigd dat je een dier wilde spreken en ik ving dat op, het moest er maar eens van komen.
De volgende dag ligt de buizerd weer op ons achter grasveld in de koelte van het gras dat lang in de schaduw van de bomen is gebleven. Hij wil praten.
Tweede ontmoeting met Hyronimus
M: Sorry dat ik weinig aandacht voor je heb, maar we zijn druk. (We hebben vandaag onze oppasdag, we hebben onze kleindochter mee naar ons eigen huis, ze is 17 maanden)
B: Dat zie ik, heb je een pup in huis? (Ik merk dat hij niet altijd de juiste woordkeuze heeft of dat mijn vertaling niet altijd correct is, want dat met die gastvrijheid van het vorige gesprek was volgens mij ook niet een goed woord, hoewel hij het daarna goed uitlegde)
M: Ja, we passen op ons kleinkind op donderdag en vandaag passen we in ons huis op.
M: Mijn vrouw vraagt of we een kleine waterbak in de tuin voor je zullen neerzetten.
B: Ze mag zelf wel met me praten, zij kan dat. Die waterbak is lief maar voor mij niet nodig, wel voor kleine vogels. (Hij laat me zien waar hij drinkt en baddert als dat nodig is en dat is aan de rand van het Gooimeer enkele honderden meters verderop)
M: Waarom kwam je vandaag weer ‘buurten’?
B: Vond het gisteren leuk en er zijn weinig mensen om mee te praten en als ik een boodschap heb, wil ik wel weten wie ik kan spreken.
M: Dat is goed, je mag me altijd ‘bellen’ en daar bedoel ik mee een seintje geven dat je wilt praten. Ik zal proberen te luisteren naar je seintjes, zodat je niet altijd hoeft langs te komen.
B: Dat is goed, dat moeten we samen oefenen want ik weet niet waar jij op reageert anders dan me zien.
M: Ja dat moeten we oefenen en dat vinden we dan wel uit. Waar wil je me voor kunnen waarschuwen?
B: Voor als er dieren of de natuur in nood komen en wij dieren jullie hulp nodig hebben om iets te doen wat wij niet kunnen.
M: Dat snap ik, waar denk je aan?
B: Voor als er jagers in het bos zijn of wanneer er vuur is of ergens een dier gewond is.
M: Hoe zit het dan als jij op een prooi jaagt?
B: Dat is iets heel anders, de dieren waarop ik jaag zijn er voor ons en we zoeken altijd dieren die weinig kansen van overleven hebben.
M: Dat begrijp ik, ik denk dat we het gesprek moeten stoppen, onze kleindochter wil naar buiten en dan word jij gestoord. Wil je nog wat zeggen?
B: Hou haar dan binnen tot we klaar zijn.
M: Dat lukt niet, tot spoedig en laten we oefenen in herkennen.
B: Doen we tot spoedig. Mijn kleintjes doen soms ook niet wat ik wil.
Aan het einde van de middag zag ik de buizerd vechten met een andere buizerd op het grasveld. Ik zag het niet echt goed, de andere vloog onmiddellijk weg nadat hij mij achter de ramen zag. Het is maar een flits geweest van een gevecht. De schrik zat er goed in bij mij en ik heb het gevoel overgehouden dat onze buizerd wat mankeert. Ik ben in de tuin gaan zoeken naar hem, maar heb hem nergens gevonden, maar is hij gewond geraakt?
Derde ontmoeting met Hyronimus
B: Ik zag dat je gisteren gezien hebt dat ik ruzie had, ben je erg geschrokken?
M: Ja, ik maakte me zorgen om jou.
B: Had je gewoon eerder moeten praten, er was niets aan de hand. De kinderen zijn al een tijdje uitgevlogen en we wennen ze nu dat ze zelf moeten jagen en eten, dat gaat ze niet altijd gemakkelijk af en dan komen ze weer bij mij dat ze eten willen, maar ik heb mijn zoon mijn rug toegekeerd, zodat hij begreep dat hij niets meer zou krijgen en daar was hij boos over.
M: Dat heb ik totaal niet begrepen. Ik maakte me zorgen dat je gewond was en dat je op de grond in de struiken moest overnachten. Ik ben zelfs in de tuin naar je op zoek gegaan.
De buizerd na ons gesprek, hij heeft hele mooie gestoffeerde poten
B: Je had het me gewoon kunnen vragen.
M: Maar ik ben onzeker over onze gesprekken en weet niet of het echt is en daarom durf ik niet zomaar te praten en wil ik eerst de juiste rust om me heen maken, zoals nu. (Ik ben weer speciaal in het souterrain gaan zitten voor dit gesprek). Als ik druk ben kan ik die rust niet vinden.
B: Dat is mooi maar volgens mij kunnen wij op ieder moment van de dag praten, ook als je druk bent, je moet alleen even alles loslaten.
M: Mijn vrouw vraagt of je een naam wilt krijgen, zodat we weten met wie we praten.
B: Als je me graag een naam geeft doe dan maar.
M: Wat vind jij een leuke naam?
B: Hyronimus
M: Dat klinkt ouderwets en ook wel deftig.
B: Vind je hem niet mooi?
M: Moet er wel even aan wennen, maar hij is zeker mooi.
M: Heb je nog wat te vertellen?
B: Je mag best eerder reageren, ik heb vandaag lang op je gewacht, tot ziens.
Ik heb opgezocht wat Hieronimus of Hyronimus betekent: Hieronymus is een Latijnse jongensnaam. Het betekent `heilige naam`.
Misschien moet ik nog wat toelichten. Zo tussen neus en lippen door hoor je me zeggen dat ik druk ben. Dat klopt. Na mijn architectenstudie en enkele dienstverbanden ben ik een eigen bureau begonnen. In die periode was ik al druk met milieubewust bouwen. Toen de vraag daarnaar groter werd en de honger naar kennis op dat gebied eveneens, ben ik een eigen bedrijf begonnen op het gebied van milieubewust bouwen.
Daarnaast werk ik in de academische wereld aan allerlei belangrijke projecten die met overheidsregelgeving te maken hebben op het gebied van bouwen en milieu. Ik doe dat met overgave en ben daar behoorlijk druk mee.
Zoals mijn dochter zo mooi aangeeft, jij bent altijd nieuwsgierig naar de dingen die buiten het direct meetbare liggen. Je wilt dat exploreren en begrijpelijk en meetbaar maken. Dat was ook een van de speerpunten van mijn promotie onderzoek.
Dat betekent dat ik niet zomaar beschikbaar ben voor Hyronimus als hij wil praten. Voorlopig beschouw ik dit communiceren met dieren als een heel interessante hobby, waar ik wel erg van geniet.
Daar denkt Hyronimus echter anders over, zoals je in het volgende hoofdstuk kunt lezen.
Hierbij nog de inhoudsopgave.
Voorwoord 1
1. Kennismaking met Eddy en Jasper 3
2. Ontmoeting met Hyronimus 9
3. Een zuiver kanaal 16
4. Op zoek naar een nieuwe hond 23
5. Tirza neemt geen muizen meer mee 31
6. Een oud paard op weg naar euthanasie 35
7. Economie tegenover ecologie lokaal 49
8. Alles wat bewustzijn heeft communiceert 57
9. De groepsziel 69
10. Het Oostvaardersplassen dilemma 77
11. Branden, dierenleed en dwalende dieren 89
12. Varkens in nood 99
13. Bomen en planten hebben ook gevoel 117
14. Mogen we nog wel dieren eten 123
15. Dieren zijn net mensen 127
16. Klimaatverandering 129
17. De oorlog in Oekraïne 135
18. Een brutale aap 145
19. Basisprincipes van diergesprekken 149
Colofon
Het boek is in fullcolour gedrukt en gaat € 24,95 kosten, dat is de vaste boekenprijs.