Maria Magdalena de uil 3

Ik zoek weer contact met een oude bekende, Maria Magdalena de uil, een wijze dame.

M: Hallo mevrouw uil, kunnen we weer een keer praten?
MM: Ik ben nogal druk momenteel.
M: Dat snap ik, maar we kunnen toch gewoon via gedachten overdracht met elkaar communiceren, daar hoef je je drukke werkzaamheden niet voor te onderbreken?
MM: Dat klopt wel, maar ik ben aan het rusten en heb mijn rust heel hard nodig.
M: Des te beter, dan kunnen we gerust even bijkletsen. Hoe is het sinds de laatste keer?
MM: Dat was best lang geleden (ruim drie jaar geleden).
M: Dat klopt, maar je hebt vast wel veel te vertellen.
MM: Ja, er is veel gebeurd. Maar nu ben ik heel druk en moe van het grootbrengen van mijn jongen. We hebben dit jaar vier eieren gekregen, waarvan er drie zijn uitgekomen. En dan snap je dat het heel druk is om die jongen groot te brengen. Steeds maar weer voedsel aanleveren en ze zijn onvermoeibaar. En dan komt het moment dat ze buiten het nest gaan rondscharrelen en dan moet ik niet alleen voor eten zorgen maar ook opletten op andere roofdieren. Gelukkig is de Havik afgelopen jaar gestorven en hebben we nu rust van hem, want dat was een geduchte tegenstander. We hebben het geluk dat we in zo’n groot bosgebied wonen waardoor er geen voedselnijd is tussen de Havik en mij. Maar er zijn nog steeds gevaren waar ik goed op moet letten nu ze niet meer veilig in het nest zitten.
M: Wat is het moeilijkste aan het grootbrengen van je jongen?
MM: Dat eindeloos voor voedsel zorgen. Voor mijzelf is het niet moeilijk om te zorgen, er zijn muizen genoeg en ik heb er maar 2-3 voor mijzelf nodig, maar als ik drie keer zoveel voedsel moet verzorgen als normaal, dan wordt het best zwaar. Dan beperk ik me zeker niet tot muizen. Gelukkig zijn er dan overal jonge dieren te vinden in het bos en op de velden. Dat maakt het wel gemakkelijker.
M: Is er geen meneer uil?
MM: Nee, die is er niet. Die was al verdwenen voor de kleintjes uitkwamen en dat maakte het wel erg moeilijk. Want ik moest broeden en gelijk ook af en toe eten. Dus dan moest ik heel snel en kort het nest verlaten om te eten en zorgen dat ik weer terug was voor de eieren te veel afgekoeld waren. En dat viel niet mee met al die regen. Dat betekent dat ik toen al voedsel te kort kwam voor mijzelf. En ze alleen groot brengen terwijl ze nog klein zijn is ook lastig. Ik moet het werk voor twee doen en ben dan ook totaal uitgeput.
M: Dat begrijp ik, denk je dat je het overleeft?
MM: Ik weet het niet, ik voel me wel erg moe en oud.
M: Voel ik nu dat één van je jongen het niet heeft overleefd?
MM: Ja, dat voel je juist. Die heeft het niet gerede, kreeg te weinig voedsel omdat hij zich onvoldoende meldde voor het eten als ik met iets aankwam. En hij is door de andere jongen opgegeten.
M: Dat klinkt heftig.
MM: Ja, dat klinkt heftig maar kan gebeuren. Daar kan ik me niet echt druk over maken. Het gebeurt soms en ik kan vaak niet constateren wie zich met hun opengesperde snavels laten zien tot het te laat is en dan als hij te zwak is geworden wordt hij opgegeten door de anderen.
M: Wil je nog iets kwijt?
MM: Ik denk dat dit ons laatste gesprek zal zijn. Jammer, je bent best wel OK.
M: Waarom?
MM: Ik voel me zo zwak dat ik vrees dat ik de winter niet zal overleven. En ik ben al best oud met mijn vierde nest kuikens.
240703

1 antwoord

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *