Aan de babbel met kip Maria
Elf jaar geleden werd een witte kip op ons dek gezet. We boden haar twaalf dagen onderdak bij ons in het schip. Uit Het dagboek van Maria:
Vandaag vieren we een verjaardag en Maria lijkt wel het middelpunt in plaats van de jarige. Ze is de hele dag op het speelpodium te vinden waar ik haar kistje als troon heb neergezet (en waar ze nauwelijks op zit). Altijd zitten er jongelui bij haar om haar te voeren en met haar te spelen. Soms gaat ze lekker in een hoekje liggen of wroet ze ontspannen in haar veren.
Iedereen die komt moet lachen om haar, maar gek genoeg verbaast het ook niemand dat er een kip in de kamer zit.
Als ik Maria de volgende dag via de diercommunicatie benader om het feestje te evalueren, krijg ik geen woorden door. Het zijn voornamelijk gevoelens. Alle aandacht tijdens het feestje vond ze erg leuk. Ze vermaakte zich vooral met het samen eten: de kinderen hadden vaak voer op hun hand en er lagen steeds graantjes op het kleed die ze oppikte.
Aanraken en oppakken hoeft niet zo van haar. Het aanraken wat de oudste deed (tegen haar aan ‘pikken’) is taal die ze verstaat. Dus mijn interpretatie dat ik dat pesterig vond, klopt niet. Onze zoon had gelijk: dat is kippentaal.
Het samen doen schijnt voor kippen belangrijk te zijn, dus de hele middag al die activiteit op het speelpodium was inderdaad echt háár feestje.
Via haar zie ik hoe nieuwsgierig kippen zijn en ik zet daar het beeld van kippenhokken naast. Ik zie dat daar veel te weinig gebeurt, hokken zijn al gauw veel te saai.
Maria voelt als een relaxte kip die veel kan hebben. De andere dieren in het schip zijn geen bedreiging voor haar.
Ik vraag haar hoe het is om een ei te leggen en ze geeft me het gevoel dat het een domme vraag is. Je legt gewoon een ei.
Als ik haar het beeld geef van andere kippen, zie ik meteen dat kippen een competitie vormen voor elkaar. Je kunt er dan wel makkelijker mee communiceren, maar op dit moment vindt Maria het wel relaxed zonder andere kippen. Kippen onderling moeten altijd opletten dat ze niks tekort komen, ze moeten altijd alert zijn op elkaar.
Ik ga me wagen aan een ander ‘dom’ onderwerp: het poepen. Daarin is Maria heel helder: het loopt lekkerder als je het kwijt bent.
Als laatste vraag ik haar of ze tevreden is met hoe we haar al vroeg op de avond in de afgedekte kooi zetten. Nu hoor ik wel woorden: ‘Ik ben niet gek, hoor, ik hoor jullie wel.’
Nu we Maria van dichtbij meemaken, wordt duidelijk dat uitdrukkingen niet zomaar uit de lucht gevallen zijn:
– Een graantje meepikken.
– Er als de kippen bij zijn (tijdens het schoonmaken van de grond vanochtend, stoof Maria op me af om het doekje uit m’n handen te trekken en er snel mee vandoor te gaan).
– Het lijkt hier wel een kippenhok (echt waar: één kip is te doen qua geluid, maar ik zou niet graag in een overvol hok met kippen zitten).
– Met de kippen op stok (alhoewel Maria dus niet gek is).
– Van een kale kip kun je niet plukken (Maria heeft gelukkig een rijk gevulde verenpracht die ze keurig verzorgt).
Leuk verhaal 👏👍🌺❤️🌷🌸🌻