Moeder overste van de olifanten vertelt – 2

M: Dag Tara, kunnen we weer samen praten?
T: Ja Eddy, dat is prima. Het is hier rustig en de kudde zit goed in z’n vel, dus ik heb ook lekker rust op de savanne. Wat wil je weten?
M: Kun je me iets vertellen over jouw weg om de leider van jouw kudde te worden en hoe jullie nu leven?
T: Dat kan wel. Ik werd uiteraard als klein olifantje geboren, maar mijn moeder was de dochter van de leidster en daardoor had ik al een bijzondere positie. Ik werd zogezegd als klein olifantje al opgevoed om later een soort moeder overste te worden.
M: Wat grappig, betekent dat dat er bij jullie een soort boven en onder clan was en dat er standen verschillen zijn?
T: Nee, eigenlijk niet. Ik ben als gewoon olifantje groot gebracht door de hele kudde en had niet meer respect dan ik zelf verdiende. Maar er komt zoiets bij als gave om een leider te worden en blijkbaar beschik ik over die gave en werd dat al vroeg bij mij erkend. Daardoor kreeg ik geen speciale behandeling, maar kreeg ik wel extra lessen. Mijn moeder is nooit leidster geweest, maar ik ben, niet als enige anderen, wel in een vorm van opleiding terecht gekomen om leidster te kunnen worden. Dan gaat het er daarna om dat je wijsheid ontwikkelt. Met die eigenschappen, leider eigenschap en wijsheid, heb je alles in je om leidster te kunnen worden. Wie het dan uiteindelijk wordt, wordt bepaald wie alle jaren goed overleeft en wie dat op een slimme manier doet. Het zou ook wel dom zijn om slechts één potentiële leider op te leiden, die dan voordat ze leidster kan worden helaas sterft van de droogte of vanwege stropers of wat dan ook.

Het zou ook wel dom zijn om slechts één potentiële leider op te leiden, die dan voordat ze leidster kan worden helaas sterft van de droogte of vanwege stropers of wat dan ook.

M: Ja, dat begrijp ik heel goed, dat is een verstandige manier om met alle risico’s die het leven met zich mee brengt om te gaan.
T: Dat is in het kort mijn verhaal. Ik zou er nog wel dieper op in kunnen gaan als je wilt.
M: Dat zou ik leuk vinden.
T: Spoorzoeken is een belangrijk deel van ons bestaan. We zwerven altijd rond over savannes en het is niet altijd het beste weer. Soms is het te lang heel droog en soms is het erg winderig waardoor alles ook uitdroogt. Dus voor ons is erg belangrijk dat we goede plekken, als water plekken of beschuttingsplekken of plekken waar stropers veel komen, goed kunnen herkennen. Dat doen we door spoorzoeken. Je kunt niet alleen af gaan op je visuele waarnemingen, want als je na een jaar weer ergens op dezelfde plek terug komt, kan het er anders uitzien. Bomen en struiken kunnen groter zijn of er niet meer zijn. Rivierbeddingen kunnen opgedroogd zijn of verplaatst. Zelfs glooiingen in het landschap kunnen veranderd zijn. In die omgeving is het best wel een kunst om je eigen sporen steeds terug te vinden en de goede plekken te onthouden en vooral weer terug te vinden als je er 100 km vandaan bent bijvoorbeeld.
M: Dat begrijp ik. Dat spoorzoeken is zo ongeveer het belangrijkste om goed te kunnen om te overleven.

We hebben daar ook onze aansluiting met het eeuwige mee, jij noemt dat soms het veld en soms iets anders.

T: Nou dat niet alleen, al is het wel heel belangrijk en wij leiders doen dat voor een deel visueel, maar dat is niet genoeg, dus ook op geur, maar daar red je het ook niet helemaal mee na een lange periode. We hebben daar ook onze aansluiting met het eeuwige mee, jij noemt dat soms het veld en soms iets anders. Maar met die aansluiting kunnen we ook communiceren en dat helpt ons ook om de weg te vinden. Maar naast het belang van spoorzoeken is het ook heel belangrijk dat je sociale vaardigheden hebt. Hoe ga je om met ruzie in de tent? Hoe ga je om met lastige stieren die steeds weer last van hun hormonen krijgen en dan moet je ze weer weg sturen. Maar het is ook belangrijk dat je over het nageslacht waakt, daar heb je de stieren weer voor nodig. Zoals je ziet is het leiden van een groep best wel een stevige klus. En ga nu maar alles wat ik verteld heb proberen te controleren om te weten of het juist is. Of doe je dat niet?
M: Ja, natuurlijk doe ik dat. Ik heb ook voor mezelf steeds de bevestiging nodig dat wat ik doe bestaat, dat het werkelijk is en dat ik niet gewoon erg veel fantasie heb. Dus zal ik het wel moeten controleren, maar dat zal niet eenvoudig zijn. Maar ik ga mijn best doen. Dank je wel weer voor de uitgebreide informatie die je me gaf.
T: Tot een volgende keer.

210506

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *