Een brutale aap
Ik ben in India voor vrijwilligerswerk. We lunchen altijd gemeenschappelijk, onder dak maar verder in de open lucht. Er zijn apen op locatie, meestal zie je ze niet maar hoor je ze wel. Enkele dagen terug werden we tijdens de lunch gestoord door twee apen, waarvan de jongste, ineens op tafel sprong en bij iemand de banaan naast zijn bord weggriste en rustig opat voor hij verder ging. Dit heeft geleid tot onrust, het lunch buffet wordt niet meer uitgestald, je krijgt nu een opgeschept bord als lunch. Dat komt omdat de aap weet dat het eten om twaalf uur klaar staat en hij zit te wachten. Het plaatselijke personeel zit al met een stok klaar om ons tegen de brutale aap te beschermen. Vandaag werd besloten dat er morgen enkele rotjes naar de apen worden gegooid als ze zich morgen weer laten zien. Daar heb ik moeite mee, dus besluit ik contact op te nemen met de apen, kijken of dat lukt.
M: Dag apen, kunnen we even praten?
A: Ja, is mogelijk, wat wil je?
M: Jullie waarschuwen dat als jullie morgen komen, de mensen jullie willen wegjagen.
A: Waarom willen ze dat doen?
M: Omdat jullie, terwijl we aan het eten waren ineens een banaan van tafel hebben gestolen.
A: Ho, ho, niks stelen, die lag daar gewoon en wij waren sneller.
M: Zo kun je er ook naar kijken, maar de mensen die daar koken vonden het niet gepast. Je kunt niet zomaar iets van iemand afpakken.
A: Maar dat deden we niet, we namen iets wat we graag eten mee. Jullie eigenen je alles toe en als wij er dan van nemen noemen jullie dat afpakken. Maar eigenlijk zijn die bananen van iedereen en wij eten er ook graag van. Jullie pakken het juist van iedereen af en je zou je moeten schamen.
M: Ik vind dat een hele knappe omkering van zoals mensen het voelen. Maar om terug te komen op mijn punt van het begin, ze willen jullie daar niet meer zien en als jullie toch morgen komen, dan worden jullie verjaagd met hele harde knallen.
A: Bah, dat is erg onaardig. En daar houden we niet van als jullie gevaarlijke knallende dingen naar ons gooien.
M: Dat begrijp ik, daarom wil ik jullie waarschuwen daar voorlopig niet meer te komen. Er zijn genoeg andere plaatsen waar je een banaan kunt scoren.
A: Waarom waarschuw jij ons?
M: Omdat ik jullie eigenlijk best wel leuk vind.
A: Waarom geef jij ons dan niet je banaan?
M: Dat is een logische vraag, maar het antwoord is dat kan ik niet doen. Want dan komen jullie toch in de buurt en gaan ze jullie toch met knallen verjagen en dat wil ik jullie niet aandoen.
A: Maar je kunt toch wel een stukje verderop een banaan voor ons neerleggen?
M: Tjonge wat zijn jullie slim. Maar de bedoeling is juist dat jullie gaan verhuizen naar een andere plek waar jullie ons niet lastig vallen. En ik ben over enkele weken weer weg en dan ligt er geen banaan meer voor jullie terwijl je er net aan gewend bent.
A: We willen wel een deal met je maken. Jij legt morgen een banaan een stuk verderop en wij komen niet tijdens de lunch langs.
M: Jullie hebben mij klem. Ik wil jullie helpen dat je niet op een nare manier weggejaagd wordt en nu moet ik jullie gaan voeren. Ik wil wel meegaan in de deal maar dan anders. Ik leg een banaan voor jullie neer, een tijdje voor de lunch en daarna gaan jullie gewoon verder naar een andere plek waar je de mensen van de keuken niet meer lastig valt.
A: Maar omdat jullie mensen al het algemene eten voor jullie zelf houden, moeten wij slim zijn om ons eten bij elkaar te scharrelen. En jullie hebben het daar gewoon liggen. Wij willen ook niet rot doen, we nemen graag jouw aanbod van het neerleggen van een banaan aan.
M: OK en dan zien we jullie een tijdje niet meer?
A: Dat blijft afwachten, maar bedankt voor de waarschuwing.
We zijn nu twee weken verder en de apen zijn er af en toe nog maar hebben geen bananen meer gestolen van tafel. En het buffet staat weer gewoon opgesteld. Dus de vraag aan de apen waarom ze nog wel steeds in de buurt blijven.
M: Dag apen, waarom blijven jullie steeds in de buurt?
A: Omdat het zo uitdagend is.
M: Wat bedoel je daarmee?
A: Er ligt van allerlei lekkers en dat trekt ons wel en dus blijven we in de buurt.
M: Maar we hadden toch afgesproken dat jullie ons met rust zouden laten?
A: Je hebt ons afgekocht met één banaan, wat vind je zelf, is dat voldoende? Of mogen we nog even pesten en jullie op stang jagen?
M: Is dat het wat jullie doen?
A: Ook. Maar als we de kans krijgen om iets te pikken zullen we dat doen. Maar we zullen niet meer iets van tafel pikken terwijl jullie zitten te eten, dat hebben we afgesproken.
M: Dat hebben we afgesproken en ik ben blij dat jullie je daar aan houden. Dank jullie wel.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!